De restaurantketen van V&D, La Place, is verkocht aan Jumbo Group
Holding. Daarmee is de kans op een succesvolle doorstart van V&D vergroot,
stellen de curatoren.

Jumbo neemt alle restaurants en verkooppunten van La Place buiten de
warenhuizen over; alle activa, de service-organisatie en de
stand-alone vestigingen zullen onder het merk La Place worden
overgenomen en geëxploiteerd. De werkgelegenheid voor het overgrote deel
van de werknemers van het hoofdkantoor en de stand-alone
vestigingen van La Place is hiermee gewaarborgd.

Door de verkoop is de kans op een doorstart van V&D en alle restaurants
en verkooppunten van La Place in de vestigingen aanzienlijk, melden de
curatoren in een persbericht.

Momenteel zijn er nog twee serieuze gegadigden waar constructieve
gesprekken mee worden gevoerd. Zodra hierover meer te melden is, zullen de
curatoren dit doen.

Gerry Weber International AG heeft in het boekjaar 2014/2015 (1 november
2014 – 31 oktober 2015) een omzet van 920 miljoen euro gerealiseerd: een
bedrag dat 8,1 procent hoger ligt dan in het voorgaande jaar. De EBITDA van
het modebedrijf daalde juist van 134,2 miljoen euro naar 115 miljoen euro.
Dat blijkt uit de voorlopige cijfers die op dinsdagochtend zijn
gepubliceerd.

De resultaten die zijn behaald, zijn volgens Gerry Weber International
in lijn met de marktverwachtingen. Gerry Weber, Taifun, Samoon, de drie
belangrijkste merken van het bedrijf, genereerden een totale omzet van 805
miljoen euro: een daling van 5,4 procent ten opzichte van het vorige jaar.
De eigen retail van Gerry Weber, waar alle merken met uitzondering van
Halhuber worden verkocht, genereerde een omzet van 440 miljoen euro: een
stijging van 8,7 procent in vergelijking met 2013/2014. Op vergelijkbare
basis ging het echter om een daling van 4,4 procent.

De EBIT maakte evenals de EBITDA een daling door. In het voorgaande jaar
bedroeg de EBIT 108,9 miljoen euro, maar dit jaar kwam dat uit op 79
miljoen euro. Een verklaring die hiervoor wordt gegeven, is dat de omzet
uit groothandelsactiviteiten dit jaar was gedaald. Daarnaast zou ook de
daling van de retailomzet op vergelijkbare basis hiertoe hebben
bijgedragen.

Over de aankoop van Hallhuber in februari 2015 was Gerry Weber
International tevreden. Het merk heeft volgens Gerry Weber International
positief bijgedragen aan de financiële resultaten van het bedrijf.
Hallhuber heeft 10 miljoen euro bijgedragen aan de EBITDA. De verkoop van
het merk is op vergelijkbare basis met 3,2 procent gestegen, en daarnaast
heeft Hallhuber er in het afgelopen jaar 57 nieuwe verkooppunten
bijgekregen met een totale oppervlakte van 275 vierkante meter.

De resultaten zijn volgens Gerry Weber International niet erg
bevredigend. De directie heeft daarom bekendgemaakt dat het bedrijf een
programma heeft gelanceerd om de prestaties te stimuleren. Gerry Weber
International heeft geen uitspraken gedaan over de precieze inhoud van het
programma. Op 26 februari vindt de jaarlijkse persconferentie van Gerry
Weber International plaats, en het bedrijf zal hier dan verder over
uitweiden.

UPDATE
Dov Charney heeft de zaak met American Apparel pas net verloren, maar
het ziet er niet naar uit dat hij uit de mode-industrie verdwijnt. De
zakenman heeft namelijk al weer plannen om een nieuwe onderneming te
starten, met steun van zijn huidige financiële partners.

“We steunen Dov met een nieuwe onderneming,” zegt Chad Hagan van Hagan
Capital Group. “We zullen een oogje houden in het zeil met American Apparel en
we zullen zien wat er gebeurt met het merk. Als we later kunnen instappen,
dan doen we dat.”

