Na Abercrombie & Fitch en Victoria’s Secret stopt Amerikaanse modeketen Gap
nu ook met het zogenaamde ‘oproepbeleid’ voor personeel. Om aanklachten van
medewerkers te voorkomen, stopt het bedrijf op eigen initiatief met het
beleid.

Op woensdag kondigde Gap aan het ‘oproepbeleid’ af te willen schaffen. ¨Bij
Gap Inc. erkennen we dat flexibiliteit, inclusief een logische en
betrouwbare planning, heel belangrijk is voor alle medewerkers,¨ zegt het
bedrijf in een statement op zijn blog.

Het oproepbeleid is omstreden, maar heel gebruikelijk bij Amerikaanse
bedrijven. Bij deze werkwijze staan medewerkers iedere ochtend ingepland,
maar moeten zelf bellen of ze moeten komen werken. Ze worden niet betaald
voor hun constante paraatheid, tenzij ze op die dag ook echt moeten werken.
Medewerkers hebben nooit en vast schema en kunnen dus eigenlijk ook niets
plannen. Het kan zelfs voorkomen dat winkels pas een half uur van tevoren
aangeven of je moet komen werken of je kort van tevoren juist afbellen,
waardoor je geld misloopt.

Door mensen alleen te laten werken als het echt nodig is en dus niet te
veel personeel te hebben op rustige momenten, besparen de bedrijven enorm
veel geld. Ze kunnen heel makkelijk op het allerlaatste moment bepalen of
iemand nodig is of niet. Heel efficient, maar niet ideaal voor het
personeel.

Afgelopen juni werd lingeriemerk Victoria’s Secret al aangeklaagd door een
aantal medewerkers. Zij vonden het niet kunnen dat ze zo lang op stand-by
moesten staan en eisten financiële compensatie. Om dit te voorkomen, heeft
Gap zelf besloten te stoppen met het ‘oproepbeleid’. Men hoopt dat meerdere
Amerikaanse ketens het goede voorbeeld gaan volgen.

Het faillissement van Ardenberg was droevig, maar had ook een voordeel
voor Jan Jansen: de schoenenontwerper kon zijn merknaam weer terug kopen.
Best een opluchting zegt hij, want de samenwerking tussen Jansen en
Ardenberg was niet echt een succes. “Ik ben blij dat ik nu weer eigen baas
ben, net als vroeger.”

Sinds 2012 was Ardenberg – ook eigenaar van schoenenformules Van Dalen,
Dr. Adam’s, Bitter en Dicapolavori – eigenaar van het merk Jan Jansen. De
plannen waren groot. Zo stond er een buitenlandse expansie op de planning
voor het schoenenlabel.

Vermoedens dat het niet goed ging met Ardenberg had Jan Jansen wel. Maar
dat het concern in juli failliet ging, had hij niet echt aan zien komen.
“Toen Ardenberg winkels ging sluiten, onder andere onze winkel aan het
Rokin in Amsterdam, en de panden ging verhuren aan ijssalons, ging er wel
een belletje rinkelen,” zegt hij.

Jansen vertelt over zijn ervaringen met Ardenberg: “Het was misschien
niet nodig, het faillissement, als er ander beleid was geweest. Zo was er
het laatste jaar geen promotie meer voor Jan Jansen Schoenen. En drie jaar
geleden maakte ik 45 modellen per collectie. Het tweede seizoen dat we
samenwerkten was dat ook nog zo. Toen zeiden ze dat dertig genoeg was. En
het laatste seizoen bestond mijn collectie uit één mocassin en twee
klompjes. Ik werd op straat aangesproken door mensen, of ik geen nieuwe
schoenen meer maakte.”

Jansen en Pieter Koomen, de man achter Ardenberg, hadden weinig contact.
“De laatste keer was 9 oktober. Samen met de marketingmanager erbij. Hij
zei letterlijk tegen mij: ‘Wat moet ik met jouw kut schoenen?’.” Later zegt
Jansen tegen FashionUnited: “Dat mag je opschrijven hoor, want ik heb een
getuige.”

