De Nederlandse economie ondervindt schade van de Brexit. ING
Economisch Bureau verlaagt de groeiraming voor 2016 van 2,1 naar 1,8
procent. Volgens het rapport zullen vooral bedrijfssectoren die
exporteren naar Groot Brittannië lijden onder het vertrek van het land
uit de Europese Unie. Als Britse consumenten en ondernemers op de rem
gaan staan, raakt dat de Nederlandse economie.
Volgens Marieke Blom, hoofdeconoom ING Nederland, betekent de
Brexit een fikse domper op de feestvreugde, maar géén economische
crisis. “Ik wil de economische pijn in perspectief plaatsen: we
verwachten geen recessie, maar minder economische en
werkgelegenheidsgroei,” schrijft zij in het rapport.
De analyse van ABN Amro benadrukt dat vooral exporteurs van
kleding, textiel en lederwaren kwetsbaar zijn. “Groothandels in
textiel, leder en kleding worden worden bovengemiddeld geraakt door
een vertrek uit de EU, als dat tot gevolg heeft dat de handel met
Groot Brittannië als afzetmarkt wordt belemmerd,” zegt Sonny Duijn,
analist van ABN Amro in Z24.
In het algemeen blijft de economische schade volgens beide
rapporten beperkt. Verwacht wordt dat de Brexit zal leiden tot een
lichte stijging van het aantal faillissementen bij bedrijven die zeer
afhankelijk zijn van export naar het land. Het vertrek biedt echter
ook kansen: Groot Brittannië wordt vaak gezien als toegangspoort voor
Europese markt. De kans bestaat dan mondiale spelers nu hun blik
verleggen naar Nederland voor hun eerste stappen in Europa.
Een woordvoerder van de Amsterdamse wethouder Kajsa Ollogren zei
onlangs tegen de NOS dat verschillende Aziatische bedrijven direct na
de Brexit hebben aangegeven hun activiteiten in Amsterdam te willen
opvoeren. Het gaat volgens de NOS in eerste instantie vooral om
bedrijven uit de financiële sector. “Zij willen nu een groot deel van
hun activiteiten overhevelen naar Amsterdam om van daaruit het
vasteland van Europa te bedienen”, aldus de zegsman van de
wethouder.