INTERVIEW “Alles
wat hier gebeurt maakt deel uit van de wereld van kleermakers. Dit is
waar mensen komen om hun ware potentieel te ontdekken of de
vaardigheden waarover zij al beschikken te verbeteren,” verklaart
Nannet van der Kleijn, bestuurslid van de Meesteropleiding Coupeur in
Amsterdam. Het is opvallend stil in de uitgestrekte gangen en ateliers
van de enorme school, gehuisvest in Amsterdam West. Maar deze stilte
is gebruikelijke, aldus Van der Kleijn, want de aanwezigen delen allen
een gemeenschappelijke passie: de best mogelijke kleermaker te
worden.

“Een meester kleermaker past de kleding altijd zelf, zodat hij kan
ervaren hoe het kledingstuk eruit ziet en voelt. Hij wil de
constructie ervan begrijpen.” Deze houding ziet men terug in het
concentratieniveau van de eindejaarsstudent die nauwkeurige
aanpassingen maakt aan een avondjurk met korset. De Meesteropleiding
Coupeur is de enige opleiding in de Benelux die certificatie biedt op
alle niveaus. Met zowel fulltime als parttime opleidingen in het
aanbod, streeft het instituut naar de waarborging van
kleermakervaardigheden en tracht het dit geleidelijk tanende ambacht
nieuw leven in te blazen. Daarom heeft het besloten zijn krachten te
bundelen met Alvanon, een mondiaal adviesbureau, om leerlingen, merken
en bedrijven een veilige ruimte te bieden waar zij hun vaardigheden
kunnen aanscherpen en hun ambacht kunnen beoefenen op volledig
gevormde mannequins, namelijk The Fit Studio.

The Fit Studio in het instituut in Amsterdam is de eerste in zijn
soort buiten de kantoren van Alvanon in New York, Londen en Hongkong.
De studio kan, met een complete lijn Alvanon Fit Models voor dames en
heren, verhuurd worden aan merken die de standaard pasvorm van
kledingstukken willen toetsen, of kan worden gebruikt door studenten
die hun vaardigheden willen oefenen op realistische mannequins. “We
zijn de Fit Studio begonnen met als doel de ruimte toegankelijk te
maken voor iedereen,” legt Janice Wang, CEO van Alvanon, uit aan
FashionUnited. “Gezien het aantal merken in Nederland dat dergelijke
hulp goed kan gebruiken, wordt de studio voor diverse doeleinden
uitgeleend.”

De nieuwste Fit Studio gebruikt hetzelfde boekingssysteem als de
studio’s in de mondiale kantoren van Alvanon, waardoor het gemakkelijk
is voor beide partijen om bij te houden aan wie en wanneer de studio
verhuurd wordt. “We proberen er steeds achter te komen hoe we iedere
studio af kunnen stemmen op specifiek behoeften,” aldus Wang. “Iedere
Fit Studio voldoet aan een andere behoefte, afhankelijk van de
locatie.” Daarom vormde het instituut van de Meesteropleiding Coupeur
zo’n aantrekkelijke locatie voor een Fit Studio van Alvanon, want de
locatie trekt niet alleen een reeks bedrijven aan, maar ook
leerlingen. “Het trekt een bepaald soort leerling aan. Leerlingen die
zeer geïnteresseerd zijn in het technische aspect en de manier van
maken.” Terwijl het instituut zich concentreert op kleermakerij in
zijn puurste vorm, garandeert de school dat haar kwalificaties voldoen
aan de hoogste eisen en biedt het geen andere modeopleidingen.
“Leerlingen die onze opleidingen volgen zijn ervan verzekerd dat zij
meester kleermaker kunnen worden,” zegt Van der Kleijn.

Deze aandacht voor de toekomstige kleermakers is waarom de Fit
Studio in het instituut, naast het jaarlijkse mentorprogramma, deel
uitmaakt van de onderwijsinitiatieven van Alvanon, waarmee het bedrijf
teruggeeft aan de branche. “Om meer mensen te kunnen helpen, besloten
we dat we de Fit Studio’s toegankelijk moesten maken voor alle
ontwerpers. We vroegen ons af wat wij konden doen om diegenen te
helpen die al werkten aan de verbetering van de branche,” aldus Wang.
“We realiseerden ons vervolgens dat wanneer we onze Fit Studio in een
onderwijsinstelling zouden huisvesten, dat we de opbrengst uit de
verhuur van de studio terug zouden kunnen geven in de vorm van een
beurs… De gedachte die eraan ten grondslag ligt is om terug te kunnen
geven aan de branche zelf – op iedere mogelijke manier.” Dat roept de
vraag op waarom een bedrijf als Alvanon, dat vooral bekend staat om
zijn data- en adviesdiensten, zich zo sterk richt op de verbetering
van de pasvorm, terwijl het teruggeeft aan de branche. Dat heeft te
maken met de roots van het bedrijf.

“Mijn vader had een visie, hij was zowel arts als
kledingfabrikant.” Alvanon was oorspronkelijk een spin-off gelanceerd
door Dr. Kenneth Wang in 2001. Toen de online verkoop van kleding
mislukte, ging hij op zoek naar nieuwe manieren om de verkoop van
kleding online te standaardiseren. “Hij zei, ‘laten we naar het
lichaam kijken’ waar we de kleding tenslotte voor maken. Dus
bestudeerden we de mannequins en ontdekten we dat deze absoluut niet
standaard waren. Vervolgens vroegen we ons af hoe we een betere
mannequin konden maken.” Het resultaat was Alvaforms, mannequins
gebaseerd op de menselijke anatomie, gemaakt met verstand van patroon
vervaardiging en met kledingproductie in het achterhoofd, om merken,
ontwerpers en bedrijven te helpen de best mogelijke pasvorm voor hun
producten te realiseren. “Zo is Alvanon begonnen.”

“Vroeger kon je een winkel inlopen en de kleermakers bezig zien
in het atelier waar de kleding daadwerkelijk werd gemaakt. De
kleermaker had een gezicht. Maar tegenwoordig hebben de werknemers van
meeste modemerken niet eens meer direct contact met ‘de mensen in het
atelier’.”

Nannet van der Kleijn, Meesteropleidng Coupeur

Pasvorm blijft een centraal aandachtspunt voor zowel Alvanon als
het instituut. “Het Fit Movement verhaal van Alvanon past precies in
ons meester kleermaker verhaal en in de huidige banenmarkt,” zegt Van
der Kleijn, die graag met Alvanon samenwerkt om de toekomst van
professionele modevaardigheden te waarborgen. “Wij zijn partners in
ambacht en pasvorm. We geloven dat Alvanon de ware DNA van een
kleermaker en diens belangrijke rol binnen de branche echt begrijpt.”
Zowel Wang als Van der Kleijn spreekt van het verlies professionele
vaardigheden binnen de branche in de jaren sinds modemerken voor het
eerst de ateliers uit hun bedrijven verwijderden en naar fabrieken in
het buitenland verplaatsen voor massaproductie. “Vroeger kon je een
winkel inlopen en de kleermakers bezig zien in het atelier waar de
kleding daadwerkelijk werd gemaakt. De kleermaker had een gezicht.
Maar tegenwoordig hebben de werknemers van meeste modemerken niet eens
meer direct contact met ‘de mensen in het atelier’.”

Naarmate de zichtbaarheid van deze professionele modevaardigheden,
zoals patronen maken en technisch ontwerp – die misschien niet zo
spannend klinken maar cruciaal zijn voor de toekomst van de
modebranche – langzamerhand uit het oog verdwenen, ontstond er een gat
in de branche. De opkomst van fast-fashion en de democratisering van
mode hebben ook de aandacht onttrokken aan de traditionele
vaardigheden, terwijl tegelijkertijd het belang van modeontwerp werd
gepromoot. Het is niet verwonderlijk dat scholen wereldwijd deze
toegenomen belangstelling voor mode opmerkten, en een graantje wilden
meepikken door steeds meer opleidingen aan te bieden. Dit heeft op
zijn beurt geleid tot verwatering van de echte vaardigheden die nodig
zijn om een ware meester van het ambacht te worden alsmede de
afzwakking van modeonderwijs, vindt Van der Kleijn.

“Dit is absoluut niet als kritiek op de scholen bedoeld – hun
middelen zijn beperkt, en tenslotte zijn het ook zakelijke
ondernemingen,” merkt Wang op. “En de zaken die zij leren vormen de
basis voor leerlingen. Maar wat ze hen niet kunnen meegeven is
ervaring en technische expertise. We vinden over het algemeen dat de
kledingindustrie niet genoeg mensen volledig heeft getraind – met name
nieuwe mensen. Daarom gebeuren er ook vreselijke rampen in het
buitenland (red. zoals Rana Plaza),” voegt ze toe. “Tenzij je de
producten zelf maakt, kun je moeilijk weten welke aspecten de
vervaardiging ervan vergt. Als je geen toegang tot massaproductie
hebt, kun je niet bevatten hoe je beslissingen impact zullen hebben op
het personeel in de fabrieken en kun je geen empathie voelen voor de
arbeiders.”