Jan Jansen is blij weer eigen baas te zijn

Jansen is een grote naam in de schoenenbranche. Op zesjarige leeftijd
keek hij al ontevreden naar de schoenen, met dikke, degelijke zolen uit de
kinderschoenenfabriek van zijn vader. Toen hij achttien was besloot hij
echt voor het schoenenvak te gaan. En succesvol: in november 2005 werd hij
benoemd tot hoogleraar aan de Bunka modeacademie in Tokio. In Milaan
doceert hij aan de Ars Arpel School. Ook ontving hij diverse
onderscheidingen, waaronder de Grand Seigneur en de Karel de Grote
Oeuvreprijs. In 2008 kreeg hij de de Max Heijmans-ring uitgereikt. En in
2009 werd Jansen onderscheiden met de Zilveren Waalbrugspeld: een speld die
wordt uitgereikt als blijk van waardering van de stad voor mensen die zich
op bijzondere wijze hebben ingezet voor de Nijmeegse gemeenschap.

Jansen ontdekte ook al eens een kopie van zijn werk in de collectie van
Giorgio Armani. Prada bracht een paar jaar geleden een variant van zijn
bamboeschoen, die dateert uit 1973, op de markt.

Wat gaat hij de komende tijd doen? “Ik ga gewoon weer fijn collecties
maken, samen met Tonny” zegt hij (Tonny is zijn vrouw red.). Met een nieuwe
investeerder in zee gaan, overwoog hij niet. “Nee. Ik ga gewoon door zoals
vroeger. Ik heb het 45 jaar gedaan en dat ging me goed af. Ik ben er even
uit geweest, maar ik ben het ontwerpen en ondernemen nog niet verleerd
hoor.”

Voorlopig geen eigen winkels voor Jan Jansen

Jeroen en Marion Posthumus vertegenwoordigen het schoenenlabel vanuit
hun showroom in Cast in Nieuwegein. Aan eigen winkel gaat Jansen zelf niet
meer beginnen. Maar als er iemand langs komt met een goed idee, is dat
volgens de ontwerper best bespreekbaar. Momenteel is er één Jan
Jansen-winkel, in Heusden, die al zeventien jaar beheerd wordt door de
zelfstandige ondernemers Ria en Leo de Vos.

FashionUnited.nl heeft Pieter Kooman om een reactie gevraagd. “Met Jan
Jansen hebben we gesprekken gevoerd over de verkoopbaarheid van de schoenen
van Jan Jansen, die laat te wensen over. We hebben veel geïnvesteerd in het
merk en helaas is het niet succesvol gebleken. Dat van die kut schoenen kan
ik me niet herinneren. Ook wil ik graag toevoegen dat we al voor het
faillissement gesprekken hadden met Jansen over dat hij de merknaam wilde
terugkopen. In zijn plan was er geen sprake van winkels, daarom hebben
hebben we die afgestoten.”

Hoeveel winkels er open blijven is nog niet bekend, maar 85 vestigingen
van Miss Etam zijn al zeker van een doorstart. Dat blijkt uit het
faillissementsverslag, dat de curator gepubliceerd heeft.

De nieuwe eigenaar van de Etam Group, Roman & Stern Holding, heeft met
85 filialen al een huurakkoord bereikt, over de andere filialen wordt nog
onderhandeld. “We proberen zoveel mogelijk winkels bij de doorstart te
krijgen,” licht curator Martijn Vermeeren toe aan Nu.nl. “Het definitieve
aantal is nog niet bekend, omdat we ook nog een aantal procedures voeren om
indeplaatsstelling af te dwingen.”

Voor het faillissement bestond de keten uit 140 Miss Etam-winkels en 60
Promiss-winkels. Het is Roman & Stern Holding gelukt om met 68 panden een
nieuwe huurovereenkomst te sluiten, daarnaast is de nieuwe eigenaar nog met
16 verhuurders van panden in gesprek. Er loopt een bodemprocedure tegen de
verhuurder van het pand in Enschede. De curator heeft voor 19 vestigingen
een beroep gedaan op een ‘indeplaatsstelling’ oftewel een overname van het
huurcontract zonder wijzigingen. Inmiddels zijn 9 van de 19 verhuurders
akkoord gegaan met een nieuwe huurovereenkomst.

Curator Miss Etam: het is duidelijk dat er ontslagen zullen vallen

Al eerder werd duidelijk dat zusje Promiss, goed voor 65 vestigingen, geen
doorstart zal maken. De 20 shop-in-shops bij V&D zullen wel blijven
bestaan, maar die zouden wel kunnen transformeren in Miss Etam, zegt de
curator.