De nieuwe onderneming zal een directe concurrent worden van American
Apparel en er zijn al concrete plannen, maar daar wordt nog weinig over
losgelaten, meldt Bloomberg.

Direct na de uitspraak van de rechter, waarin hij toestemming gaf voor
het reorganisatieplan, beschuldigde Charney American Apparel ervan dat het
de onderneming naar ‘de afgrond zou leiden’. Na de uitspraak sprak hij al
de woorden: “Stay tuned.”

INTERVIEWClaes Iversen heeft een drukke periode achter de rug. De afgelopen
maanden stonden voor de Deense ontwerper voornamelijk in het teken van Amsterdam Fashion Week, waar hij de nieuwste
herfst/wintercollectie van zijn label II by Claes Iversen presenteerde.
Daarnaast was hij op 24 en 25 januari 2016 aanwezig op Modefabriek. “Het is echt genieten dat nu even
niets hoeft,” aldus Iversen. “Dat is elke keer hetzelfde. Amsterdam Fashion
Week is druk, dus nu wil ik gewoon uitrusten.” Zijn rust is echter niet van
lange duur, want de ontwerper is ook begonnen met een volgend project: de
uitbreiding van II by Claes Iversen naar het buitenland. FashionUnited
sprak de ontwerper over zijn expansieplannen, alles wat daarbij komt kijken
en waarom het juist nu tijd is voor deze stap.

Je ontwerpt couture onder je eigen naam, en hebt daarnaast het
prêt-à-porter label II by Claes Iversen opgericht. Met welk label wil jij
de stap naar het buitenland wagen, en waarom?

”Het liefst zou ik natuurlijk met beide labels naar het buitenland
willen, maar we richten ons voornamelijk op de II by Claes Iversen
collectie. Dit label heeft vanaf het begin langzaam steeds meer groei
doorgemaakt, en voor ons als bedrijf is het belangrijk om deze groei voort
te zetten.”

Waarom heb je ervoor gekozen nu naar het buitenland uit te breiden?

”II by Claes Iversen bestaat nu uit vier collecties, en in de tussentijd
hebben we een steeds beter inzicht gekregen in wat voor ons werkt en wat
niet werkt. Als je een nieuw label opricht is het in het begin heel
belangrijk om te luisteren naar de reacties van winkeliers: op basis
daarvan moet je collecties aanpassen om ervoor te zorgen dat je de juiste
items kunt aanbieden. Het zijn juist de bijzondere items die bijvoorbeeld
zijn voorzien van kant of gedetailleerde borduulsels die klanten willen
hebben. We hebben de Nederlandse markt steeds beter leren kennen, en weten
waar we de kleding kunnen aanbieden. Hierdoor wordt ook duidelijk wat de
kracht van het label is. Om te groeien moet je meer produceren, en
Nederland is dan eigenlijk best een klein land.”

Naar welke landen overweeg je uit te breiden?

”We zijn vooral geïnteresseerd in Noord-Europa. Onlangs zijn we begonnen
samen te werken met een agent in Denemarken, die overigens ook aanwezig was
bij de show op Amsterdam Fashion Week en daarvoor ook het atelier is komen
bekijken. Dat is alvast één stap. Verder zijn we ook in gesprek met een
agent in België, en zo boeken we per collectie wel steeds meer vooruitgang.
Voor ons is het moment aangebroken dat we over de grens heen willen, maar
we willen niet in eens veel te snel gaan. We moeten dan ook nog kijken wat
de precieze stappen worden voor bijvoorbeeld Duitsland, Engeland en andere
landen. Daarnaast zijn we laatst in Dubai geweest om de
lente/zomercollectie te showen op de modeweek. Natuurlijk heb ik wel een
idee en een gevoel over waar mijn werk zal aanslaan, maar ik blijf vooral
een ontwerper. Het is mijn taak om me te focussen op het ontwerpen, en de
sales-afdeling houdt zich bezig met het leggen van contacten in het
buitenland.””

