Goed nieuws: de economie herstelt. Maar het slechte nieuws:
moderetailers merken daar bar weinig van. Zowel winkels in kleding als
winkels in schoenen kampten in de eerste helft van 2015 met teruglopende
omzetcijfers. Volgens het ING Economisch Bureau is het de vraag of dat
eigenlijk gaat veranderen. Moeten kledingwinkels er geen rekening mee gaan
houden dat er structureel wat is veranderd in de industrie?
Van januari tot juni dit jaar daalde omzet in modewinkels met 1,2
procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Schoenenwinkels
zagen hun omzet van januari tot mei zelfs met 6,2 procent dalen. Hoewel het
ING Economisch Bureau wel positieve resultaten voor de tweede helft van het
jaar ziet – zo wordt verwacht dat de omzetgroei voor kledingwinkels zal
uitkomen op 1 procent – zijn er toch redenen tot zorg.
Brancheorganisatie Inretail en onderzoeksbureau Gfk verklaren de matige
omzet in modewinkels, deels door het ongunstige weer. Zo was de maand mei
relatief koud waardoor het begin van de zomercollectie werd verstoord. Een
warme herfst zorgde vorig jaar september voor een zwakke verkoop van
winterse mode.
Maar ING is sceptisch over die verklaring. Afwijkingen in het weer
zorgen lang niet altijd voor afwijkingen in de verkoop van kleding en
schoenen. De dip in maart 2015 vond plaats tijdens een, voor de tijd van
het jaar, normaal weerbeeld. Ook de relatief zachte winters van 2014 en
2015 resulteerden niet in extreme afwijkingen in de omzet van winkels in
kleding en schoenen.
ING: Modewinkels moeten rekening houden met structurele terugloop van
markt
Volgens de bank is er meer aan de hand en is de situatie voor
modewinkels structureel veranderd. Ten eerste is de markt niet meer
hetzelfde als een paar jaar geleden. Zo spelen online winkels een veel
grotere rol. In de fysieke winkelstraat zijn er nieuwe spelers bijgekomen.
Primark bijvoorbeeld, wist in korte tijd de markt te veroveren. Ook andere
fast fashion spelers strijden om een plek in de markt, zoals
Forever 21, Topshop en binnenkort Uniqlo. Zij vallen de markt aan op prijs
en snelheid. Voorbeeld is Zara: binnen zo’n twee weken wordt een artikel
ontworpen, geproduceerd en in de winkel gehangen.
Ook zijn consumenten sinds de crisis kritischer naar hun uitgaven gaan
kijken. Op kleding en schoenen viel best wat geld te besparen, vonden ze.
Ze kopen minder artikelen, stellen het aanschaffen van producten uit, kopen
meer kledingstukken in de sale of kopen in goedkopere winkels. ING
noemt ook tweedehands kleding. Over dit fenomeen zijn geen cijfers
beschikbaar, maar het is wel duidelijk dat met name de opkomst van online
marktplaatsen de tweedehandshandel heeft gestimuleerd. Consumenten zijn
bovendien meer gaan uitgeven aan eerste levensbehoeften als voeding en
huisvesting. Dan blijft er natuurlijk minder geld over om te investeren in
je garderobe.
Ruimte voor local heroes in het modewinkellandschap
Is het dan alleen maar bar en boos voor zelfstandig ondernemers? Nee,
zegt het ING Economisch Bureau. Er is best ruimte voor local
heroes: winkeliers die zich in een regio of bepaald segment
specialiseren en met ondernemerschap, kennis en persoonlijke interactie
klanten voor zich weten te winnen. Dirk Mulder, ING sectormanager Food &
Retail: “Tussen de grote internationale partijen en de kleinere
specialisten wordt de markt krap. Vooral middelgrote ketens staan voor
strategische keuzes; doorgroeien in het fast fashion model of inkrimpen en
specialiseren.”