De nieuwe eigenaar had al laten weten dat de huurprijzen ter discussie
stonden en dat het lagere huren wilde bedingen voor de panden. Het
zou daarom ook van de onderhandelingen afhangen hoeveel winkels er mee
konden gaan in de doorstart. Met een aantal verhuurders is het inmiddels
gelukt om een lagere huurprijs af te spreken, maar ‘dat hangt ook van de
locatie af’.

Hoewel de onderhandelingen nog niet zijn afgerond, is het volgens de
curator wel duidelijk dat de doorstart niet zonder ontslagen zal gaan. “Er
gaan natuurlijk wel een boel winkels dicht, dus het is duidelijk dat daar
ontslagen zullen vallen.” Van de 2000 medewerkers werken er 1700 mensen in
de winkels van Miss Etam.

Omvang doorstart hangt af van onderhandelingen verhuurders

In mei maakte Roman & Stern Management bekend zich na de doorstart te
gaan focussen op kostenbesparing, service in de winkels en e-commerce. De
nieuwe eigenaar sprak van een ‘kanteling van de organisatie’ met een focus
op ‘service voor de klanten, herijking van de kosten, relevantie van de
winkels en het verder uitbouwen van de succesvolle e-commerce
activiteiten’. Toen al zei de nieuwe eigenaar dat het aantal doorstartende
vestigingen en het aantal personeelsleden dat kon blijven af zou hangen van
de onderhandelingen met verhuurders.

Roman & Stern Management maakte de doorstart
mogelijk in samenwerking met een consortium investeerders via de
verwervende (indirecte) dochtervennootschap FIPH B.V. “De doorstart wordt
gemaakt vanuit de rationale dat de Etam Groep na enkele substantiële
ingrepen over een goed fundament beschikt voor de toekomst; met name
dankzij de opgebouwde band met de enorme klantengroep en het niveau van
omnichannel retail,” stelde Roman & Stern Management.

Waarom Miss Etam failliet is gegaan, is nog niet helemaal bekend, maar
mogelijk zijn de algemene teruggang van de vraag naar dameskleding en de
toegenomen concurrentie de oorzaken, aldus de curator. In april werd de
Etam Group failliet verklaard door de rechtbank van Den Haag.

V&D heeft het personeel geïnformeerd over de geplande personele
reorganisatie: zeker 300 medewerkers zullen hun baan verliezen. Dat is minder
dan gedacht, want oorspronkelijk stonden er 400 banen op de tocht. Overige
medewerkers behouden hun baan en arbeidsvoorwaarden, maar zullen wel
‘nieuwe of herijkte functies met aangepaste rollen en taken’ krijgen, laat
V&D weten.

De reorganisatie is nodig om het warenhuis weer financieel gezond en
concurrerend te maken. “Door het verminderen, vernieuwen en herijken van
winkelfuncties kan V&D naast de noodzakelijke structurele verlaging van de
loonkosten ook beter inspelen op de snel veranderende retailmarkt,” aldus
het persbericht. Er zullen daarom minder mensen in coördinerende functie
nodig zijn, en juist meer in service verlenende functies, zegt het
warenhuis. Hierbij moet gedacht worden aan functies als service assistent,
servicemedewerkers en servicespecialist.

300 medewerkers V&D verliezen hun baan

CEO John van der Ent zegt in een reactie: “Hoewel we deze ontslagen zeer
betreuren, kunnen we door de nieuwe, resultaatgerichte functies en een
aangepaste bezetting per winkel de noodzakelijke kostenbesparing
realiseren, het verlies aan arbeidsplaatsen opvangen en tegelijkertijd het
serviceniveau voor onze klanten verbeteren.”

Voor de medewerkers die hun banen verliezen, is er met de bonden een
Sociaal Plan afgesproken. Wie wel zijn baan behoudt, maar niet in de winkel
waar hij nu werkt, wordt een aanbod gedaan voor een nabijgelegen filiaal
van V&D. Aan verdere details over de reorganisatie wordt momenteel nog
gewerkt.