Waarom heb je ervoor gekozen te beginnen met Denemarken en België?

”Mijn keus voor Denemarken heeft natuurlijk voor een deel te maken met
mijn achtergrond. Ik denk niet dat ik een typisch Deense ontwerper ben,
maar natuurlijk liggen mijn roots wel daar. Ik denk dat we met II
by Claes Iversen iets kunnen bieden wat nieuw is op die markt, omdat het
geen typisch Scandinavisch label is maar de Scandinaviërs wel aanspreekt.
Vorig jaar zomer waren we ook al op Revolver en Copenhagen International
Fashion Fair (CIFF) geweest om de collectie te presenteren. Daarom wordt II
by Claes Iversen nu verkocht bij Møhge & Maude in Aarhus. Verder is België
natuurlijk het buurland van Nederland, waardoor er volgens mij veel
overeenkomsten bestaan tussen beide landen.”

De nadruk ligt tijdens de uitbreiding op Noord-Europa. Waarom heb je de
collectie daarnaast in Dubai geshowd?

”Er gebeurt op het moment heel veel daar. Het is een nieuwe stad die
heel erg in ontwikkeling is. Dubai trekt veel expats aan, waardoor er veel
geld is, en dat maakt het interessant. Verder denk ik dat in steden uit het
Midden-Oosten als Dubai en Abu Dhabi niet alleen interesse is voor II by
Claes Iversen maar ook voor de couture collectie.”

Wat voor soort verkooppunten heb je in gedachten voor het merk?

”Voor nu willen we ons richten op wholesale en het label dus
aan retailers gaan verkopen. We zitten hierbij te denken aan
multibrandstores, boetieks, concept stores en boetieks. De enige
buitenlandse winkel waar het merk nu al wordt verkocht, Møhge & Maude, is
een multibrandstore gericht op het hoge segment. Zij verkopen onder andere
Valentino, Diane von Fürstenberg en Paul Smith. Eigen winkels zijn voor nu
nog niet aan de orde. Als het zover is, zou ik eerst een flagshipstore in
Amsterdam openen.”

De stap naar het buitenland is een gewaagde, en niet alle ontwerpers
slagen erin dit tot een succes te maken. Onlangs trok Jonathan Saunders de
stekker uit zijn label: ben jij ook weleens bang dat het mis kan gaan?

”Natuurlijk is dit iets wat je meeneemt: je kunt het niet volledig
negeren. Ik denk wel dat we nu juist aan het opkrabbelen zijn na de
recessie, dus dat is positief. Het duurt wel even voordat alles helemaal is
hersteld, maar je ziet wel dat het heel goed gaat met het hele lage en het
hele hoge segment. Alle wat daartussenin zit valt een beetje weg, en ik
denk dat juist daar een gat is ontstaan: er zijn heel veel consumenten die
geen behoefte hebben aan hele goedkope mode, terwijl het hele luxe segment
weer te duur is. Wij zitten met II by Claes Iversen aan de bovenkant van
het middensegment en aan de onderkant van het luxe-segment, en ik geloof
dat daar veel gaat gebeuren de komende tijd. We hebben niet de hoge prijzen
van een merk als Céline of Prada, waardoor ons product toegankelijk is voor
een grotere doelgroep.”

A photo posted by @claesiversen on Jan 20, 2016 at 10:51am
PST

Is deze uitbreiding iets waar je al sinds de oprichting van II by Claes
Iversen naartoe hebt gewerkt?

