REPORTAGEWie een bezoek wil brengen aan ‘New Fashion Perspectives’ moet er snel
bij zijn: de tentoonstelling van Glamcult Studio loopt slechts tien dagen.
“Het betreft geen museale opstelling en ook geen mode voor op de catwalk.
Wat je hier ziet, zijn conceptuele collecties”, vertelt curator Hanka van
der Voet, die het onderzoek verrichtte. Innovatie is het sleutelwoord, al
is ze voorzichtig met het woord ‘vernieuwend’. Die term wordt te pas en te
onpas gebruikt in de mode. “Het gaat er eigenlijk niet om of een idee
volstrekt nieuw is. We willen vooral een dwarsdoorsnede laten zien wat
hedendaagse jonge modeprofessionals bezighoudt.”
Veranderingen in het modesysteem
Het idee voor de tentoonstelling ontstond al in 2013. Het jaar waarin
Glamcult door conceptstore You Are Here was uitgenodigd om invulling te
geven aan Modebelofte tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Ook voor
deze expositie nam Hanka van der Voet de rol van curator op zich. “We
wilden zoiets graag nog een keer doen, maar dan in Amsterdam. Want de stad
kan wel wat toegankelijke platforms voor jong modetalent gebruiken.” ‘New
Fashion Perspectives’ focust zich op de vraag: wat betekent het om in 2016
‘modeontwerper’ te zijn? “Pers en modehuizen spreken zich er geregeld over
uit dat het systeem overbelast is: er wordt overgeconsumeerd en niet goed
voor de textielarbeiders gezorgd. We zijn gaan kijken of deze thema’s
terugkomen bij recent afgestudeerde modeontwerpers, dit bleek het geval te
zijn. Vervolgens hebben we een aantal thema’s uitgezocht die representatief
zijn voor het type werk van deze jonge avantgarde.” Er zijn in totaal 23
ontwerpers vertegenwoordigd, voornamelijk uit Nederland, maar ook enkele
buitenlandse namen. “De opzet van de tentoonstelling past goed bij
Glamcult”, aldus Rogier Vlaming, oprichter van de onafhankelijke
stijlkrant, die tegenwoordig in het Engels en behalve in Nederland ook in
Engeland, Duitsland, Frankrijk, België en Scandinavië verschijnt. “Wel
hebben we besloten om het er los van te trekken. Daarom hebben we een
stichting opgericht om het project te realiseren, Art For the Millions.”
Nieuwe technologieën kritisch bekeken
Hanka van der Voet geeft tijdens een rondleiding duiding aan de
verschillende thema’s. Een onderwerp waar veel over gediscussieerd wordt,
is de komst van ‘New Technologies’. De eerste zaal laat zien hoe ontwerpers
deze technologieën toepassen in hun design- en productieproces, maar ook in
de manier van presenteren. Van der Voet: “Neem 3D-printing, dat een aantal
jaren geleden werd gepresenteerd als ‘een nieuwe revolutie’ in de mode.
Maar als je kritisch gaat kijken, kom je erachter dat dit niet is gebeurd.
De enige ontwerper die succesvol en esthetisch 3D-geprint werk maakt, is
Iris van Herpen. De 3D-printtechnologie is gestagneerd. Dit komt omdat het
ontzettend duur is om zodanig te produceren dat het ook echt tot draagbare
ontwerpen leidt.” Ter illustratie laat ze een paar schoenen zien. Zeer
kunstig gemaakt, maar knetterhard en niet comfortabel. “De conclusie is dat
3D-printen, in elk geval in mainstream mode, niet heeft gebracht wat men
ervan verwachtte.” Jessica Smarsch gebruikt technologie om emoties in
kleding te laten terugkomen. Ze heeft software ontwikkeld die bewegingen
van het lichaam registreert en vertaalt deze gegevens naar een
breiprogramma. Zo krijg je een uniek kledingstuk, gecostumized naar
persoonlijke emoties. Anouk van de Sande bedacht een analoge oplossing voor
de toepassing van lenticulaire materialen. De veranderingen in het
materiaal wordt pas zichtbaar als de drager in beweging komt.
Ambacht en duurzaamheid in de mode
Bijna het tegenovergestelde is de aandacht voor ‘Craftmanship’ in de
mode. Klassieke handwerktechnieken zoals breien, haken en pailletteren
worden door jonge ontwerpers op een moderne manier uitgevoerd. “Hier gaat
het niet om de modernste technieken, wel wordt er gekeken naar de uren en
het vele handwerk dat er in één stuk zit”, licht de curator toe. In de
derde ruimte staat ‘Sustainability’ centraal. “Een actueel issue, maar ook
een beetje een paradox in de mode. Een belangrijk criterium was dat het
werk verder moest gaan dan het geitenwollensokkenidee van duurzame mode.”
Ontwerper Karin Vlug vergelijkt haar werk met een IKEA-bouwpakket. Haar
collectie bestaat uit losse, rechte lappen stof waarmee je een hele
garderobe kunt opbouwen. Lisa Konno werkt met gerecyclede zijden sjaals
die, ook al gaat het hier om eenvoudige tweedehandsexemplaren, vanwege de
patronen op de stof onmiskenbaar verwijzen naar de luxe Hermès-sjaal.
