Modelabel AllSaints zag de omzet voor het vierde jaar op rij groeien.
In het fiscale boekjaar, dat op 30 januari 2016 werd afgerond, rapporteerde
de keten een omzetstijging van 9 procent tot 252,5 miljoen pond (280
miljoen euro). Vorig jaar was dat nog 231,3 miljoen pond (356 miljoen
euro). Dat melden diverse media.

Geen tijd om het hele artikel te lezen? Scroll
verder naar beneden voor een korte samenvatting.

De omzetgroei werd gedreven door de groei van 7,4 procent in thuisland
Groot-Brittannië, met een bedrag van 144,3 miljoen pond (160 miljoen euro).
De internationale omzet steeg met 12 procent naar 108,2 miljoen pond (120
miljoen euro), terwijl e-commerce de omzet zag stijgen van 35,6 miljoen
pond (39,5 miljoen euro) tot 47,3 miljoen pond (52,4 miljoen euro). De
winst vóór bijzondere posten steeg met 18 procent tot 28,5 miljoen pond
(31,6 miljoen pond).

CEO William Kim sprak van een ‘sterke winst en omzetgroei’ in de media.
Het succes schreef hij toe aan het business model, dat in tegenstelling tot
andere retailers een gelijke verdeling heeft tussen mannen- en
vrouwenitems. Een groot deel van de omzetgroei was te danken aan de nieuwe
handtassenserie, The Capital Collection, die volgens de CEO ‘een
double-digit aandeel van de omzet vormt op sommige markten’. Ook
menswear boekte positieve resultaten, evenals de uitgebreide
collectie knitwear en jassen, met name leren jassen.

Omzet AllSaints groeit dankzij verkoop tassencollectie

Het Britse modelabel is inmiddels vertegenwoordigd in 18 landen,
waaronder Nederland. De internationale omzet bedroeg 108,2 miljoen pond
tegenover 97 miljoen pond vorig jaar. Daarmee is de internationale omzet
goed voor 43 procent van de totale omzet. De regio Noord-Amerika boekte de
grootste omzetgroei met 9,1 procent, oftewel 83 miljoen pond (92 miljoen
euro). Azië is echter de snelst groeiende regio met een stijging van maar
liefste 332 procent, waar de omzet uitkwam op 8,4 miljoen pond (9,3 miljoen
euro).

In het afgelopen jaar opende AllSaints 23 winkels buiten thuisland
Groot-Brittannië. Recentelijk werd het label gelanceerd in Japan, nadat het
merk eerder de markten Korea en Taiwan betrad. Ook werd AllSaints
gelanceerd in het Midden-Oosten, dankzij een samenwerking met Majid Al
Futtaim. Inmiddels is het modemerk ook begonnen met het verkopen van items
via online platformen van warenhuizen in de Verenigde Staten, zoals
Selfridges, John Lewis en Bloomingdales, om op deze manier de
internationale aanwezigheid uit te breiden. Het merk verwacht dat een
derde van de omzet in 2020 afkomstig zal zijn uit niet-Amerikaanse markten.
In dat jaar wil het label aanwezig zijn in 30 tot 35 landen.

Het modelabel liet weten dat er sprake was van een ‘groei boost’,
ondanks een ‘onzekere achtergrond’ op sommige markten, waar de zwakke
munteenheid het uitgavenpatroon van toeristen beïnvloed.

In het kort

Omzet

252,5 miljoen pond

9%

Winst

28,5 miljoen pond

18%

REPORTAGE

Het hergebruiken van textiel is jaarlijks een van de aandachtspunten tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Maar wat is circulaire mode precies, is het wel duurzaam en is er een markt voor in Nederland? Die vragen staan centraal bij ‘The Challenges of Sustainable Textile Recycling’, een lezing gehost door Ellen Mensink, oprichtster van de start-up Brightloops. Het bedrijf, expert op het gebied van de mechanische recycling van textiel, lanceerde onlangs het nieuwe circulaire kledingmerk Loop.alife, dat Mensink tijdens de lezing presenteerde. FashionUnited was erbij.

Brightloops lanceert circulair kledingmerk Loop.alife

”In Nederland belandt jaarlijks zo’n 235 kiloton aan kleding op de afvalberg,” begint Mensink, gekleed in een lang overslagvest van haar nieuwe label Loop.alife, de lezing. Volgens de onderneemster wordt 70 procent van deze oude kleding verbrandt, de overige 30 procent wordt gerecycled. In 18 procent van die gevallen wordt de kleding volledig hergebruikt en opgehaald door instanties als het Leger des Heils, de andere 12 procent wordt gedowncycled, waarbij het materiaal wordt gebruikt als poetsdoek of wordt vervezeld en verwerkt tot bijvoorbeeld verhuisdekens of hoedenplanken in auto’s.