Gelukkig voor het instituut en Alvanon herkent een toenemend aantal
bedrijven het gebrek aan professionele vaardigheden en het groeiende
gat in de markt en is bereid om samen te werken om verandering te
bewerkstelligen. Maar voorlopig zijn beide partijen tevreden met de
resultaten van hun samenwerking. “We spreken allemaal dezelfde taal en
we willen allemaal iets behouden en we vinden het allemaal belangrijk.
We hebben er lange tijd niet goed in lesgegeven,” concludeert Wang.
“Het is een heerlijk gevoel als je bedenkt hoe de modebranche bekend
staat als een moordende branche. Als branche hebben we te kampen met
een probleem. Dus is het een kwestie van gelijkgestemde mensen bij
elkaar te brengen en dingen samen te doen. Iedere partij heeft
wellicht andere behoeften of manieren van aanpak, maar uiteindelijk
gaat het om hetzelfde doel.”

Fotos: Willem de Kam, met dank aan Alvanon en Meesteropleiding Coupeur
Homepage foto van links naar rechts: Nannet van der Kleijn; Janice
Wang, CEO of Alvanon; en Han Bekke, President International Apparel
Federation en bestuursvoorzitter Meesteropleiding Coupeur

Dit artikel is vertaald uit het Engels en eerder gepubliceerd
op FashionUnited Education

BUSINESS INTELLIGENCE
De mode industrie is wellicht een van de snelst veranderende industrieën
ter wereld, maar een aspect is altijd hetzelfde gebleven het afgelopen
decennium – de invloed van fast fashion retailer Zara. De man achter ‘s
werelds grootste modebedrijf Inditex, Amancio Ortega, heeft het model dat
de industrie had voor de massamarkt op zijn kop gegooid door de lancering
van zijn modeketen en verzekerde daarmee zijn plek als rijkste man in de
mode industrie. Op dit moment staat Ortega op de vierde plaats van rijkste
personen ter wereld met een nettowaarde van 71,3 miljard dollar (60,2
miljard euro) – wat bijna 30 miljard dollar meer is als de op een na
rijkste man in de modewereld, Bernard Arnault.

FashionUnited’s Top 10 Rijkste mensen uit de modewereld 2017

Naast de man achter luxe groep LVMH, is Arnault ook kunstverzamelaar,
CEO van LVMH en de rijkste man in Frankrijk dankzij een nettowaarde van
41,5 miljard dollar (35 miljard euro). Het succes van beide mannen laat
maar weer eens zien wat voor succes behaald kan worden in het laag en hoog
segment van de mode industrie. Maar welke andere mannen en vrouwen hebben
hun fortuin verdiend in de mode? Wie zag zijn nettowaarde stijgen en wie
zag deze dalen in 2017? FashionUnited legt de top tien rijkste mensen in de
mode en hun netto waarde door de jaren heen onder de loep in de
verschillende grafieken hieronder. De grafieken zijn gebaseerd op de
FashionUnited’s Top 100 Index.

De Top 10 rijkste mensen uit de modewereld 2017

De nettowaarde per jaar van de top 10 rijkste mensen uit de modewereld
2017

Beeld links naar rechts: Amancio Ortega, door http://www.signalng.com/ [CC
BY-SA 4.0 (
http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0)], via Wikimedia Commons

Bernard Arnault, door Jérémy Barande / Ecole polytechnique Université
Paris-Saclay, via Wikimedia Commons

BUSINESS INTELLIGENCEHet is
geen verrassing dat Amancio Ortega, de man achter modegigant Inditex, de
rijkste man in de mode industrie is. De Spanjaard, die op dit moment op de
vierde plek staat van rijkste mensen ter wereld, heeft een waarde van 71,3
miljard dollar (60 miljard euro) – 15,3 miljard dollar meer dan Mark
Zuckerberg, de oprichter van Facebook, volgens de Forbes’ Miljardairs
lijst. Ortega heeft zijn plek als rijkste man in de mode industrie de
afgelopen jaren weten te behouden dankzij het succes van fast fashion model
van modemerk Zara.

Maar Ortega is zeker niet de enige die zijn fortuin te danken heeft aan
de mode industrie. Neem bijvoorbeeld Bernard Arnault, de man achter luxe
groep LVMH. Arnault zag zijn nettowaarde stijgen van 33,9 miljard dollar
(28,5 miljard euro) in 2016 naar 41,5 miljard dollar (34,9 miljard euro) in
2017, dankzij de aankoop van modehuis Christian Dior Couture door LVMH. Er
is zelfs een steeds groter wordende groep die snel geld verdient in de mode
industrie – we hebben het hier zelfs om miljarden. Maar welke mode
ondernemers hebben een sterke stijging in hun mode imperium en netto waarde
gezien afgelopen jaar? We kijken eens naar drie belangrijke figuren in de
mode industrie die een significante groei in hun nettowaarde hebben
waargenomen in 2017, volgens FashionUnited’s Top 100 BI lijst.

Anders Holch Povlsen – Bestseller

Land: Denemarken

Groei ten opzichte van vorig jaar: 57.50%

Nummer op de lijst: 18

Als eerste hebben we Anders Holch Povlsen die eigenaar en CEO is van mode
en retailgroep Bestseller. De internationale groep, bekend voor zijn brede
aanbod van modeketens zoals Jack & Jones, Vila en Vero Moda, heeft
inmiddels 20 onafhankelijke modemerken in het portfolio. Bestseller is
aanwezig in 70 markten verspreid over Europa, het Midden-Oosten,
Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Australië en India. Op dit moment heeft de
groep 2700 eigen winkels in 38 verschillende markten naast 15000
shop-in-shops. Bestseller groeide exponentieel als bedrijf sinds de ouders
van Povlsen een winkel openden in Ringkobing, Denemarken in 1975.

“>

Het toenemen van Povlsen’s nettowaarde is gelinkt aan de groeiende
omzet van Bestseller die in het boekjaar 2016/17 neer kwam op 2,9 miljard
euro. Daarnaast heeft Povlsen ook aandelen in e-tailers Zalando en Asos die
goede resultaten blijven leveren. Bestseller is de grootste aandeelhouder
van Brits e-commerce platform Asos, het bedrijf heeft 29.16 procent van de
aandelen in handen. Bestseller heeft ook nog 10 procent van de aandelen van
het Duitse Zalando. Daarbij heeft Povlsen 1 procent van al het land in
Schotland in zijn bezit door middel van Wildland, een non-profit
organisatie die de ondernemer op heeft gezet om zo land op te kopen en dit
te beschermen.

Michel Leclercq – Decathlon

Land: Frankrijk

Groei ten opzichte van vorig jaar: 16.67%

Nummer op de lijst: 26

Michel Leclercq, oprichter van Decathlon, is nog een opvallende stijger
in de lijst. Leclerq opende in 1976 voor het eerst een kleine sportwinkel
met de naam Decathlon. Sinds die dag is de sportketen uitgegroeid tot een
van ‘s werelds grootste sportretailers. Met meer dan 900 winkels wereldwijd
heeft Decathlon 60.000 werknemers verspreid over 27 landen. De retailer,
die een groot aanbod aan atletische kleding, sportbenodigdheden en outdoor
benodigdheden verkoopt, opende de eerste winkel op een parkeerplaats van
Auchan winkelcentrum in Englos toen sportclubs steeds populairder aan het
worden waren.

“>

Decathlon zag een continue omzetgroei sinds 2009 toen consumenten
steeds meer gingen investeren in fitness, health en hun algemene
welzijn. Daarom is het ook niet verrassend dat Decathlon in het afgelopen
boekjaar een omzet van 11,5 miljard dollar (9,7 miljard euro) rapporteerde.
Daarnaast is Leclercq, die 40 procent van de aandelen van Decathlon bezit,
de neef van Gerard Mulliez – het hoofd van de bekende Franse retail
dynastie, dus zijn succes is geen verrassing. Leclercq en zijn familie
hebben 40 procent van de aandelen van Decathlon in handen terwijl de
familie Mulliez nogmaals 40 procent in bezit heeft.