Vakbonden: ontslagen een ‘hard gelag’

De ontslagronde is het gevolg van het akkoord dat V&D met de vakbonden
sloot begin juli. Het akkoord werd gesloten na maandenlang geruzie tussen
de vakbonden en het warenhuis over het gewraakte loonoffer. Het loonoffer
was nodig om een bezuiniging van 10 miljoen euro te realiseren. Eerder dit
jaar wilde V&D het personeelsloon met 5,8 procent verlagen, maar daar
staken de vakbonden een stokje voor en die stapten naar de rechter,
waardoor het plan van tafel ging. De rechtbank gaf de partijen deze zomer
nogmaals de tijd om er samen uit te komen, wat resulteerde in een nieuw
akkoord en een sociaal plan dat de gevolgen van de reorganisatie moet gaan
opvangen. Tegelijkertijd kwamen de bonden en V&D overeen dat iedere
medewerker één vakantiedag inlevert als bijdrage aan het herstel van het
warenhuis.

Bas de Lege, bestuurder FNV Handel is ‘niet verrast’ maar vindt het wel
‘erg pijnlijk voor het V&D-personeel’. In een reactie laat hij weten: “Het
is een hard gelag. Enerzijds komt er een eind aan een lange periode van
onzekerheid. Maar voor deze 300 mensen is die onzekerheid nu nog groter,
want zij staan op straat. Laten we hopen dat deze pijnlijke reorganisatie
inderdaad ervoor zorgt dat er weer betere tijden voor V&D aanbreken.” Wel
heeft hij nog zijn twijfels over de uitwisselbaarheid van de functies en
selectieprocedure. “Zo zouden de hoofdverkopers volgens ons kunnen
doorstromen naar de functie ‘servicespecialist’.”

Martijn den Heijer, bestuurder van CNV merkt op dat het ontslag van
winkelpersoneel kan leiden tot een lager serviceniveau in het warenhuis.
“Eigenlijk lopen in de winkels al jaren te weinig personeelsleden rond.
Klanten klagen daar nu al over,” zegt Den Heijer tegen RTL Z. Het warenhuis
denkt dat dat wel mee zal vallen. “We hebben veel mensen die coördinerende
taken hebben, die eigenlijk niet nodig zijn. De functie van hoofdverkoper
bijvoorbeeld gaat verdwijnen, legt een woordvoerder in een reactie aan RTL
Z uit. “We gaan juist meer service medewerkers inzetten die meer op de
klant gericht zijn en niet zozeer op de afdeling zelf.” Den Heijer: “Het is
de bedoeling dat de kwaliteit wordt verhoogd, onder meer door nieuwe
functies en aanpassing van de formule. Ik denk dat het niet slechter wordt
dan dat het nu is.”

INTERVIEW Toen Elise de Rijck
en Jens Verdonck in 2010 evenementenbureau Spice Productions oprichtten,
hadden beiden helemaal geen ervaring in het modevak. Nadat Spice
Productions steeds vaker opdrachten voor kledingwinkels kreeg, rolde het
duo geleidelijk aan steeds meer de modewereld in. Vijf jaar en drie
modefestivals later organiseren de twee dit jaar voor de vierde keer op rij
het Antwerp Fashion Festival (AAF). FashionUnited sprak met De Rijck over de
oprichting van het festival, de ontwikkeling die het evenement heeft
doorgemaakt en de hoogtepunten van deze editie.

Samen met Jens Verdonck nam je in 2012 het initiatief voor
Antwerp Fashion Night, inmiddels uitgegroeid tot het Antwerp Fashion
Festival. Wat was destijds de reden dat jullie dit evenement organiseerden?

“Eigenlijk hebben we beiden geen achtergrond in de mode en zijn we er
ingerold. Toen we net begonnen met Spice Productions werkten we af en toe
voor kleine winkels die iemand zochten om hun winkelopening te organiseren
en persberichten te versturen. Op een bepaald moment werkten we steeds
vaker voor kledingwinkels, en toen beseften we dat het gek was dat een
modestad als Antwerpen nog geen avondshopping had. Daarom organiseerden we
vier jaar geleden voor het eerst een late night shopping in Antwerpen, en
inmiddels is dat uitgegroeid tot het Antwerp Fashion Festival.”

Wat is volgens jou de kracht van Antwerp Fashion Festival?