Om die kledingafvalberg te verkleinen, besloot Mensink een volledig circulair kledingmerk te ontwikkelen. Het merk, genaamd Loop.alife, produceert onder meer truien en vesten die zijn gemaakt uit 100 procent gerecyclede wollen kledingstukken. Het label hanteert de zelf ontwikkelde standaard ‘truly circular’, wat betekent dat ze in het productieproces uitgaan van zero waste, geen gebruikmaken van verfstoffen en chemicaliën en zo lokaal mogelijk produceren. Daarnaast maken ze zoveel mogelijk gebruik van gerecyclede materialen uit lokaal kledingafval.

Loop.alife: heren- en dameskleding van 100 procent gerecycled wol

Loop.alife is ontwikkeld door de start-up Brightloops, dat op zijn beurt weer is voortgekomen uit het project Wool2 van de Stichting Creative City Lab van Mensink. Naar aanleiding van onder andere het instorten van de textielfabriek in Bangladesh drie jaar geleden, deed Mensink daarbij, samen met studenten, onderzoek naar de textielketen van wol. Uit die zogenaamde ‘lifecycle-analyse’ bleek dat wol vooral in het begin van de lange keten, door de uitstoot van methaan en het gebruik van water en chemicaliën, een van de minst duurzame vezels is.

Vandaar dat Brightloops in eerste instantie is gestart met de recycling van wol in de collecties van Loop.alife. “Eerst verzamelen we het materiaal, dat we vaak binnen krijgen in verschillende samenstellingen. Dan sorteren we op kleur en we halen de accessoires eraf,” legt Mensink uit. Het merk doet dat in samenwerking met mensen die moeten worden gereïntegreerd in de samenleving, waaronder gevangenen. “Wanneer alles is gesorteerd, wordt de boel gesneden en uit elkaar getrokken en vervolgens gesponnen tot klossen met garens,” gaat de onderneemster verder.

De heren- en damescollecties van Loop.alife bevatten onder andere truien, vesten en sjaals in het midden-hoog prijssegment. De prijzen variëren van 45 euro voor een herensjaal tot 165 euro voor het grijze overslagvest dat Mensink voor de gelegenheid heeft aangetrokken. Daarnaast heeft Loop.alife een crowdfundingsactie gelanceerd om bepaalde andere producten te financieren, om zo alleen te produceren wat de consument echt wil hebben en dus te voorkomen dat het label met overbodige voorraad blijft zitten.

Mensink: “Recycling is niet altijd duurzaam”

Het maakproces dat Loop.alife hanteert, maakt het mogelijk om mechanisch in plaats van chemisch te recyclen. Dat komt erop neer dat het gebruik van water en chemicaliën overbodig is, onder andere omdat het opnieuw verven van kledingstukken niet nodig is. Dat levert volgens Mensink veel voordeel op tegenover chemische recycling. “Per trui levert het een voordeel van 500 liter water, 5 kilogram CO2 en 30 tot 60 megajoule op en wordt geen gebruikgemaakt van verfstoffen.”

Daarnaast produceert het merk het liefst in Nederland of elders in Europa, in plaats van aan de andere kant van de wereld. “Daar betalen ze de prijs voor het feit dat wij niet bereid zijn meer te betalen voor duurzame mode. De kleding wordt daar geproduceerd, waardoor het niet meer transparant is,” aldus Mensink. Dat is dan ook de reden waarom recycling volgens Mensink niet altijd duurzaam is. “De circulaire economie is niet hetzelfde als recyclen. Als een kledingstuk kapot is, is recycling niet per se het eerste wat je moet doen. Het beste wat je eerst kunt doen, is goed onderhoud en het proberen te maken.”

Volgens Mensink zijn er daarnaast ontzettend veel certificeringen voor duurzame mode. “Dat is goed, maar het is ook een wirwar geworden voor zowel de professional als de consument. Circulaire mode gaat een stapje verder en vraagt bedrijven om voor lange termijn na te denken over een duurzame strategie. Bedrijven die daarvoor kiezen, moeten namelijk rekening houden met welk materiaal ze kiezen, hoe ze anders gaan ontwerpen en produceren zodat de collecties kunnen worden gerecycled.” Men gaat zo vanzelf nadenken over het systeem, stelt Mensink. “De keuze om vervolgens dichtbij te produceren, bijvoorbeeld in Europa, is logisch. Daar moet je aan bepaalde standaarden voldoen, waardoor je vanzelf duurzamer wordt.”