Bernard Lewis – River Island

Land: Groot-Brittannië

Groei ten opzichte van vorig jaar 27.78%

Nummer op de lijst: 57

Bernard Lewis, de man achter Chelsea Girl, tegenwoordig bekend als River
Island, zag zijn nettowaarde met 27,7 procent stijgen het afgelopen jaar.
Lewis begon ooit in de mode industrie als verkoper van breiwol van The Wool
Shop. Hij opende uiteindelijk zijn eigen winkel onder de naam van Lewis
Separates, wat later werd omgezet naar Chelsea Girl in 1965 en in 1988
River Island werd gedoopt.

Met meer dan 350 winkels wereldwijd en franchises in Europa, Azië en
het Midden Oosten weet de modeketen met succes millennials te voorzien in
hun steeds veranderende vraag en speelt het bedrijf in op de laatste
trends. River Island behaalt jaarlijks meer dan 1 miljard dollar omzet en
wordt aangestuurd door Ben Lewis, Bernard Lewis’ neef die ooit bij het
bedrijf begon als winkelmanager in 1990. Ben Lewis is sinds 2010 CEO bij
het merk.

Eervolle vermelding: Sefik Yilmaz Dizdar

Land: Turkije

Groei ten opzichte van vorig jaar: 98

Binnenkomer in de lijst van 2016

Sefik Yilmaz Dizdar, de man achter het Turkse LC Waikiki verdient een
eervolle vermelding omdat hij voor het eerst in de FashionUnited Top 100
lijst verschijnt in 2017. Als producent en retailer van ready-to-wear mode
en interieur items, heeft LC Waikiki zich een ambitieus doel gesteld – om
een van de drie meest succesvolle merken in Europa te zijn in 2023.

“>

LC Waikiki werd in 1988 opgericht door Franse mode ontwerper Georges
Amouyal, maar Yilmaz Dizdar en zijn partners, waaronder miljardair Mustafa
Kucuk, kochten het bedrijf in 1997. Na de overname besloten Yilmaz Dizdar
en zijn partners om hun eigen keten te beginnen om op deze manier de
producten te verkopen. Sindsdien heeft LC Waikiki 750 winkels geopend in 36
landen waaronder in het Midden Oosten en Zuid-Oost Azië waardoor het
bedrijf een omzet draaide van 2 miljard dollar (1,7 miljard euro) afgelopen
jaar. De broer van Mustafa Kucuk, Vahap Kucuk, is de CEO en woordvoerder
van LC Waikiki.

Beeld: via Pexels

INTERVIEW

Het bedenken van een nieuw winkelconcept is nooit een gemakkelijke taak,
zelfs voor een

succesvol internationaal modemerk zoals Pepe Jeans niet. Het merk is van
plan zijn wereldwijde bereik te vergroten door een reeks winkels te openen
in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika, Europa, Zuidoost-Azië en Japan. Het
Britse merk voelde dat het tijd was om het huidige winkelbeeld te
herstellen en na te denken over een sterk merkidentiteit en aanbod.

Om een nieuw winkelconcept te creëren waar de Pepe Jeans waarden en DNA
naar voren komen, besloot het merk samen te werken met de gerenommeerde
designstudio Martin Brudnizki uit Londen. Samen ontwikkelden ze een nieuw,
kleurrijk interieur dat het Pepe Jeans-merk weerspiegelt, en waarbij de
consument een unieke retail ervaring beleeft.

Dit jaar opende het merk zijn eerste winkel met het nieuwe concept aan
Regent Street in Londen. Om meer te weten te komen over het nieuwe
winkelconcept van Pepe Jeans, sprak FashionUnited met Mark Blenkinsop,
Chief Marketing Officer van Pepe Jeans Group, en ontwerper Martin
Brudnizki.

Welke materialen en stoffen heeft Pepe Jeans gebruikt voor het nieuwe
winkelconcept?

Martin Brudnizki: “We hebben gebruik gemaakt van een
combinatie van hoge en lage materialen, zoals messing en kurk zodat deze
winkel benaderbaar voelt voor iedereen. De toevoeging van verschillende
kleuren geeft een speels effect aan de winkel en versterkt het jeugdige
karakter van het merk.”

Op wat voor manier biedt het nieuwe winkelconcept consumenten een
innovatieve retail ervaring?

Mark Blenkinsop: “Vanuit het perspectief van het merk
gezien was ons doel om niet alleen een winkel te openen aan Regent Street,
maar ook de consumenten een innovatieve retail ervaring te bieden. Daarom
hebben we samengewerkt met Martin Brudnizki Studio om een wereldwijd
concept voor Pepe Jeans te ontwikkelen. De winkel aan Regent Street is een
pilot store om dit nieuwe concept te testen.”

”Het concept zelf is helemaal nieuw voor ons. Van op maat gemaakte
kledingstukken door middel van laser tattoo technologie, tot de
mogelijkheid van interactie in de kleedkamers via een RFID tool. We willen
dit concept verder ontwikkelen en laten groeien, waardoor we nog meer
technische eigenschappen kunnen toevoegen om de consument de ultieme
winkelervaring aan te kunnen bieden in onze winkels.”

Zijn de belangrijkste aspecten van het oude winkelconcept van Pepe
Jeans ook meegenomen in het nieuwe winkelontwerp?

Martin Brudnizki: ”Ja, het kunstwerk van Ian Berry. In
alle winkels hebben we kunst van Ian Berry, voor ons was het belangrijk dit
ook weer mee te nemen in het nieuwe winkelconcept.”

Zijn er nieuwe technologieën gebruikt in het nieuwe winkelconcept?

Martin Brudnizki: “Er zijn nieuwe technologieën
gebruikt in de kleedkamers. Hier wordt gebruik gemaakt van RFID-technologie
waarbij consumenten gebruik kunnen maken van een interactief Twitter
scherm, terwijl de unieke LED-kunstinstallatie campagnes van het merk
afspeelt echt een indruk maakt op klanten wanneer ze de ruimte binnengaan.
Deze technologie is uniek en zal zeker een nieuwe manier van winkelen
zijn.”

Welke uitdagingen kwam je tegen tijdens het ontwerpen van het nieuwe
concept?

Martin Brudnizki: “De Twittermuur was een gloednieuw
idee waar we nog nooit eerder mee hadden gewerkt. Hiervoor moesten we een
manier vinden om de technologie op de juiste manier te implementeren, ook
al was de rest van de winkel hier nog niet voor ontwikkeld.”

Wat waren de eerste reacties op het nieuwe winkelconcept?

Mark Blenkinsop: “De reacties die we van onze klanten
hebben ontvangen waren erg positief. Het nieuwe concept trekt een breder
publiek aan en biedt een unieke interactieve winkelervaring. Pepe Jeans’
overtuiging is een merk te creëren dat toegankelijk is voor alle leeftijden
die ook het concept een stapje vooruit kunnen helpen.”

Is Pepe Jeans van plan dit concept ook uit te rollen in andere
landen?

Mark Blenkinsop: “Zeker weten! Voor ons is deze
flagshipstore de eerste stap. Ons plan is om dit concept uit te rollen in
alle nieuwe winkels die op de planning staan. Geleidelijk zullen dan ook de
bestaande winkels veranderen.”

Geschreven door Vivian Hendriksz voor FashionUnited UK. Vertaling
en bewerking: Esther Hut

Beelden: Pepe Jeans

ACHTERGROND

“We wilden de focus leggen op het concept van een circulaire economie
tijdens deze editie van Amsterdam Fashion Week,” vertelt Iris Ruisch,
creatief directeur van Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam. “Ik kan met
trots zeggen dat minstens 80 procent van alle ontwerpen die getoond worden,
duurzaam zijn.” Alhoewel de interpretatie van duurzaam verschilt per
ontwerper, verkent de 27e editie van de Mercedes Benz Fashion Week
Amsterdam wat het betekent om duurzaam te zijn in een van de meest
vervuilende industrieën ter wereld.

“De ontwerpers [op Amsterdam Fashion Week] wilden een statement maken,” zegt
Hans Ubbink, Nederlands ontwerper en consultant. “We zagen HackedBy Van Slobbe en Van Benthum die het publiek laat zien wat je kunt
doen met oude kleding en dat het nog steeds draagbaar is. Maak het korter,
maak het langer, voeg applicaties toe, verander de mouwen en ga zo maar
door.” Andere ontwerpers zoals Bas Kosters en Ajbilou | Rosdorff verwerkten
verschillende duurzame ontwerptechnieken in hun collectie zoals zero-waste
en upcycling, terwijl een nieuw initiatief van de stad Amsterdam,
‘Amsterdam maakt er wat van’, samen met zes pas afgestudeerde
modeontwerpers bewustzijn creëert door middel van recyclen van items tot
nieuwe ontwerpen.

“Hergebruiken is het beste dat je kunt doen. Koop goede, duurzame
kleding en hergebruik en recycle deze.”