“De kracht van het festival is dat er voor iedereen wel iets te doen is.
Mensen dachten eerst nog dat we ons specifiek richtten op modeliefhebbers,
maar eigenlijk is het festival juist leuk voor een breder publiek. Er kan
gewinkeld worden maar er zijn ook muziekoptredens, en dat heeft weer niet
zoveel met mode te maken. Verder is er bijvoorbeeld een closet sale met
Belgische bloggers, kunnen bezoekers op zaterdag gratis een rondleiding in
het ModeMuseum volgen en kan er ‘s avonds gedanst worden op verschillende
feestjes. Verder is een kracht van het evenement de toegankelijkheid omdat,
met uitzondering van de modeshow, alle activiteiten gratis zijn.”

Inmiddels zijn jullie toe aan de vierde editie van het
festival. Hoeveel bezoekers hebben jullie op eerdere edities mogen
verwelkomen?

“In het allereerste jaar trokken we ongeveer duizend bezoekers. Inmiddels
trekken we in drie dagen tijd rond de 10.000 bezoekers. Een precies
bezoekersaantal is moeilijk vast te stellen, maar we brengen bijvoorbeeld
ook een magazine uit, en vorig jaar hebben we daarvan 8.000 kopieën
uitgedeeld. We werken heel hard, en het festival groeit dan ook
ontzettend.”

Hoe is het festival veranderd de afgelopen jaren?

“Oorspronkelijk duurde het festival maar één avond: een late night shopping
waarbij winkels bezoekers welkom heetten met een hapje en een drankje en
muziek van een dj. We merkten dat er ook veel mensen uit Nederland kwamen
en we dachten dat het leuk is als bezoekers een heel weekend blijven. Het
tweede en derde jaar duurde het festival twee dagen, en bij deze editie
kunnen we daar de koopzondag aan vastplakken die sinds dit jaar elke eerste
zondag van de maand plaatsvindt. Verder is het leuk dat er dit jaar meer
internationale merken meedoen. Denk bijvoorbeeld aan Yvan Andreu uit
Spanje, Peuterey uit Italië en Konplott uit Duitsland. Hieraan merken we
dat het festival ook internationaal steeds meer belangstelling krijgt.
Wanneer designers uit het buitenland ons benaderen hebben ze ons vaak
gevonden via Instagram, wat inmiddels een heel belangrijk medium is.”

Ondanks de internationalisering van het festival, hechten
jullie nog steeds veel waarde aan mode van eigen bodem. Zou je iets kunnen
vertellen over de #ikkoopbelgisch campagne van het Flanders Fashion
Institute (FFI)?

“Het FFI is een organisatie die ernaar streeft Belgische mode meer op de
kaart te zetten. Dit doen ze onder meer door ontwerpers te adviseren over
ondernemen en hen te promoten in het buitenland. Voor de #ikkoopbelgisch
campagne hebben drie ambassadrices – Tiany Kiriloff, Josje Huisman en Joy
Anna Thielemans – een lijst met hun favoriete items van Belgische hand
gemaakt, en tijdens het festival kunnen bezoekers deze items bekijken en
kopen. Voorbeelden van labels die het #ikkoopbelgisch keurmerk hebben zijn
CKS, Komono, Lila Grace en R+Huberty.”

Hoelang duurt de organisatie van het Antwerp Fashion Festival
ongeveer?

“We gaan altijd voor het eerst met de organisatie, sponsors en partners
rond de tafel zitten in januari. Ongeveer twee à drie maanden later
beginnen we actief te zoeken naar designers en winkels die mee zouden
willen doen. Al met al is het veel geregel want, met het winkelpersoneel
meegerekend, zijn er zo’n 700 mensen bij het evenement betrokken. Op dit
moment zijn we bezig met de laatste dingen te regelen, en na het festival
zijn we ook nog een week zoet met de afronding.”

Hoe zit het met de financiering van het evenement?

“De stad Antwerpen steunt ons gelukkig zowel financieel als materieel. We
organiseren veel activiteiten op straat wat natuurlijk niet gratis is, maar
de stad maakt voor ons graag een uitzondering. We trekken uiteraard ook
veel mensen naar de stad, wat weer goed is voor zowel de reputatie van de
stad als voor de lokale economie. Daarnaast hebben we ook sponsors.”