”We wisten echt vanaf het begin dat we uiteindelijk buiten de
landsgrenzen wilden groeien. Destijds hadden we natuurlijk bedacht aan welk
segment we de collectie wilden aanbieden, en toen was al duidelijk dat
Nederland dan snel te klein wordt. Ik vind het moeilijk om nu te zeggen dat
ik een specifiek doel in gedachten heb wat betreft aantal verkooppunten,
maar ik heb natuurlijk een wensenlijstje. Het liefst zouden we in het
eerste seizoen tien tot twintig winkels in Denemarken vinden die het label
kunnen verkopen en nog een aantal in Noorwegen. Het blijft een lastige tijd
waar we in zitten, dus ik ben benieuwd wat realistisch is. Natuurlijk is
het uiteindelijk mijn droom dat het label op een bepaald moment toch
wereldwijd wordt.”

Foto´s: II by Claes Iversen Facebook, Nu.nl en Team Peter Stigter

Denimmerk Guess legt de focus op een milieuvriendelijke mode. Het merk
lanceert een duurzame jeans collectie genaamd ‘#GuessEco denimcapsule’.

Bij de productie van de collectie is er minder water en energie
gebruikt, tevens is de CO2-uitstoot lager. Verder zijn er chemicaliën met
een kleinere ecologische impact gebruikt, zoals kleurstoffen op basis van
water.

De jeans zelf heeft een hoger percentage organisch katoen en de
binnenvoering bestaat voor 30 procent uit gerecycled polyester. Ook is er
rekening gehouden met belegmaterialen: de lederen labels zijn
gecertificeerd door OekoTex (een internationale vereniging voor research en
testing op het gebied van ecologisch textiel) en de knopen en klinknagels
zijn volgens de verwerkingsprincipes van Low Impact Finish
Ensemble
(LIFE) gemaakt.

De #GuessEco collectie bestaat uit items voor mannen, vrouwen en
kinderen en wordt in de lente gelanceerd.

Ondernemers in het World Fashion Centre vertellen over hun ondernemerschap, visie en ambitie.

“We willen stabiel groeien en constant rendement leveren, daarom blijven we bij het fundament” – Eelco Dijk & Thomas Raben van Sarto Fashion BV

Sarto Fashion BV is de holding van drie merken: Anotherwoman, Roberto Sarto en Poools. Thomas Raben is algemeen directeur en eigenaar. Eelco Dijk is verantwoordelijk voor sales in west en midden Nederland. Sarto Fashion is in 1947 opgericht en zat tot 1967 in Haarlem. Inmiddels zit Sarto Fashion in Winssen bij Nijmegen en zijn ze gehuisvest in een klooster. De verkoop wordt gedaan vanuit de showrooms in Winssen, Zwolle en het WFC. De verkoop in het WFC neemt in belang toe. Gedurende het verkoopseizoen lopen retailers regelmatig binnen om te kijken naar de collecties voor het volgend seizoen.

“We maken voornamelijk gebreide dames bovenkleding. Onder gebreid valt ook tricot en sweat. Dat gebreide klinkt heel oubollig, maar dat valt best mee”, vertelt Thomas. “We zijn een topspecialist op dat gebied. We zijn een puur Nederlands bedrijf, waardoor we dichtbij onze klanten staan. We zeggen altijd dat we wereldberoemd zijn in Nederland. Hier kent iedereen ons, in het buitenland niet. We staan we dichtbij de klanten gaan veel bij onze klanten op bezoek. Zo weten we precies wie onze klanten zijn en wat de wensen zijn.” Eelco vult aan: “Vooral met Roberto Sarto actualiseren we heel erg. We verjongen niet, maar we passen de merken wel aan op de behoefte van onze doelgroep. Die behoefte verandert namelijk.”

Dat gaat niet heel makkelijk. Thomas: “De lijn moet er wel in blijven. We moderniseren met ‘klikjes’. Als je ineens een kwartslag draait, herkent de oude klant ons niet en wil de nieuwe klant ons niet vanwege de naam. Er is dus wel verandering, maar het zijn steeds hele kleine veranderingen. We proberen de klant mee te nemen in onze verandering.”

