Aan een modeshow gaan weken, zo niet maanden van voorbereidingen
vooraf. Designers werken zich tot op het laatste moment een slag in de
rondte en zelfs op de dag zelf worden er meestal nog wat details
geperfectioneerd. Want waar je bij een fotoshoot nog wel eens kan
smokkelen (hup, even onopvallend iets wegspelden aan de achterkant)
moet de kleding bij een modeshow aan alle kanten perfect zitten. Ook
voor modellen is het moment waarop je moet pieken veel korter dan bij
een fotoshoot – al duren de dagen vaak een stuk langer. Sommige
modellen hebben een hekel aan het lange wachten, anderen vinden het
juist fijn en besteden die tijd aan het lezen van een boek, het leren
voor een tentamen of kletsen met andere modellen. Het wachten wordt
bovendien beloond met de ‘kick’ van het moment dat je eindelijk op
mag, de bewonderende blikken uit het publiek en na afloop mooie foto’s
als bewijs. Hier heb je de hele dag naartoe gewerkt.
Backstagebandjes en een goede vibe
Modellen, visagisten, hairstylisten, ontwerpers, fotografen,
dressers – bij de gemiddelde modeshow zijn al snel aardig wat mensen
betrokken. Achter de schermen is het dus vrijwel altijd hectisch.
Backstage wil je als modemerk daarom enkel de mensen hebben rondlopen
die er daadwerkelijk iets te zoeken hebben. Niet alleen wordt het in
zo’n kleine ruimte snel vol en benauwd (de föhns van het kappersteam
helpen ook een handje), bovenal zijn er genoeg amateurfotografen die
persaccreditatie aanvragen met maar één doel: halfnaakte modellen
fotograferen. Niet voor niets wordt er tijdens fashionweeks gewerkt
met backstagebandjes. En wordt er bij de ingang streng gecontroleerd
om te voorkomen dat Jan en Alleman zomaar de kleedruimte kan
binnenlopen.
Voor modellen is een modeshow een dag van uitersten: ‘s morgens
vroeg aanwezig zijn, wachten, een kledingdoorpas, weer wachten, een
doorloop van de choreografie, opnieuw wachten. En dan ineens: paniek,
de-show-begint-bijna-en-er-moeten-nog vijf-modellen-in-de-visagie!
Lastminute is er altijd tijdnood. Als ontwerper is het de kunst om
zelf rustig te blijven en ervoor te zorgen dat er geen stress
ontstaat. De een slaagt daar beter in dan de ander. Ik heb vaak genoeg
meegemaakt dat er op het laatste moment paniek uitbrak vanwege een
gesprongen knoopje of zoekgeraakte schoen. Hoe anders was dat bij Hans
Ubbink. Vlak voor we de bühne op moesten kwam de ontwerper even
‘buurten’ bij zijn modellen en stelde ons grappige onzinvragen als:
“Wat voor merk tandpasta gebruiken jullie? Prodent? Oh, persoonlijk
ben ik meer fan van Colgate.” Bewust of onbewust creëerde hij op deze
manier een relaxte sfeer, waar niet alleen de modellen, maar ook hij
zelf profijt van had. Want zo’n momentje waarop er even gelachen mag
worden, vlak voor het moment suprême, is stiekem best wel bepalend
voor de vibe op de catwalk.
Het grootste struikelblok bij een show is vaak, letterlijk, het
schoeisel. Gestuntel op te grote, te kleine of onmogelijke schoenen
heeft al menig show verpest. De Nederlandse ontwerper Dennis Diem
staat bekend om zijn torenhoge schoenen en zwevende hakken. Nadat er
bij zijn shows meerdere malen modellen waren gevallen besloot hij dit
fenomeen op de hak te nemen. Onverwachts liepen er tussen zijn
modellen drie danseressen mee, die halverwege de catwalk een
huiveringwekkende valpartij maakten. Net toen er uit het publiek
hulptroepen kwamen aangesneld, werkten de modellen zich met lenige
dansbewegingen overeind. Het duurde even voor iedereen doorhad dat het
gestruikel in scène was gezet, de schrik zat er dus goed in.
Voorkom valpartijen
Los van dit soort artistieke performances hoort ongemakkelijk
schoeisel bij het vak. Als professioneel model hoor je zeker niet
meteen te gaan zeuren als schoenen een beetje knellen. Maar er zijn
natuurlijk grenzen. Vorig jaar liep ik tijdens de Libelle Zomerweek
iedere dag drie shows. De pumps die bij één van mijn outfits hoorden
hadden aan de achterkant een scherp randje, dat venijnig in mijn vel
sneed. Al bij de repetities ging het mis: na een kwartier voelde ik
een helse pijn in mijn hiel. En ik ben best wel wat gewend, want met
mijn schoenmaat 38 (een gemiddelde maat, maar voor modellenmaatstaven
klein) word ik er regelmatig door schoenenmerken uitgepikt. De reden:
ik pas, met enige moeite, in hun samplemaat 37. In dit geval wist ik:
als ik nu niet op tijd aan de bel trek, kan ik van de pijn straks op
geen enkel paar schoenen meer lopen. Laat staan dansen. Uitgerekend
bij dit onderdeel van de show moesten mijn collega’s en ik namelijk
een razendsnelle Siciliaanse Tarantella opvoeren. Ik had geluk: de
nare knelschoenen waren niet van een merk dat deelnam aan de show. Ze
mochten dus worden ingeruild voor een ander paar. Goed nieuws is dat
platte schoenen tegenwoordig een grote trend zijn en die steeds vaker
hoge hakken vervangen. Dat reduceert het aantal valpartijen (en het
aantal zuur kijkende modellen op de catwalk) aanzienlijk.
Niet het individu maar het totaalplaatje telt
De reden dat er voor catwalkmodellen een minimumlengte bestaat is
simpel. Als ontwerper kun je met zo’n lang lijf namelijk alle kanten
op: je kunt met de kleding volume aanbrengen waar je maar wil, zonder
dat het model in een ‘propje’ veranderd. Té lang is ook weer niet
goed, daarom wordt er doorgaans ook een maximumlengte aangehouden.
Waarom dat belangrijk is wordt duidelijk wanneer er meerdere modellen
tegelijk worden geboekt. Dit is het geval bij sommige fotoshoots en
bij bijna alle catwalkshows. Vaak lopen er ongeveer tien tot – bij
grote internationale shows – soms wel zestig modellen mee. Tijdens de
finale komen zij traditioneel allemaal nog een keer op, in een rijtje
of tegenwoordig ook vaak tegelijk als een ‘leger’. Als één model daar
een kop bovenuit steekt, is dat uiteraard geen mooi gezicht.
Uitstraling en catwalkervaring zijn belangrijke criteria voor
mannequins, maar het is cruciaal om ook naar het geheel te kijken.
Soms zijn de modellen bijvoorbeeld allemaal gecast op hun lange haar,
bij andere shows is het juist de grote diversiteit aan types die die
het collectiebeeld van de ontwerper versterkt. Bij het boeken van
modellen voor een modeshow staat het totaalbeeld dus altijd voorop.
Natasja Admiraal is freelance modejournalist – sinds 2008 voor
FashionUnited – en schrijft daarnaast graag over aanverwante
onderwerpen zoals sieraden en design. Je kunt Natasja ook op de cover
van een magazine tegenkomen: ze werkt sinds tien jaar als
model.
Foto 1: Tijdens een show van hans Ubbink
Foto 2: Oefenen op zwevende hakken
Foto 3: Kleedruimte backstage
Volgende keer: Deel V (het slotstuk) – Hoe zit het buy-outs en
rechten?