Hans Ubbink,
modeontwerper

“Ik ben trots dat veel van onze ontwerpers [die tonen op Amsterdam Fashion
Week] de regels van het modesysteem van binnenuit willen breken,” voegt
Ruisch toe. “Ik denk dat dit al enkele jaren aan de gang is in de wereld en
binnen ons programma kun je zien dat we ons zegje doen over de duurzame
beweging door middel van de groep Nederlandse ontwerpers die we hebben
gekozen.” Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam startte op donderdag met een
show van Hacked By Van Slobbe en Van Benthum, het nieuwe merk van Nederlandse
ontwerpers Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum. Het duo heeft
samen een nieuw concept bedacht waarin nieuwe kledingstukken worden gemaakt
van overschotten van fast fashion retailers. Door deze overschotten van
andere merken te ‘hacken’ en ze te gebruiken om nieuwe collecties te maken,
wil het duo de problemen van het huidige modesysteem laten zien en
ontwerpers aanmoedigen om anders te gaan denken over de manier waarop
producten worden gemaakt.

Amsterdam Fashion Week zet duurzame mode in de spotlight

“We breken het systeem op een hele cynische, maar satirische en
komische manier”, vertelt Ruisch. “We willen mensen aanmoedigen om de
manier waarop ze denken over mode, de manier waarop ze zich kleden, hoe ze
kleding gebruiken en hoe ze het zouden moeten gebruiken, te herzien.”
Nederlands ontwerper Bas Kosters ging nog een stap verder voor zijn
collectie ‘My Paper Crown’, door mensen aan te moedigen om niet alleen
anders te denken over mode, maar ook hoe zij anderen zien. Kosters zette
het belang van inclusiviteit in het dagelijks leven in de spotlight omdat
hij gelooft dat iedereen ‘een eerlijke kans in het leven verdient’. Dit was
een van de redenen waarom hij honderden oude katoenen vlaggen vanuit de
hele wereld gebruikte voor zijn nieuwe collectie, “want dit idee is niet
alleen geboren uit de wil om iets goeds te doen, maar ook uit de liefde
voor materiaal”, zei Kosters tegen krant Trouw. “Duurzaamheid betekent voor
mij aan andere mensen laten zien hoe ze het anders kunnen doen,” voegt de
excentrieke ontwerper toe. “Ik denk dat het belangrijk is dat mensen
realiseren wat de gevolgen zijn van hun keuzes. Goedkope kleding komt ook
met een prijskaartje.”

“We moedigen mensen aan om hun definitie van mode te herzien”

Iris Ruisch, creatief directeur, Mercedes-Benz Fashion

Week Amsterdam

Kosters is niet alleen als het gaat om bewustzijn creëren bij het grote
publiek. Het vergroten van het bewustzijn bij consumenten over wat ze
kunnen doen met hun ongewilde kleding is de grootste drijfveer van het
nieuwe initiatief van de stad Amsterdam. De gemeenteraad ging een
samenwerking aan met Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam, Amsterdam
Fashion Institute (AMFI) en de Gerrit Rietveld Academie en daagde zes pas
afgestudeerde ontwerpers uit om 3 outfits te creëren door middel van het
upcyclen van kleding en textiel die verzameld werden na afloop van
vrijmarkten op Koningsdag. De studenten, die werden gecoacht door
Nederlands ontwerper Hans Ubbink, Niels Klaver (Rietveld) en Peter Leferink
(AMFI) kregen drie maanden de tijd om hun collectie te ontwerpen en te
produceren. “We dachten dat het leuk zou zijn om nieuwe collecties te maken van
afval en ongewilde kleding en dit te delen met het publiek,” zegt Ruisch.

Ubbink, een veteraan in de mode industrie en voorstander van
duurzaamheid was “aangenaam verrast” toen hij werd gevraagd om onderdeel te
zijn van het initiatief, omdat hij sterk gelooft dat mensen beter moeten
zorgen voor wat ze kopen, hoe ze het dragen en wat ze naderhand met deze
kleding doen. “Toen ze mij benaderden voor dit project dacht ik dat het goed
zou zijn om te laten zien wat je met kleding kunt doen nadat je ze zat bent
en om op die manier bewustzijn te creëren,” vertelt hij. “Kleding die
weggegooid wordt is bijna nooit helemaal op, de gebruiker vindt deze
stukken alleen niet leuk meer.”

Een andere manier waarop de mode industrie zou kunnen vechten tegen het
gebruik om kleding weg te gooien, is de opkomst van de deeleconomie, meent
Ubbink. Daarnaast kan het delen van een kledingkast dragers ook de kans
geven om hun stijl eigen te maken en stijlinspiratie te vinden bij
vrienden. “Het hergebruiken van kleding is zoveel beter voor het milieu
maar ook voor het karakter van de kleding.” Yasmina Ajbilou en Lynn Kate
Rosdorff, het duo achter het merk Ajbilou | Rosdorff geloven ook in het
hergebruik van oude kledingstukken en ongewild textiel en richten zich
daarom met hun merk op unieke kledingstukken gemaakt met een zero-waste
aanpak.

“De industrie moet stoppen met meer produceren dan nodig is, mensen
moeten stoppen met meer kopen dan ze nodig hebben”

Hans Ubbink, modeontwerper

“We laten de industrie en het publiek zien dat mode ook anders kan zijn”
zegt Ajbilou na de show op zondag. De jonge ontwerpers halen plezier uit
het ‘jagen’ naar materialen om hun collectie te maken en vinden dit
materiaal bij onder andere textielfabrikanten, afvaldepots en designer
modehuizen. Om zeker te weten dat hun collectie helemaal zero-waste is,
werkt het duo nu met een textielfabrikant die een nieuwe stof maakt van
kleine restanten die ze hebben verzameld van hun vorige collectie zodat ze
deze weer kunnen gebruiken in de volgende collectie.

Alhoewel de duurzame ontwerpen het hart zijn van het merk, staan beide
ontwerpers erop dat Ajbilou | Rosdorff niet bestempeld wordt met het label
‘duurzaam mode merk’. “We willen gezien worden als een normaal merk en
toegankelijk zijn voor het publiek, in plaats van een niche merk,” zegt
Rosdorff. “Tegelijkertijd denken we dat duurzame mode de norm moet zijn en
niet als iets speciaals gezien moet worden.” Rosdorff en Ajbilou geloven
dat echte verandering in de mode industrie kan beginnen met wat wordt
getoond op de catwalk en steunen de focus op duurzaamheid van Amsterdam
Fashion Week.

“Duurzaam [ontwerp] vanaf het begin zal de industrie gaan
veranderen”

Hans Ubbink, mode ontwerper

Ubbink hoopt ook dat het initiatief inwoners van Amsterdam, maar ook de
mode industrie bewuster maakt van de oplossingen die mogelijk zijn voor de
problemen die de mode industrie nu tegenkomt. “Als een fashion week, of een
bedrijf, ons en het publiek kan helpen om bewuster te zijn, want
uiteindelijk heeft het publiek de macht in de markt door iets wel of niet
te kopen, dan is dat fantastisch,” vervolgt hij. “Maar het is moeilijk. Zal
dit initiatief wereldwijd het bewustzijn veranderen? Nee. Zal het de weg
vrijmaken voor de voorlopers? Ja, dat denk ik en hoop ik. We kunnen het
verleden niet veranderen, maar we kunnen wel de toekomst veranderen en dat
kunnen we alleen stap voor stap.”

Ruisch is zich bewust van het feit dat verandering in de industrie niet
opeens zal gebeuren, maar ze is optimistisch over de toekomst en verwacht
dat duurzaamheid zal blijven groeien binnen Amsterdam Fashion Week. “Het is
niet alleen een trend, dit is een behoefte om dingen anders te doen om zo
een verschil te maken,” benadrukt ze. “Ik denk dat alle inkopers binnen de
industrie steeds meer zullen focussen op dit aspect en steeds minder
geïnteresseerd zijn in andere [niet duurzame] ideeën.”

Lees meer: In Beeld: Focus op duurzame mode tijdens Amsterdam
Fashion Week

Vertaling en bewerking: Caitlyn Terra

Beeld: Team Peter Stigter

ACHTERGROND

“We wilden de focus leggen op het concept van een circulaire economie
tijdens deze editie van Amsterdam Fashion Week,” vertelt Iris Ruisch,
creatief directeur van Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam. “Ik kan met
trots zeggen dat minstens 80 procent van alle ontwerpen die getoond worden,
duurzaam zijn.” Alhoewel de interpretatie van duurzaam verschilt per
ontwerper, verkent de 27e editie van de Mercedes Benz Fashion Week
Amsterdam wat het betekent om duurzaam te zijn in een van de meest
vervuilende industrieën ter wereld.