Sarto Fashion onderscheidt zich van de grote merken door naar kwaliteit en emotie te kijken. “Bij ons is de emotie leidend, niet de prijs”, legt Thomas uit. “Een groot winkelketen koopt groot in, zo goedkoop mogelijk. De kwaliteit maakt niet uit, het is ontdaan van alle emotie. Als wij iets heel moois maken, dan vragen we daar ook meer geld voor. De klant waardeert dat. Die zou niet begrijpen als het ineens extreem goedkoop is, maar ook niet als het ineens extreem duur is. We zitten binnen een bepaalde bandbreedte waarin we ons meer creativiteit kunnen veroorloven. Als het alleen om de prijs draait, gaat je creativiteit dood.”

Pas op de plaats, dat geldt ook voor marketing. “We zijn geen merk dat zichzelf overeet, van extremen uitgaat. Vandaag zijn we alles, morgen zijn we niks. Dat willen we niet. We willen stabiel groeien en constant rendement leveren. We zijn geen pop-up brand dat vandaag waanzinnig goed is en na het seizoen failliet is. We blijven bij het fundament. Dat is ook veel lastiger dan een keer pieken. Het is ook belangrijk dat je de detaillist kent. Je moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat hij geen dingen koopt die hij niet kan verkopen. Uiteindelijk is het aan de klant, maar wij hebben wel een adviserende rol.” Eelco: “Daarom moet je ook veel op de vloer zijn, zien wat werkt. Wat voor type klant er is.”

De kwaliteit van Sarto Fashion moet hoog zijn, maar het is niet de bedoeling dat dat ten koste gaat van andere mensen. “Wij kunnen gelukkig eerlijke kleding leveren. Alle bedrijven in China waar we mee werken zijn goedgekeurd. Ze worden door hetzelfde inkoopbureau gebruikt als waar grote Duitse merken ook inkopen. Die zijn extreem streng als het om arbeidsomstandigheden gaat. Ik wil het ook niet anders. We hebben een eigen inkoopkantoor met onze eigen Nederlandse inkoper in China. Hij heeft daar wel eens een fabriek bezocht en is weggelopen. Hij vond het er niet uitzien en hij vond dat de producten daar niet gemaakt mochten worden. Ook halen we in verhouding ook veel uit Europa. Dat is een goed gecontroleerde markt. Bijvoorbeeld met breiers in Italië.”

Voor de verkoop is het WFC belangrijk. Eelco: “We gingen vroeger gewoon het land in, met een rek langs alle verkooppunten. Maar daar zit gewoon teveel tijd in. Collecties werden te groot, je hebt te weinig rust om een collectie te presenteren. Ik heb op een gegeven moment een ruimte gehuurd bij Schiphol, maar dat was ook niet professioneel genoeg. Uiteindelijk zijn we in het WFC beland, er was toch behoefte om het te centreren. De klanten hoeven niet meer heen en weer. Inmiddels zitten we hier nu 15 jaar.”

Eelco: “Wees eerlijk naar je klanten. Betrouwbaarheid en eerlijk zijn, dat vind ik het belangrijkst. Daardoor wordt je succesvol.” Thomas: “Luister goed en analyseer. Op basis van die analyses moet je je strategie aanpassen. Dat moet je niet van vandaag op morgen doen, maar rustig doen. Het is moeilijk, maar wel belangrijk dat je je blijft aanpassen.”

Wilt u meer informatie over huren in het World Fashion Centre? Stuur een email naar verhuur@worldfashioncentre.nl of bel naar 020 – 511 0173

Meer verhalen: www.worldfashiontoday.nl/ondernemen-in-het-WFC

Het Duitse merk Adidas is het meest duurzame modebedrijf ter wereld. Dat
is gebleken uit onderzoek van ´Corporate Knights´, een Canadees
onderzoeksbureau. Het onderzoeksbureau maakt jaarlijks een overzicht van de
100 meest duurzame merken, ´The Global 100´, en Adidas neemt de vijfde
plaats in op deze lijst.