Wat vind jij zelf het allerleukste onderdeel van Antwerp
Fashion Festival?

“Eigenlijk vind ik alles heel erg leuk, maar ik kijk het meest uit naar de
Fashion Village: een grote pop-up store in een oud schoolgebouw. Elke
designer krijgt dan een eigen klaslokaal om zijn of haar collectie aan het
publiek te laten zien. Dit is een hele leuke manier om nieuwe merken te
ontdekken.”

Wat zijn je verwachtingen en dromen voor de toekomst van het
Antwerp Fashion Festival?

“Volgend jaar vindt het Antwerp Fashion Festival alweer voor de vijfde keer
plaats, en dat wordt natuurlijk een speciale editie. Ons doel is om Antwerp
Fashion Festival echt op de kaart te zetten, zodat mensen bij wijze van
spreken hun vakantieplannen gaan afstemmen op een bezoekje aan ons
festival. Uiteindelijk hopen we net zo bekend te worden als de Fashion
Weeks in Londen en Parijs. Een ander idee zou kunnen zijn om in de toekomst
samen te werken met hele grote designers die dan bijvoorbeeld een
meet-and-greet kunnen doen. Maar nu zijn we ook al heel blij dat we elk
jaar verder groeien en dat winkels elk jaar weer mee willen doen.”

Dit jaar zal het Antwerp Fashion Festival plaatsvinden op 4, 5 en 6
september.

In het Friese Gorredijk heeft herenmodezaak De Heeren van Rinsma na twee
jaar voorbereidingstijd haar deuren geopend. Een zaak die jarenlang bekend
stond als damesmodezaak. Met de nieuwe winkel gaat het familiebedrijf nu
terug naar de herenmode.

Wat in 1888 begon als een kleine herenmodezaak, heeft de jaren erna bekend
gestaan als grote damesmodezaak. Door problemen met de opvolging na de
tweede generatie Rinsma, werd door de derde generatie besloten om zich te
gaan richten op vrouwenmode. Hierdoor kreeg Rinsma Fashion niet alleen
regionale bekendheid, maar werd het één van de grootste vrouwenmodewinkels
van Nederland. ‘’De laatste jaren werd ons wel vaak gevraagd waarom we geen
herenmode verkochten. Nou, nu gaan we eindelijk terug naar die traditie,’’
vertelt eigenaar Sake Rinsma.

Terug dus naar de roots. Terug naar de herenmode en het vakmanschap van
vijf generaties geleden. Mannen worden gekleed naar elke gelegenheid. Maar
naast het traditionele staat ook het moderne centraal. ‘’Wij combineren wat
goed en vertrouwd is – de service, de beste aandacht en gastvrijheid – met
nieuwe invloeden van andere branches, webwinkelen en het van winkelen een
uitje maken. Het moderne dus,’’ zegt Rinsma. ‘’Daar zit hem het succes ook
in.’’

Naast de naamsbekendheid als damesmodezaak en de combinatie van
traditioneel en modern, helpt ook de sfeer van de pas geopende
herenmodezaak mee aan het succes. Een open haard, koffiebar, biljart en
gratis wifi; alles wat de moderne man nodig heeft tijdens een dagje
winkelen. De eigenaren van De Heeren van Rinsma hebben al vanaf het begin
een duidelijk doel voor ogen: het kleden van een moderne man tussen 18 en
88 jaar op een aansprekende manier. Het winkelen moet voor mannen gezellig,
leuk en makkelijk zijn. ‘’Wij hopen een plek te hebben gecreërd waar de
modebewuste man weer gewoon even man kan zijn,” vertelt eigenaar Rinsma.

Het Amsterdamse mannenmodemerk Suitsupply test op dit moment nieuwe snufjes
die het online winkelen makkelijker moeten maken. De online verkoop van
Suitsupply is tussen 2014 en 2015 wereldwijd met 33 procent toegenomen.
Reden dus om te kijken naar meer online mogelijkheden voor klanten.