Consumenten sceptisch over herkomst producten

Hoewel niet alleen bedrijven, maar ook consumenten tegenwoordig steeds meer openstaan voor duurzame mode, zijn die laatste volgens Mensink vaak sceptisch over de daadwerkelijke herkomst van een product. “In een recent onderzoek werd aan consumenten gevraagd hoeveel ze extra wilden betalen voor een spijkerbroek van 45 euro, als ze zeker wisten dat deze volledig duurzaam was. Dat was 5 euro. Kosten zijn altijd een issue, maar een groter probleem is dat men niet weet waar duurzame mode verkrijgbaar is en of het wel echt duurzaam is,” aldus Mensink.

De collectie van Loop.alife is online verkrijgbaar, op de website van Brightloops.

Beeld: Loop.alife

Ontwerper Antoine Peters heeft in opdracht van vloerfabrikant Forbo een
vloerpatroon ontworpen, in combinatie met een zogeheten ‘vloerjurk’. Het
ontwerp, de ‘Arrow’, bestaat uit een pijltjespatroon. Zowel de vloer als de
jurk hebben dezelfde print.

“Als je de jurk van veraf bekijkt zie je iets abstracts, een soort ruis
die je op een leeg tv-scherm kunt zien. Als je dichterbij komt, zie je een
nieuwe laag. Je ziet pijltjes die ergens naar wijzen. Je beweegt je door
een ruimte, je gaat er in, volgt een traject, en kunt er ook uit. Het sluit
aan op het concept van mijn ‘Lenticular Dress’, een jurk die er
anders uitziet als je even vanuit een andere hoek kijkt, je kent het wel
van ansichtkaarten,” licht de ontwerper toe. “Het is een optische illusie.
De vloer lijkt op een jurk en de jurk lijkt op de vloer. Maar stiekem loopt
de textiele jurk over in het Flotex- materiaal van Forbo.”

Volgens de ontwerper heeft mode ‘de kracht je lichaam, geest en zelfs je
omgeving te beïnvloeden’. “Mode hoeft helemaal niet lekker te zitten of
draagbaar te zijn om zijn kracht te behouden. Het strekt zich tot voorbij
het lichaam. De ruimte rondom kleding vindt hij net zo belangrijk als de
kleding zelf,” laat Forbo in een persbericht weten.

Beeld: Forbo

Boekte Esprit in boekjaar 2015-2016 nog positieve omzetresultaten, ging
het de moderetailer in het eerste kwartaal van het huidige fiscale jaar
minder voor de wind. Esprit rapporteerde een omzet van 4,11 miljard Hong
Kong dollar (483 miljoen euro), een daling van 11,8 procent ten opzichte
van dezelfde periode vorig jaar.

Gezien de beoogde verlaging van de
winkelruimte van Esprit, komt de omzetdaling in het eerste kwartaal dat
eindigde op 30 september niet geheel als een verrassing. Het bedrijf
verkleinde het retailnetwerk afgelopen jaar met 14,5 procent, waarbij
onrendabele winkels werden gesloten. Hiermee werden de operationele kosten
flink teruggedrongen.

In Europa, de belangrijkste markt van Esprit,
leed het bedrijf onder de uitzonderlijk warme weersomstandigheden in
september, die een negatieve invloed hadden op de vraag naar de
herfstcollecties. In Duitsland, dat verantwoordelijk is voor de helft van
Esprit’s totale omzet, daalde de omzet in het eerste kwartaal met 8,1
procent naar 2,05 miljard Hong Kong dollar (241 miljoen euro). Het
retailnetwerk werd daar met 9,9 procent verkleind.

In de rest van
Europa daalde de omzet met 12 procent naar 1,59 miljard Hong Kong dollar
(186 miljoen euro) en in de regio Pacifisch Azië kwam de omzet 24,8 procent
lager uit op 473 miljoen Hong Kong dollar (55 miljoen euro). Ondanks de
zwakkere omzet, lukte het Esprit wel om de vaste kosten te verlagen en
daarmee de winstgevendheid te verbeteren, zo maakte het bedrijf bekend.

In het kort

Totale omzet 4,11 miljard Hong Kong dollar
-11,8%

Europa 1,59
miljard Hong Kong dollar
-12%


Duitsland 2,05 miljard Hong Kong dollar
-8,1%

  • Als onderdeel van haar
    herstructureringsprogramma, verlaagde Esprit het retailnetwerk afgelopen
    jaar met 14,5 procent.

Beeld: Esprit Facebook