“De ontwerpers [op Amsterdam Fashion Week] wilden een statement maken,” zegt
Hans Ubbink, Nederlands ontwerper en consultant. “We zagen HackedBy Van Slobbe en Van Benthum die het publiek laat zien wat je kunt
doen met oude kleding en dat het nog steeds draagbaar is. Maak het korter,
maak het langer, voeg applicaties toe, verander de mouwen en ga zo maar
door.” Andere ontwerpers zoals Bas Kosters en Ajbilou | Rosdorff verwerkten
verschillende duurzame ontwerptechnieken in hun collectie zoals zero-waste
en upcycling, terwijl een nieuw initiatief van de stad Amsterdam,
‘Amsterdam maakt er wat van’, samen met zes pas afgestudeerde
modeontwerpers bewustzijn creëert door middel van recyclen van items tot
nieuwe ontwerpen.

“Hergebruiken is het beste dat je kunt doen. Koop goede, duurzame
kleding en hergebruik en recycle deze.”

Hans Ubbink,
modeontwerper

“Ik ben trots dat veel van onze ontwerpers [die tonen op Amsterdam Fashion
Week] de regels van het modesysteem van binnenuit willen breken,” voegt
Ruisch toe. “Ik denk dat dit al enkele jaren aan de gang is in de wereld en
binnen ons programma kun je zien dat we ons zegje doen over de duurzame
beweging door middel van de groep Nederlandse ontwerpers die we hebben
gekozen.” Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam startte op donderdag met een
show van Hacked By Van Slobbe en Van Benthum, het nieuwe merk van Nederlandse
ontwerpers Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum. Het duo heeft
samen een nieuw concept bedacht waarin nieuwe kledingstukken worden gemaakt
van overschotten van fast fashion retailers. Door deze overschotten van
andere merken te ‘hacken’ en ze te gebruiken om nieuwe collecties te maken,
wil het duo de problemen van het huidige modesysteem laten zien en
ontwerpers aanmoedigen om anders te gaan denken over de manier waarop
producten worden gemaakt.

Amsterdam Fashion Week zet duurzame mode in de spotlight

“We breken het systeem op een hele cynische, maar satirische en
komische manier”, vertelt Ruisch. “We willen mensen aanmoedigen om de
manier waarop ze denken over mode, de manier waarop ze zich kleden, hoe ze
kleding gebruiken en hoe ze het zouden moeten gebruiken, te herzien.”
Nederlands ontwerper Bas Kosters ging nog een stap verder voor zijn
collectie ‘My Paper Crown’, door mensen aan te moedigen om niet alleen
anders te denken over mode, maar ook hoe zij anderen zien. Kosters zette
het belang van inclusiviteit in het dagelijks leven in de spotlight omdat
hij gelooft dat iedereen ‘een eerlijke kans in het leven verdient’. Dit was
een van de redenen waarom hij honderden oude katoenen vlaggen vanuit de
hele wereld gebruikte voor zijn nieuwe collectie, “want dit idee is niet
alleen geboren uit de wil om iets goeds te doen, maar ook uit de liefde
voor materiaal”, zei Kosters tegen krant Trouw. “Duurzaamheid betekent voor
mij aan andere mensen laten zien hoe ze het anders kunnen doen,” voegt de
excentrieke ontwerper toe. “Ik denk dat het belangrijk is dat mensen
realiseren wat de gevolgen zijn van hun keuzes. Goedkope kleding komt ook
met een prijskaartje.”

“We moedigen mensen aan om hun definitie van mode te herzien”

Iris Ruisch, creatief directeur, Mercedes-Benz Fashion

Week Amsterdam

Kosters is niet alleen als het gaat om bewustzijn creëren bij het grote
publiek. Het vergroten van het bewustzijn bij consumenten over wat ze
kunnen doen met hun ongewilde kleding is de grootste drijfveer van het
nieuwe initiatief van de stad Amsterdam. De gemeenteraad ging een
samenwerking aan met Mercedes-Benz FashionWeek Amsterdam, Amsterdam
Fashion Institute (AMFI) en de Gerrit Rietveld Academie en daagde zes pas
afgestudeerde ontwerpers uit om 3 outfits te creëren door middel van het
upcyclen van kleding en textiel die verzameld werden na afloop van
vrijmarkten op Koningsdag. De studenten, die werden gecoacht door
Nederlands ontwerper Hans Ubbink, Niels Klaver (Rietveld) en Peter Leferink
(AMFI) kregen drie maanden de tijd om hun collectie te ontwerpen en te
produceren. “We dachten dat het leuk zou zijn om nieuwe collecties te maken van
afval en ongewilde kleding en dit te delen met het publiek,” zegt Ruisch.

Ubbink, een veteraan in de mode industrie en voorstander van
duurzaamheid was “aangenaam verrast” toen hij werd gevraagd om onderdeel te
zijn van het initiatief, omdat hij sterk gelooft dat mensen beter moeten
zorgen voor wat ze kopen, hoe ze het dragen en wat ze naderhand met deze
kleding doen. “Toen ze mij benaderden voor dit project dacht ik dat het goed
zou zijn om te laten zien wat je met kleding kunt doen nadat je ze zat bent
en om op die manier bewustzijn te creëren,” vertelt hij. “Kleding die
weggegooid wordt is bijna nooit helemaal op, de gebruiker vindt deze
stukken alleen niet leuk meer.”

Een andere manier waarop de mode industrie zou kunnen vechten tegen het
gebruik om kleding weg te gooien, is de opkomst van de deeleconomie, meent
Ubbink. Daarnaast kan het delen van een kledingkast dragers ook de kans
geven om hun stijl eigen te maken en stijlinspiratie te vinden bij
vrienden. “Het hergebruiken van kleding is zoveel beter voor het milieu
maar ook voor het karakter van de kleding.” Yasmina Ajbilou en Lynn Kate
Rosdorff, het duo achter het merk Ajbilou | Rosdorff geloven ook in het
hergebruik van oude kledingstukken en ongewild textiel en richten zich
daarom met hun merk op unieke kledingstukken gemaakt met een zero-waste
aanpak.

“De industrie moet stoppen met meer produceren dan nodig is, mensen
moeten stoppen met meer kopen dan ze nodig hebben”

Hans Ubbink, modeontwerper

“We laten de industrie en het publiek zien dat mode ook anders kan zijn”
zegt Ajbilou na de show op zondag. De jonge ontwerpers halen plezier uit
het ‘jagen’ naar materialen om hun collectie te maken en vinden dit
materiaal bij onder andere textielfabrikanten, afvaldepots en designer
modehuizen. Om zeker te weten dat hun collectie helemaal zero-waste is,
werkt het duo nu met een textielfabrikant die een nieuwe stof maakt van
kleine restanten die ze hebben verzameld van hun vorige collectie zodat ze
deze weer kunnen gebruiken in de volgende collectie.

Alhoewel de duurzame ontwerpen het hart zijn van het merk, staan beide
ontwerpers erop dat Ajbilou | Rosdorff niet bestempeld wordt met het label
‘duurzaam mode merk’. “We willen gezien worden als een normaal merk en
toegankelijk zijn voor het publiek, in plaats van een niche merk,” zegt
Rosdorff. “Tegelijkertijd denken we dat duurzame mode de norm moet zijn en
niet als iets speciaals gezien moet worden.” Rosdorff en Ajbilou geloven
dat echte verandering in de mode industrie kan beginnen met wat wordt
getoond op de catwalk en steunen de focus op duurzaamheid van Amsterdam
Fashion Week.

“Duurzaam [ontwerp] vanaf het begin zal de industrie gaan
veranderen”

Hans Ubbink, mode ontwerper

Ubbink hoopt ook dat het initiatief inwoners van Amsterdam, maar ook de
mode industrie bewuster maakt van de oplossingen die mogelijk zijn voor de
problemen die de mode industrie nu tegenkomt. “Als een fashion week, of een
bedrijf, ons en het publiek kan helpen om bewuster te zijn, want
uiteindelijk heeft het publiek de macht in de markt door iets wel of niet
te kopen, dan is dat fantastisch,” vervolgt hij. “Maar het is moeilijk. Zal
dit initiatief wereldwijd het bewustzijn veranderen? Nee. Zal het de weg
vrijmaken voor de voorlopers? Ja, dat denk ik en hoop ik. We kunnen het
verleden niet veranderen, maar we kunnen wel de toekomst veranderen en dat
kunnen we alleen stap voor stap.”

Ruisch is zich bewust van het feit dat verandering in de industrie niet
opeens zal gebeuren, maar ze is optimistisch over de toekomst en verwacht
dat duurzaamheid zal blijven groeien binnen Amsterdam Fashion Week. “Het is
niet alleen een trend, dit is een behoefte om dingen anders te doen om zo
een verschil te maken,” benadrukt ze. “Ik denk dat alle inkopers binnen de
industrie steeds meer zullen focussen op dit aspect en steeds minder
geïnteresseerd zijn in andere [niet duurzame] ideeën.”