Zo doet het merk een proef waarbij Nederlandse klanten hun bestelling
dezelfde dag nog kunnen ophalen bij een Pick Up store. Bestellingen die
vóór 13:00 uur worden gedaan, kunnen nog dezelfde dag worden opgehaald, zo
laat hoofd van e-commerce Laurens Geleedst weten in vakblad Drapers.
Suitsupply heeft hiervoor vier zogenaamde Pick Up Today-stores
aangewezen. Deze bevinden zich in Amsterdam, Utrecht, Hoofddorp en
Zaltbommel.

Verder wordt er in de Verenigde Staten sinds vorige maand een proef gedaan
met een ‘home try on-dienst’. Omdat het niet makkelijk is om een maatpak te
bestellen zonder te passen, mogen klanten één pak in maximaal drie
verschillende maten laten bezorgen, voor de prijs van één pak. De andere
twee pakken mogen gratis worden teruggestuurd. De dienst zal volgens
Geleedst over een tijdje op alle belangrijke markten beschikbaar zijn, maar
wanneer precies kan hij nu nog niet zeggen.

Het Zweedse kledingmerk Filippa K lanceert een nieuwe stap in een poging om
duurzame consumptie te ondersteunen. Het merk stelt een aantal van de
catwalk looks van de lente- en zomercollectie voor 2016 online beschikbaar
om te huren.

Afgelopen week werd in Stockholm Filippa K’s lente- en zomercollectie voor
2016 getoond. Een aantal looks van deze collectie kwamen de dag erna meteen
te huur beschikbaar op de campagnewebsite van Lease the Look. Unieke
kledingstukken als een plooirok en een leren bikerjack kunnen voor maximaal
vier dagen worden gehuurd. Door de zeldzaamheid van de stukken zijn ze
alleen beschikbaar in maat S voor vrouwen en maar M voor mannen. Ook kunnen
de stukken qua kwaliteit en uiterlijk variëren met de stukken die
uiteindelijk in de winkel komen te hangen.

Filippa K is altijd op zoek naar creatieve manieren om bewust
consumentengedrag te stimuleren. Het Zweedse designermerk wil het
zogenaamde ‘doorgeeffashion’ aanmoedigen onder klanten. Het doel van Lease
the Look is dan ook om duurzame consumptie bij vrouwen te ondersteunen.

De Lease the Look-campagne gaat door tot het einde van september. De looks
zijn online verkrijgbaar in Zweden, Denemarken, Finland, België, Duitsland
en Nederland. Het huren van een kledingstuk kost 400 SEK, 40 euro,
inclusief transport en stomerij.

De omzet van Jimmy Choo is in het eerste half jaar van 2015 met 6,5
procent gestegen. Zonder wisselkoerscorrectie kwam de omzet uit op 5,5
procent. De stijging was te danken aan de resultaten in de detailhandel,
die nu goed zijn voor 62,9 procent van de gehele omzet.

In een reactie liet CEO Pierre Denis weten: “We zijn tevreden met onze
prestaties in het eerste half jaar, gezien de groei van de industrie
aanzienlijk lager was met enkelvoudige cijfers. Jimmy Choo bleef goed
leveren in deze omgeving en boekte een voorsprong op de markt, met een
netto-omzetgroei van 6,5 procent. Ons unieke DNA en onze collecties hebben
hun weerklank onderhouden met onze klanten. “

De retail groeide met 10,3 procent met wisselkoerscorrecties en 9,6
procent zonder wisselkoerscorrecties. De groei was voornamelijk te danken
aan de 3,3 procent groei door like-for-like en nieuwe winkeloppervlakte,
inclusief nieuwe winkels en een verschuiving groothandel naar detailhandel
in winkels in Singapore en Maleisië.

De like-for-like werd beïnvloed door een tijdelijke sluiting van een
aantal winkels wegens renovatie. De gerenoveerde winkels met het nieuwe
winkelconcept presteerden sterk. Daardoor bleef de achterstand door
renovatiewerkzaamheden uit; de nieuwe winkelbeleving in de winkels en de
stijgende groei compenseerden genoeg.

De inkomsten uit de groothandel daalden met 5,1 procent en 3,9 procent
tegen constante wisselkoersen. Dat was voornamelijk te wijten aan de
overdracht van franchise winkels in Singapore en Maleisuë, evenals een
verandering in de supply chain. Zo werd het centrale magazijn naar
Duitsland verhuisd, waardoor de levertijden aangepast werden. Het
koopgedrag van toeristische klanten in combinatie met de economische en
politieke problemen in Griekenland, Oost-Europa en Rusland waren ook van
invloed op de lokale vraag. De effecten werden zowel in retail als in de
groothandel gezien, hoewel de groothandel door de geografische ligging de
grootste impact te verwerken kreeg.

