De winkelleegstand zal mogelijk in de loop van 2016 de grens van 10
procent overstijgen. Tussen 2007 en 2015 nam de leegstand toe van 5,4
procent naar 9,2 procent. Dat stelt het ING Economisch Bureau in
‘Sectorvisie Winkelgebieden 2016’.
Er wordt nog lang niet genoeg gedaan om leegstaande winkels te saneren.
”De wil en mogelijkheden harde beslissingen te nemen zijn niet altijd
aanwezig. Een lange remweg dreigt”, zegt sectormanager Dirk Mulder van Food
& Retail bij ING in een reactie.
Mede door de recente faillissementen zoals V&D en Macintosh zal de
leegstand in 2016 flink oplopen, denkt ING. De grote retailers V&D en
Macintosh hebben samen al 500.000 vierkante meter winkeloppervlakte, wat
neerkomt op 1,6 procent van het totale aantal vierkante meters
winkeloppervlak in Nederland. “Als er bij een overname of een nieuwe
huurder panden worden afgestoten, kan dat in bepaalde winkelgebieden leiden
tot forse gaten, die lastig zijn op te vullen,” stelt ING Economisch
Bureau.
Grote leegstand dreigt na faillissementen V&D en Macintosh
Eigenlijk is Nederland verwend met het aantal vierkante meters
winkeloppervlakte: de voorraad winkelvloeroppervlak per inwoner van 2014
tot 2015 steeg van ongeveer 1,7 vierkante meter per inwoner tot ruim 1,8
vierkante meter per inwoner. Volgens data van onderzoeksbureau GfK behoort
Nederland daarmee tot de landen met de grootste winkeldichtheid in Europa.
Tegelijkertijd is de vloerproductiviteit in Nederland relatief laag ten
opzichte van andere West-Europese landen.
Volgens ING neemt de druk op de omzet per vierkante meter toe. Met een
groeiende winkelvoorraad en een dalende omzet is het steeds moeilijker om
winkels rendabel te houden, en leegstaande meters worden niet zo makkelijk
opgevuld. Tussen 2007 en 2015 steeg het aandeel langdurige leegstand (1-3)
jaar van 36,7 procent naar 39,5 procent. De structurele leegstand steeg
zelfs van 19,7 procent naar 24,6 procent.
Het aantal faillissementen daalde in 2015 met ruim 17 procent, maar de
impact van faillissementen is echter wel groot. Verder werden er veel
winkels opgericht, vooral webwinkels. “De detailhandel kent dus een hoge
mate van dynamiek met veel uitstroom en instroom,” aldus ING Economisch
Bureau in de sectorvisie. De marge staat echter steeds meer onder druk;
ondanks de faillissementen is er nog genoeg keuze voor de consument. In
vergelijking met andere sectoren is de overlevingskans van een starter in
de detailhandel dan ook laag.
Winkelleegstand zal verdubbelen, waarschuwt ING Economisch Bureau
Volgens ING is de detailhandel ‘volop in transitie’, waarbij bestaande
partijen afhaken en nieuwe spelers toetreden. Hoe blijf je succesvol?
Volgens ING is een businessmodel waarbij flexibiliteit een onderdeel is een
van de kernmerken. Dat is juist lastig voor middelgrote ketens die door hun
omvang zich moeilijk snel kunnen aanpassen, terwijl het juist belangrijk is
om ‘snel en flexibel te zijn’. Andere ontwikkelingen die voor een
dynamische sector zorgen zijn het aandeel van de online markt en een
toenemende vergrijzing. Het online aandeel van de detailhandel steeg in
2014 met 7,6 procent volgens Thuiswinkel.org, en bij de online
schoenenverkoop was er zelfs een aandeelstijging van 20 procent. Verder
zijn binnensteden erg in trek als winkelgebied, terwijl kerngebieden in
kleinere steden het juist moeilijk hebben. ING denkt dat dat ook te maken
heeft met de toenemende vergrijzing, dat kan leiden tot ander
consumptiegedrag.
ING vindt winkelleegstand niet structureel
Het CBS laat zien dat tussen 2010 en 2015 het aantal vestigingen in de
detailhandel met ongeveer 7 procent daalde, en de kleding- en
schoenenwinkels daalde zelfs met 9 procent. Volgens ING is het moeilijk om
een winkelgebied rendabel te houden, zeker als er steeds minder bezoekers
komen. En ook dat zorgt weer voor een neerwaartse spiraal.
Hoewel Locatus eerder berichtte dat de leegstand licht
opliep, stelt ING Economisch Bureau dat deze verandering niet structureel
is. “De veranderingen in de detailhandel zullen leiden tot een verdere
afname van het aantal (fysieke) vestigingen. Nieuwkomers zullen de
vrijgekomen meters niet volledig invullen. Soms zelfs behoefte hebben aan
andere, nieuwe meters in kansrijke winkelgebieden.” Volgens het Economisch
Bureau laten de faillissementen van V&D en Macintosh zien dat ‘de
detailhandel, ondanks een licht herstel, nog zeer kwetsbaar is’. Ook
benadrukt ING het maatschappelijk belang van winkelgebieden: “Leegstand kan
leiden tot verpaupering en daarmee de leefbaarheid van het gebied zelf
en/of omliggende gebieden bedreigen.”
Hoe kan de toenemende winkelleegstand tot halt worden geroepen?
Investeren en saneren, zegt ING Economisch Bureau, ook in kansarme
gebieden. “Een vorm waarbij de markt in flexibiliteit kan voorzien en toch
investeringen kan triggeren is omzetafhankelijke huur. Daarbij ademt de
huurprijs gedeeltelijk mee met de omzet van de betreffende retailers.” En
dat ligt gevoelig bij retailers, want wie is er bereid om zijn financiële
informatie delen? Daarnaast kan de waarde en financiering van winkels met
omzetafhankelijke huur hordes opwerpen voor vastgoedpartijen, denkt ING.
Een andere oplossing is het simpelweg saneren van winkeloppervlakte. In
2008 was er nog sprake van plannen voor 5 miljoen vierkante meter aan nieuw
winkelvloeroppervlak, maar tegen het eind 2015 was dit al teruggelopen tot
1,9 miljoen vierkante meter. ING Economisch Bureau: “Grote vraag is of de
verschillende partijen gezamenlijk bereid en in staat zijn harde
beslissingen te nemen. In veel gevallen is saneren noodzaak om tot een
compacter, maar wel sterker, winkelgebied te komen.”