Adidas heeft in het overzicht een score van 73,1 procent: een percentage
dat is gebaseerd op een evaluatie van twaalf kritieke prestatie-indicatoren
(KPI). Hiervoor kijkt het onderzoek bijvoorbeeld naar hoe bewust bedrijven
omgaan met waterschaarste en energieverbruik.

Na Adidas was H&M met een score van 68,3 procent het hoogst genoteerde
modebedrijf op de lijst. Andere modebedrijven die het tot de lijst wisten
te schoppen, waren Marks & Spencer (68,1 procent, 21e plaats) en de Kering
Group (63,7 procent, 43e plaats): het moederbedrijf van merken als Gucci,
Balenciaga en Stella McCartney.

Adidas opende in december 2015 zijn eerste speedfactory, waar
schoenen worden geproduceerd tijdens een geautomatiseerd proces. Volgens
Adidas heeft dit een positief effect op het milieu, omdat hierdoor minder
uitlaatgassen worden uitgestoten en ook het gebruik van lijm wordt
teruggedrongen. In diezelfde maand is het Duitse merk een samenwerking
aangegaan met´Parley for the Oceans´. Addias heeft als onderdeel van dit
initiatief een schoenzool geproduceerd die is gemaakt van plastic uit de oceaan.

Modana Accessoires B.V., handelend onder het merk Laimböck, is failliet
verklaard. Op 21 januari werd uitstel van betaling aangevraagd, en dat is
vijf dagen later omgezet in een faillissement. Dat meldt
Faillissementdossier.nl.

Het faillissement is uitgesproken over de handelsnamen Laimböck, Modana,
Double Touch en Laimböck Handschoenen. De heer A.J.H.M. van Poorten van
Willemse & Van Poorten Advocaten is aangesteld als curator. Hij heeft nog
geen reactie gegeven op het faillissement, ook is het niet duidelijk of er een
doorstart mogelijk is. Het UWV zal de financiën afhandelen.

Het merk Laimböck ontstond in 1831, toen de familie Laimböck van Tirol
naar Nederland reisde om handschoenen te verkopen. De eerste winkel opende
in de prestigieuze galerij in Scheveningen. Daarna volgden er vele winkels,
waaronder in de Amsterdamse Kalverstraat. Inmiddels is het merk te vinden
in de betere winkel en warenhuis en is Laimböck een van de bekendste
Europese handschoenenmerken. Het hoofdkantoor is gevestigd in
Nieuw-Vennep.

Naast Laimböck maakt Modana ook producten voor het eigen label van V&D.

Beeld: Facebook Laimböck

De Amerikaanse rechtbank heeft het reorganisatieplan van American Apparel goedgekeurd, waarbij de poging tot overname van het bedrijf door oprichter Dov Charney definitief van de baan is, zo meldt de Amerikaanse pers.

De rechter stemde in met het…

Goed nieuws voor modieuze kleintjes: het luxe modelabel Balmain lanceert
een kinderlijn. De nieuwe lijn wordt in juni 2016 gelanceerd in de winkels
van Balain en in de webwinkel.

De nieuwe lijn bestaat uit 55 items voor jongens en meisjes tot 14 jaar.

In de nieuwe collectie zijn onder andere Japanse denim, quilted stoffen,
pea coats en witte colberts te vinden, evenals een fake fur
coat
en schoenen (eveneens een mini-versie van de schoenen die op de
catwalk te zien waren). De productie zal onder het dak van Balmain
plaatsvinden.

De ontwerpen lijken op de dames- en herencollecties. “Het zijn looks van
de afgelopen jaar, waarvan vaders en moeders mij gesmeekt hebben om ze ook
voor hun kinderen te produceren,” laat Olivier Rousteing, creatief
directeur van Balmain, aan WWD weten.

De ouders van de nieuwe stijliconen moeten wel een goed gevulde
portemonnee hebben, want de prijzen variëren van 190 euro voor een mouwloos
shirt tot 5.500 euro voor een zwart jurkje met borduurwerk.

Beeld: Instagram Olivier Rousteing