Gendercodes: humor met een boodschap
Een terugkerend thema waar mode zich als medium perfect voor leent, is
het gendertopic. Hier uitgewerkt onder de noemer ‘Body Politics’. De
ontwerpen in deze ruimte zijn zeer divers. Sophie Hurdeman, die dit seizoen
haar veelbesproken debuut maakte op New York Fashion Week, speelt met
gendercodes door bepaalde lichaamsdelen zoals tepels te laten zien. Daarbij
maakt ze gebruik van denim, dat van oudsher wordt geassocieerd met
workwear voor de arbeidersklasse. Ook het werk van Charlotte Tieleman,
die overdreven vormen creëert geïnspireerd op de klassieke pin-upgirl van
de jaren ’50, lokt een glimlach uit. Esthetisch en draagbaar is het werk
van Christina Braun: zij liet zich inspireren door codes en uniformen uit
de mannenmode en zet dit om in een vrouwelijk beeld door met zachte
materialen te werken. Duran Lantink ontwikkelde zijn collectie in
samenwerking met een Zuid-Afrikaanse organisatie voor
transgender-sekswerkers. Op die manier geeft hij individuen die behoren tot
een minderheidsgroep de kans om, met mode als medium, uiting te geven aan
hun identiteit. Het lookbook werd gemaakt door fotograaf Jan Hoek.
Social design en escapisme
Wie zijn route vervolgt naar de benedenverdieping stuit op het thema
‘Social Design’ met werk van onder andere Lisette Ros. Hoewel zij een
achtergrond heeft in de mode, is ze vrij snel geëvolueerd tot
performanceartiest. Haar afstudeerwerk is gebaseerd op het verontrustende
nieuwsbericht dat stilzitten bijzonder slecht is voor de gezondheid en ook
wel ‘het nieuwe roken’ wordt genoemd. Als statement is ze daadwerkelijk
acht uur lang gaan zitten. Hier maakte ze een timelapse van. Het hoofdstuk
‘Wonderlust’ verhaalt over de altijd aanwezige hang naar escapisme in de
mode. Vaak in de vorm van luxe, decadentie en overvloed, maar bij deze
jonge ontwerpers heeft het een pure, meer kinderlijke vorm gekregen. Zo
stelt Gino Anthonisse zichzelf de vraag: bestaat er nog zoiets als oprechte
verwondering? En wat is dat dan? Zijn couturestukken waar veel handwerk aan
te pas komt horen evengoed thuis in het thema over ambachtelijkheid. De
collectie van Marta Twarowska gaat over het verlangen om jong te blijven,
net als het werk van Cassandra Verity Green. Haar outfit wordt vergezeld
door een in het oog springend accessoire: een handtas in de vorm van een
vissenkom. Oorspronkelijk zwommen er levende goudvissen in, maar daar
hadden de expositiemakers morele bezwaren tegen.
Alternatieven voor naald en draad
De tentoonstelling sluit af met ‘New Materiality’. Karim Adduchi maakt
couture van traditionele Marokkaanse geweven matten, waarbij hij refereert
aan de verhalen van zijn Berbermoeder en oma, die in een gemeenschap leven
waar vrouwen gewend zijn om zich bescheiden op te stellen, om stil te zijn.
Hannah Williams experimenteert op een totaal andere manier met materiaal:
zij heeft siliconenplastic over levende modellen gegoten en construeert
haar ontwerpen door de latex te boetseren als een beeldhouwer. “Het was een
enorme klus om deze outfits op de pop te krijgen’, zucht Hanka van der
Voet. “De ontwerpen zijn smal en stug, bovendien scheurt het materiaal
snel. Maar met water en zeep is het uiteindelijk gelukt.” Net als Hannah
Williams weigert de Britse ontwerper Matthew Witcombe om naald en draad te
gebruiken. Hij vervaardigde zijn kleren van foam en plastic, dat hij met
een warmtedrukpers aan elkaar heeft geplakt. Voor wie verdere verdieping
zoekt is er ook een doorlopende filmvertoning. Deze documentaire brengt de
actuele ontwikkelingen in de mode voor het voetlicht, nu eens niet op een
pessimistische manier.
Als nieuwkomer in subsidieland heeft Glamcult Studio een lange adem
nodig gehad om het project van de grond te krijgen. Ook het vinden van een
geschikte locatie in Amsterdam bleek lastig. Dit geduld heeft wel tot iets
bijzonders geleid. Vaak is er in het werk van jonge modeontwerpers óf
sprake van een goed doordacht concept, óf van een mooie afwerking. In ‘New
Fashion Perspectives’ zijn meerdere voorbeelden te zien waarbij die twee
uitstekend samengaan.
‘New Fashion Perspectives’ is van 15 t/m 24 april 2016 te zien in
kunstcentrum Looiersgracht 60 in Amsterdam.