Licensing groeide met respectievelijk 50,5 procent (met
wisselkoerscorrecties) en 45,3 procent. Zowel de segmenten brillen als
parfum bleven sterk groeien. Opvallend was de sterke prestatie van Jimmy
Choo Man, in juni 2014 gelanceerd werd.

Azië (zonder Japan) rapporteerde de grootste regiogroei, met twee
winkelopeningen en drie conversies. Het resulteerde in een groei van maar
liefst 34,5 procent, ondanks de dalende toeristische inkomsten in Hongkong,
die aanzienlijk gedaald waren op jaar basis. Regiomarkt Japan groeide met
20,5 procent, waar sterke prestaties werden gerapporteerd door het Chinese
toeristenverkeer.

De omzet in EMEA werd negatief beïnvloed door de zwakke euro, maar de
prestaties door wisselkoersen bleven stabiel. De daling was echter wel te
wijten aan het afnemende Russische toeristenverkeer en de tijdelijke
sluiting van de vestiging op Sloane Street. EMEA profiteerde voornamelijk
van de groep Chinese toeristen, die nu de grootste toeristische doelgroep
is. In de Verenigde Staten groeide de omzet met 5,1 procent dankzij de
sterke Amerikaanse dollar, hoewel er ook zwakke prestaties waren door het
verminderde toerisme en de toegenomen concurrentie.

De brutomarge verbeterde van 61,4 procent vorig jaar tot 62,7 procent
dit jaar, die vooral profiteerde van de zwakke euro, waarbij het effect
groter was in de groothandel dan in de detailhandel. Het aangepaste EBITDA
steeg met 0,5 procent en het EBIT daalde met 6,3 procent ten opzichte van
vorig jaar.

Jimmy Choo verwacht ondanks de onzekere en uitdagende markten toch
voordelen te halen uit de nieuwe winkelopeningen die in de planning staan
voor het tweede halfjaar. Zo worden er 10 tot 15 winkels gerenoveerd of
verplaatst en 10-15 winkels geopend over het gehele fiscale jaar 2015. De
impact van het toerisme zal ook in de komende zes maanden een rol blijven
spelen.

Met de publicatie van de halfjaarcijfers zijn ook een aantal
managementverschuivingen bekend gemaakt. Meribeth Parker is sinds 1
augustus aangesteld als onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder. Tot eind
juni was zij werkzaam als group publishing director van Hearst
Magazines. Ook gaat Anna-Lena Kamenetzky Bart Becht vervangen als
niet-uitvoerend bestuurder, die vertrekt wegens zijn betrokkenheid als
voorzitter en interim CEO van Coty Inc. Kamenetzky is een partner en
directeur van JAB Holding Company.

Het Canadese Sorel, bekend om zijn winterlaarzen, lanceert vandaag zijn allereerste jassencollectie. De lijn wordt in eerste instantie alleen in de New York flagshipstore verkocht.

Sorel begon ooit met een praktische winterlaars voor mannen maar heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een heus modemerk dat via luxe modesites als Net-a-porter en MyTheresa verkocht wordt. Inmiddels bestaat het klantenbestand van het merk voor 70 procent uit vrouwen. Het bedrijf boekte in de eerste helft van 2015 een omzetstijging van 11 procent naar 17,7 miljoen dollar (15,8 miljoen euro).

De nieuwe jassenlijn bestaat uit parka’s en jasjes voor zowel heren als dames. Het lijkt in veel opzichten op de laarzen van het merk, met zware gespen en stiksels in een zigzagpatroon zoals dat op de zool van de schoenen. Onder de kleuren vindt men bruin, olijfgroen en donkergrijs. Iedere jas is gevuld met ganzendons voor extra warmte, aldus Sorel. Prijzen variëren van 875 tot 925 dollar (780 tot 825 euro).

Het is niet bekend of het merk de jassencollectie ook in andere landen wil lanceren. Vooralsnog is het alleen nog via de New Yorkse winkel en de Amerikaanse en Canadese site verkrijgbaar.