Lees meer: In Beeld: Focus op duurzame mode tijdens Amsterdam
Fashion Week

Vertaling en bewerking: Caitlyn Terra

Beeld: Team Peter Stigter

CEO INTERVIEW
“Een vriend van mij vroeg me eens een paar Havaianas mee te brengen en ik
herinner dat ik zei: ‘Wat? Wil je dat ik een paar plastic sandalen uit
Brazilië voor je mee breng?’ Maar toen ik daar ging wonen ontdekte ik pas
de invloed van het merk,” zegt Guillaume Prou, voorzitter en CEO van
Havaianas EMEA (Europa, Midden-Oosten en Afrika), met een lach wanneer hij
zijn eerste mening over het merk herinnerd. Havaianas is ver gekomen sinds
de lancering van de eerste slipper in Brazilië, zo’n 55 jaar geleden.

Vanaf toen is het merk uitgegroeid tot een internationaal merk, dat bekend
staat om de viering van de carioca levensstijl. Alhoewel het merk
het meest genoemd wordt in connectie met slippers, heeft Havaianas kort
geleden hun producten uitgebreid met kleding, zwemkleding en accessoires.
Daarnaast is het bedrijf bezig met het uitrollen van eigen retail locaties
door heel Europa. Terwijl het merk zijn focus richt op het versterken van
hun aanwezigheid in Europa en productinnovatie, neemt FashionUnited een
moment om met Prou te spreken over de wereldwijde uitbreiding van het merk
en de ambitie om iedereen ‘van teen tot top te kleden.

“Er is genoeg vraag van consumenten naar meer Havaianas”

Guillaume Prou, President, wn CEO van Havaianas EMEA

“We zeggen teen tot top in plaats van top tot teen omdat we zijn begonnen
met een simpele slipper,” zegt Prou, die erg op zijn gemak is in het
Conservatorium Hotel in Amsterdam. Hij herinnert zich echter een tijd dat
het niet sociaal geaccepteerd was om Havaianas-slippers te dragen in een
conservatieve setting. “Ik heb een goed verhaal over de manier waarop
Brazilianen Havaianas zien. Ik was werkzaam bij L’Oreal in Brazilië
gedurende de booming jaren van het land, tussen 2004 en 2009. Ik
herinner me een dag dat ik aan het lunchen was met Braziliaanse collega’s
in de kantine en ze hadden het over een meisje. Ze zeiden ‘Heb je haar
outfit gezien vandaag? Wie draagt dit nou naar zijn werk’? Dus ik keek naar
het meisje en ze was naar haar werk gekomen met witte slippers –
Havaianas.”

Fast-forward naar afgelopen Pasen toen Prou zijn voormalige
collega’s bezocht in datzelfde kantoor en hij zich realiseerde hoe de
mening van consumenten over het merk was veranderd. “Ik zag minstens vijf
meisjes die Havaianas Luna sandalen en slippers droegen en niemand zei er
iets over. Twaalf jaar later kijken Brazilianen heel anders tegen het merk
aan.” Maar het zijn niet alleen de Brazilianen die van mening veranderd
zijn. Wereldwijd omarmen steeds meer consumenten de focus van het merk om
een volledig lifestyle merk te worden, een verandering die onder andere
gedreven wordt door vraag in de markt. “Klanten liepen de winkel in en
vroegen of ze het shirt dat de winkelmedewerker droeg konden kopen,” zegt
Prou. “Ik denk dat er genoeg vraag is vanuit de consument voor ‘meer
Havaianas’. Een look die compleet is, van je slippers tot je shorts en
T-shirt, is wat klanten willen.”

Na een test in de thuismarkt, heeft Havaianas de kleding collectie
gelanceerd in vijf geselecteerde winkels in Portugal en Italië, met het
doel om volgend jaar de collectie in alle winkels in Europa uit te rollen.
“Op dit moment lanceren we de kleding als een test in Europa, en gebruiken
we deze winkels als een uniek inzicht voor hoe we Havaianas verder kunnen
ontwikkelen als een lifestyle merk.” Prou gelooft dat de huidige
kledingcollectie de bestaande footwear en accessoires goed aanvult
in de winkels, maar is zich bewust van het feit dat de seizoenen een
struikelblok blijven – specifiek in Europa waar Havaianas het grootste deel
van de omzet draait in de zomer. “We moeten nog steeds werken aan de
collectie, we zijn op dit moment nog niet 100 procent tevreden,” geeft Prou
toe. “We willen werken aan de pasvorm en zeker weten dat het past bij de
vraag van onze Europese klanten.” Maar als alles goed gaat dan is de
collectie in 2018 te koop in alle winkels en tegen 2019 is de kleding ook
beschikbaar voor de groothandel – een grote stap voor het merk. “We willen
meer.”

“Je moet je markt voeden met goede innovatie, verras je klanten met
iets nieuws”

Guillaume Prou, President, en CEO van Havaianas EMEA

Maar om te gaan voor ‘meer’, moet Havaianas eerst zeker weten dat ze de
aandacht van consumenten vasthouden. Daarom investeert het Braziliaanse
merk nu in product en retail innovatie, wat resulteert in nieuwe producten
en het openen van eigen retail locaties om meer grip te hebben op hoe en
waar hun producten verkocht worden. “Je moet je markt voeden met goede
innovaties, verras je klanten met iets nieuws en houd je merk relevant,”
zegt Prou. Bijvoorbeeld, Havaianas sloot een partnerschap met
brillenspecialist Safilo om de eerste (zonne)brillen collectie te
ontwikkelen. “Ik heb het gevoel dat Safilo echt de kern van het merk heeft
weten vast te leggen, wat je terug kunt zien in de details.” Een zonnebril
op de tafel heeft een detail van rubber, hetzelfde rubber dat Havaianas
gebruikt voor de zolen, maar ook het logo en de vlag in sprekende kleuren.
De collectie werd deze lente gelanceerd in Havaianas-winkels en
franchise-locaties wereldwijd en wordt goed ontvangen. “Mensen zijn
verrast, ze vinden het leuk.”

Een andere manier waarop Havaianas zijn klanten wil verrassen is door de
innovatie van hun footwear, maar voor het 55-jarige merk die
gespecialiseerd is in de simpelste schoenen, is innovatie niet altijd
makkelijk. “Op het gebied van innovatie hebben we gekeken naar het
innoveren van andere schoenen, zoals de espadrille.” Havaianas gaf de
traditionele schoen een make-over door gebruik te maken van de rubberen
zool in plaats van touw en het ontwerp ontving goede reacties. Daarnaast
heeft Havaianas nieuwe sandalen geïntroduceerd zoals de Luna, Freedom en
Allure. “Ik vind de combinatie van een traditionele vorm en onze rubberen
zool, die kenmerkend is voor Havaianas, interessant. Op deze manier maak je
een product die uniek en comfortabel is, maar ook functioneel.”

Retail locatie is echter net zo belangrijk voor Havaianas als
productinnovatie. “EMEA is de plek waar het grootste deel van de
belangrijkste fashion weeks in de wereld plaatsvinden en heeft een
gigantische concentratie van culturele hoofdsteden zoals Londen, Parijs,
Rome, Berlijn. Dit zijn invloedrijke gebieden voor de wereld maar ook voor
ons merk, of elk merk eigenlijk, dus is het belangrijk om hier te zijn en
hier te werken,” aldus Prou. Havaianas heeft op dit moment een eigen winkel
in Londen, Parijs en Rome en bereid zich voor op de eerste opening in
Berlijn volgende maand. “We kijken uit naar de opening in Duitsland. Het is
echt een onderdeel van onze strategie. Als je de consument en de markt wil
laten zien wat je kan, dan is een winkel de beste optie. Daar kan je een
regenboog aan kleur laten zien, al je prints tentoonstellen en de juiste
producten laten zien.”

“Groot-Brittannië is onze op een na grootste markt in de EMEA, wat
niemand echt verwacht als je naar het weer kijkt.”

Guillaume Prou, President en CEO van Havaianas EMEA

Havaianas wil het aantal eigen winkels en franchises de komende jaren
uitbreiden naar 200 in belangrijke steden in Europa en het Midden-Oosten.
De belangrijkste markten in Europa blijven Portugal, Italië en Spanje
dankzij een sterke klantenbasis en de geografische locatie van de zomer
hotspots. Andere belangrijke markten voor Havaianas zijn Dubai, Saudi
Arabië en Israël in het Midden-Oosten. “Je moet eens over de straten van
Tel Aviv lopen en dan begrijp je hoe groot we daar zijn. Gemiddeld hoef je
maar 50 meter te lopen om een paar Havaianas in een winkel te vinden. Dat
is mijn droom voor de rest van Europa,” zegt Prou met een glimlach.

In Afrika groeit het merk gestaag, maar Prou is zich er van bewust dat
de aanwezigheid van Havaianas beperkt wordt door de groei en positionering
van de lokale markten. “Afrika is geen geheel nieuw terrein voor ons, maar
het is nog steeds een uitdaging.” Het merk is op dit moment zijn
marktpositie aan het onderzoeken op het continent omdat Prou zeker wil
weten dat Havaianas beschikbaar zijn voor alle consumenten en niet alleen
een klein percentage, waardoor ze een lagere prijs zullen voeren. Aan de
andere kant moet Havaianas ook hun allure in de mode zien te behouden,
omdat Afrika niet onbekend is met zomer schoenen- en kledingmerken. “Het is
een groot onderdeel van onze puzzel en we moeten ons goed organiseren
voordat we verder groeien.” In de tussentijd focust Prou zich op Europese
locaties en hoe het merk verder kan groeien in de belangrijkste markten.

“Onze belangrijkste uitdaging in Europa is de retail locaties”

Guillaume Prou, President en CEO van Havaianas EMEA

”Een van onze belangrijkste uitdagingen in Europa blijft de retail
locaties. We zijn voornamelijk een zomers merk dat bekend staat om zijn
slippers, dus voor ons is het belangrijk om op de juiste plek en juist tijd
aanwezig te zijn. Dit betekent dat we echt moeten zitten waar de consument
is. Nu proberen we onze consumenten te verrassen door op een plek te zijn
waar ze ons niet verwachten, zoals treinstations.” Voor sommigen is het
misschien vreemd om te gaan winkelen voor slippers op een treinstation,
maar in Italië zijn deze stations echte retaillocaties geworden. Het merk
heeft dan ook gemerkt dat de pop-up in Venetië erg succesvol was. “Vanuit
een commerciële visie, werkt het heel goed voor ons.”

Havaianas is zich echter bewust dat het consumptiegedrag in elke
Europese markt anders is. Toen ze pop-up stores openden op stations in
andere landen werkte dat helemaal niet, zegt Prou. “Maar wanneer je de
spijker op zijn kop slaat door op de juiste plaats en tijd te zijn, dan
verkopen we ze als ijsjes. Je plant meestal de koop van een ijsje niet,
maar wanneer het warm is en je de ijscoman ziet, dan koop je er een. En dat
is wat we willen met onze slippers, we willen het makkelijk maken voor
consumenten om ze te kopen.”

Beeld: Havaianas

Sportmerk Nike heeft de deal met Amazon bevestigd. De twee slaan de
handen ineen om hun merken te versterken.

Nike’s CEO Mark Parker heeft de samenwerking bevestigd op donderdag,
tijdens een telefonische vergadering met analysten over de financiële
resultaten van het vierde kwartaal van boekjaar 2017. Daarmee heeft Parker
een einde gemaakt aan de geruchtstroom over een mogelijke deal tussen de
twee partijen, die afgelopen week te ronde gingen. De samenwerking gaat van
start met een pilot programma waarbij de sportgigant een ‘gelimiteerde Nike
product assortiment’ van schoenen, kleding en accessoires op Amazon zal
aanbieden.

De deal tussen Nike en Amazon biedt beide partijen voordelen, want een
officiële aanwezigheid op het e-commerce platform zal Nike’s omzet stuwen,
maar ook ongeautoriseerde verkoop tegen te gaan.

Hoewel de sportgigant tot nog toe niet werd verkocht via Amazon, is het
het meest verkochte kledingmerk op het e-commerce platform, zo blijkt uit
een recent Morgan Stanley onderzoek. De partijen die momenteel Nike items
aanbieden op Amazon zijn geen legitieme dealers, dus het zou mogelijk ook
om valse Nike producten kunnen gaan.

Nike krijgt door de deal ook toegang tot Amazon’s multi-miljoenen
klantenbestand. Zo zijn er naar verluidt alleen in de Verenigde Staten al
80 miljoen Prime klanten (leden die veel besteden). Amazon maakte onlangs
bekend verder te gaan investeren in het modesegment, de online gigant
kondigde de beta-versie aan van Prime Wardrobe, een ‘Try before you buy’
service voor Prime klanten. Prime-leden kunnen kostenloos kleding laten
bezorgen en thuis passen, voordat zij zich committen tot aankoop. Adidas
zou een van de eerste merken zijn die voor deze service heeft getekend,
mogelijk volgt Nike ook.

De deal met Amazon kan voor Nike ook een sleutel zijn in het verzekeren
van een goede positie in de Amerikaanse markt. Rivaal Adidas verdubbelde
onlangs zijn marktaandeel in de Verenigde Staten, ten koste van Nike, de
sales van de sportgigant in Noord-Amerika kwam 3.8 miljard US dollars
(circa 3,3 miljard euro) lager uit dan verwacht, in het vierde kwartaal van
boekjaar 2017.

Lees meer over Amazon Prime Try before you buy: Amazon
laat klanten items passen alvorens te betalen
.

De eerste push-up beha – ook wel bekend als de ‘Wonderbra’ – werd pas in
1964 internationaal op de markt gebracht, en het lijkt erop dat het item
dit jaar al een vroegtijdige dood zal sterven. Afgelopen winter verklaarde
de Britse Vogue dat het decolleté ‘officieel’ uit de mode is, nu vrouwen
van over de hele wereld de voorkeur lijken te geven aan een bescheidener en
meer natuurlijke boezem in plaats van het plaatje van ronde, volle borsten
dat de afgelopen jaren de norm leek te zijn. En om die natuurlijke
look te bereiken kiezen vrouwen massaal voor comfortabele,
functionele beha’s – denk aan sportbeha’s, bralettes en triangel beha’s.

Bekende lingerie retailers zoals Victoria’s Secret, La Perla en Agent
Provocateur die bekendstaan om hun ruime assortiment aan sexy push-up
beha’s hebben het moeilijk met deze veranderende voorkeuren. Victoria’s
Secret stelde haar winstverwachtingen onlangs dan ook naar beneden bij, en
het Britse Agent
Provocateur
dat ook flink last heeft van de dalende uitgaven aan
luxegoederen werd zelfs in de verkoop gedaan. Merken als Aerie, For Love
and Lemons en Lonely Girls zagen hun verkoopcijfers juist flink omhoog gaan
in het afgelopen jaar. De vraag is echter: waarom?

Athleisure: de reden dat push-up beha’s hun populariteit hebben
verloren?

Uit cijfers van retail analist Edited blijkt dat de sell-out
ratio van push-up beha’s in het afgelopen kwartaal met maar liefst 50
procent is gedaald. Daartegenover staat juist dat de verkoop van bralettes
en triangel beha’s met maar liefst 120 procent is toegenomen, zo blijkt uit
een analyse van de cijfers van 80 lingerie retailers uit Groot-Brittannië,
de Verenigde Staten en Europa. Bovendien is de verkoop van padded beha’s –
ooit een onmisbaar item in ieders kast – met 22 procent gedaald in dezelfde
periode: het ultieme bewijs dat voorkeuren op het gebied van lingerie aan
het veranderen zijn.

”Gevestigde lingeriemerken hebben te maken met flinke concurrentie van
nieuwkomers als Lively, Negative en Adore Me,” merkte Katie Smith, senior
‘Fashion & Retail Market’ analist bij Edited, op. “Nu kleding die valt
onder de athleisure-stijl populair is, moeten retailers bralettes en
sportbeha’s niet langer zien als trend items maar als stukken die niet
mogen ontbreken uit de vaste collectie.”

Om aan deze nieuwe voorkeuren van consumenten tegemoet te komen hebben
lingerie retailers de ‘zachtere kant’ van de bra business omarmd.
De 80 merken die werden meegenomen in het eerder genoemde onderzoek –
waaronder Victoria’s Secret, House of Fraser en Nordstrom – hebben het
aantal nieuwe padded beha’s dat binnenkomt in het afgelopen kwartaal met 38
procent teruggebracht ten opzichte van vorig jaar. Ook het aanbod aan
push-up beha’s en t-shirt beha’s werd met 38 procent omlaag gebracht,
terwijl voor zwangerschapsbeha’s, strapless beha’s en balconette beha’s
percentages van respectievelijk 55, 50 en 40 procent gelden.

Over het geheel genomen is het aantal beha-stijlen dat wordt aangeboden in
de afgelopen drie maanden met 16,5 procent verlaagd, terwijl bralettes en
sportbeha’s (als enigen!) juist groei hebben laten zien. Maar liefst 18
procent meer bralettes zijn toegevoegd aan het assortiment, terwijl voor
sportbeha’s zelfs een percentage van 27 procent geldt. Het is dan ook niet
vreemd dat de vraag naar sportbeha’s en andere beugelloze exemplaren een
hoogtepunt heeft bereikt, wanneer je bedenkt dat consumenten steeds vaker
op zoek gaan naar comfortabele kledingstukken waarin ze van kantoor zo door
kunnen naar de sportschool.

De groeiende vraag naar soft beha’s heeft wel een prijs, aangezien dit type
beha’s tot wel 26 procent minder kosten dan beha’s waarin een stevigere
structuur is verwerkt, zo meldt Edited. Het produceren van soft beha’s is
een stuk minder duur omdat er minder materiaal nodig is, en ze tevens
minder arbeidsintensief zijn om te maken: padded beha’s bestaan namelijk
uit meer dan 45 losse onderdelen. Dat betekent dus ook dat soft beha’s voor
een stuk minder geld over de toonbank gaan, waardoor retailers er meer van
moeten verkopen om dezelfde omzet te behalen als voorheen.

Om te zorgen dat de verkoop van soft beha’s goed blijft lopen, hebben
diverse lingerie retailer waaronder Victoria’s Secret, geïnvesteerd in
marketingcampagnes gericht op jonge consumenten om hen aan te moedigen toch
vooral deze trendy beha’s te blijven kopen. Zo blijkt ook dat bralettes
afgelopen februari maar liefst zes keer vaker in nieuwsbrieven werden
genoemd dan het jaar daarvoor, terwijl algemene verwijzingen naar soft
beha’s met 29 procent toenamen.

Met de opkomst van soft beha’s hebben veel retailers ook lager geprijsde
items aan hun collecties toegevoegd. Zo was een jaar geleden slechts 4,9
procent van alle lingerie-items van Calvin Klein tussen de 20 en 30 dollar
(18 en 27 euro) geprijsd, en is dat aandeel nu gestegen tot 26,7 procent.
Voor het Britse Marks & Spencers geldt dat een jaar geleden 21 procent van
de lingerie-afdeling minder dan 20 dollar (18 euro) kostte: inmiddels
betreft het 73 procent van de collectie.

Maar misschien is lingeriegigant Victoria’s Secret toch degene die het
beste heeft ingespeeld op de opkomst van de soft beha. De Amerikaanse
retailer lanceerde onlangs een nieuw item: de sport bralette, die een
ongekend succes was. Het nieuwe model wordt verkocht voor 20 dollar (18
euro) en arriveerde op 1 januari voor het eerst in de winkel, en nu zijn
alle zes de kleuren in vier maten al uitverkocht. Al is het maar de vraag
hoe lang de trend zal blijven bestaan, aangezien de meerderheid van deze
stijlen lang niet genoeg steun kunnen bieden voor vrouwen met een grotere
bustemaat.

Foto’s: Victoria’s Secret SS17 en Aerie SS17, via Victoria’s Secret en
Aerie

Bewerking en vertaling: May-Anne Oltmans

Het is geen verrassing dat de ready-to-wear
bruidsmode markt een snelgroeiende markt is, nu retailers uit de massamarkt
ook stappen zetten in de bruidsmode. Meer dan ooit lijken de belangrijke
trends van seizoens shows van bruidsmode onder het vergrootglas te liggen, nu
bruids- en modemerken steeds vaker moeten vechten om concurrentie de baas
te zijn. Maar wat zijn de belangrijkste trends voor de lente van 2018?
FashionUnited zet ze op een rij gebaseerd op data van retail en
onderzoeksbureau Edited.

Ontblote schouders & details op de mouw

A post shared by Marchesa (@marchesafashion) on May 15, 2017 at 6:15pm
PDT

De trend van vorig seizoen zet door, schouder- en mouw details zullen een
grote trend worden volgens seizoen. Specifiek de cold shoulder en
off-the-shoulders werden gespot in de ontwerpen op de catwalk
tijdens bruidsshows zoals White Gallery London, waar veel ontwerpers de
voorkeur gaven aan een Bardot-stijl. Daarbij is de faux-off the
shoulder
waar ontwerpers doorschijnende stoffen gebruikten om zo het
afzakken van items te voorkomen, ook een trend en werd gezien bij Alan
Hannah en Sassi Holford.

Aandacht voor de mouw is ook een grote trend en was op veel
verschillende manieren te zien. Ballon-vormige, luchtige en niet
gestructureerde stijlen waren te zien in veel collecties evenals de
aansluitende mouw met doorzichtige lagen waardoor kant leek te zweven op de
armen. 3D-appliqués met versieringen, die vaak geïnspireerd waren door
bloemen, werden ook gezien op de catwalk, terwijl Monique Lhuillier en
Naeem Khan hun collecties versierden met statement lichaamsjuwelen.

Hartvormig decolleté & ruches

A post shared by Eddy K (@eddyk_bridal) on May 11, 2017 at 9:36am
PDT

Zelfs in de bruidsmode zijn sommige stijlen tijdloos en de
sweetheart
halslijn is daar een van. Vaak genoemd als een logische
keuze voor bruidsmode, werd het hartvorming decolleté bij het
grootste deel van de collecties gespot. Ze werden gecombineerd met een
grote diversiteit van rokken en stoffen, van een volle tule rok tot een
satijnen a-lijn en een aansluitende zeemeermin. Ook al werden bekende
vormen getoond in de meeste collecties, leek het alsof de jurken minder
gestructureerd waren en luchtiger, waardoor het een romantische en zachtere
sfeer kreeg. Ontwerpers Randy Fenoli en Eddy K combineerden allebei een
sweetheart halslijn met een rok met ruches voor een luchtige en lieve look
terwijl Monique Lhuillier koos voor een volledig kanten gelaagde rok voor
haar lentecollectie van 2018.

Hoog aansluitend & lange rokken

Hoogsluitende tops, zoals met een col of halter zijn al enkele
seizoenen in de mode en het ziet er naar uit dat deze kuise stijl ook
volgend seizoen weer terugkomt. Anders dan vorig jaar, toen een paar zeer
doorschijnende en sensuele jurken verschenen, door hogere halslijnen,
bedekte armen en rokken tot op de grond. Vera Wang combineerde kragen met
losse mouwen, terwijl Elie Saab en Ines Di Santo de hoog aansluitende
bescheiden jurken die de borstkas volledig bedekten in hun collectie
toonden. Monique Lhuillier ging nog een stap verder door de jurken te
combineren met kanten capes en bijpassende handschoenen waardoor het beeld
van een bedekte en bescheiden bruid compleet is. Een belangrijke look voor
het volgende seizoen.

Diepe decolletés & dij-hoge splits

A post shared by Marchesa (@marchesafashion) on Apr 20, 2017 at 6:23pm
PDT

Voor aanstaande bruiden die misschien wat uitdagender willen zijn is
deze trend wellicht van toepassing. Meerdere ontwerpers kozen voor een
bescheiden look voor het aankomende seizoen, maar een paar gingen voor een
diep decolleté en jurken met een hoge split waar ook vraag naar is. In
plaats van trouw blijven aan het traditionele kleurenpalet, verschenen
jurken in pasteltinten zoals blauw en roze. Andere ontwerpers zoals
Marchesa en Reem Acra complimenteerde hun jurken met zwarte details,
waardoor het ontwerp een moderne uitstraling kreeg. Wit of lichtroze, deze
sensuele look zal nog steeds een grote trend zijn volgend seizoen.

De tweedelige Outfit

Nog een opkomende trend is de tweedelige outfit. Alhoewel de
meeste ontwerpers maar één of twee two-piece ensembles in hun
bruidscollecties hebben, is deze trend in opkomst en wordt in de lente van
2018 steeds duidelijker. De populairste combinatie blijft een aangesloten
top met een broek of een cropped top met een rok met hoge taille,
zoals ontwerpers Carolina Herrera, Oscar de la Renta en Viktor&Rolf lieten
zien in hun collecties. “Ik geloof sterk in aparte items voor
bruiloften,”zei Herrera tijdens de presentatie van haar collectie, “voor
mij is dat de moderne manier om een bruid te kleden.”


In mei besteedt FashionUnited aandacht aan het thema bruidsmode. Voor alle
reads over bruidsmode, klik hier.

Vertaling en bewerking: Caitlyn Terra

Homepage Foto: Pexels

Foto 1: Alan Hannah Collection 2018

Foto 2: Sassi Holford Collection 2018

Foto 3: Alan Hannah Collection 2018

Foto 4: Sassi Holford Collection 2018