Naar verwachting heeft New York Fashion Week dit seizoen een
bedrag van maar liefst 540
miljoen euro
in het laatje gebracht, en het zal voor modekenners
dan ook niet als een verrassing komen dat dit de modeweek is die het meeste
geld oplevert. Het is per slot van rekening toch de Fashion Week die het
startsein vormt van de ‘modemaand’ waarin de vier grote modeweken
plaatsvinden in New York, Londen, Milaan en Parijs.

Wat betreft het geld dat de modeweek oplevert, staat New York dus met stip
op één, gevolgd door London Fashion Week. Het verschil met Parijs en Milaan
lijkt echter een stuk groter te zijn. Hoewel deze twee modeweken beide een
programma hebben waarin vooraanstaande modehuizen als Chanel, Fendi en
Gucci zijn opgenomen, kunnen ze niet altijd meekomen met andere, minder
bekende modeweken wanneer enkel naar de opbrengst wordt gekeken. Naast de
vier grote modeweken, vinden verspreid over de hele wereld namelijk nog
veel meer modeweken plaats, variërend van steden als Amsterdam, Berlijn en Kopenhagen tot Shanghai, Mumbai en
Tel Aviv.

Deze Fashion Weeks leveren meer geld op dan de modeweken van Parijs en
Milaan

Elk van de onderstaande modeweken heeft zijn eigen programma dat vol staat
met zowel opkomende als gevestigde ontwerpers die elk seizoen hun nieuwste
collectie tonen aan inkopers en journalisten. Het enige verschil tussen
deze modeweken en the big four? De ‘kleinere’ modeweken slagen er
meestal niet in de aandacht van de internationale pers lang vast te houden.
Maar het verschil in aandacht vanuit de media moet zeker niet worden
verward met een gebrek aan talent of gevoel voor zaken, want uit
berekeningen van FashionUnited blijkt dat een aantal van deze minder
bekende modeweken er elk seizoen in slagen meer geld op te leveren dan de
Fashion Weeks in zowel Parijs als Milaan.

Na de Fashion Weeks in New York en Londen, staat de Mercedes-Benz Fashion
Week Madrid op nummer drie in het lijstje van modeweken die het meeste geld
opleveren. MBFW Madrid trekt elk seizoen gemiddeld maar liefst 55.033
bezoekers, die samen goed zijn voor een inkomen van 104,5 miljoen euro:
zeker niet slecht voor een land dat nog niet eens volledig is hersteld na
de recessie. Tijdens de Herfst/Winter 2017 modeweek, welke duurde van 17
februari tot 21 februari, zullen 43 Spaanse en internationale ontwerpers
hun werk aan de wereld tonen – een aantal dat lager ligt dan in zowel
Milaan als Parijs. Toch brengt de modeweek in de Spaanse hoofdstad
uiteindelijk meer geld op. Hoe dat mogelijk is? MBFW Madrid bevat misschien
geen extravagante shows waarvoor de kosten oplopen tot in de miljoenen
euro’s (klinkt herkenbaar, Karl Lagerfeld?), maar wie naar de modeweek in
Madrid komt, doet dat met een duidelijke reden – en nee, flaneren en je
laten fotograferen is er daar geen van. Parijs mag volgens de Global
Language Monitor dan de onbetwiste modehoofdstad van de wereld zijn:
wanneer het gaat om de business van Fashion Week, gaat die eer
naar andere steden.

Tokio gold lange tijd als dé modestad van Japan, zo niet heel Azië, en de
door Amazon gesponsorde modeweek die hier twee keer per jaar plaatsvindt,
is in de afgelopen jaren steevast gegroeid. Toch lijkt het erop alsof
Amazon Fashion Week Tokyo binnen niet al te lange tijd zal worden ingehaald
door Shanghai Fashion Week, dat recentelijk steeds vaker wordt genoemd als
de belangrijkste modestad van China. AFW Tokio zal dit jaar naar
verwachting 50.000 bezoekers trekken en een totale opbrengst van 93 miljoen
euro genereren. De kans is echter groot dat Shanghai Fashion Week, dat per
editie 90,5 miljoen euro aan omzet oplevert, haar Japanse zusje binnenkort
voorbijstreeft. Dat deze twee Aziatische Fashion Weeks belangrijk zijn, is
niet vreemd wanneer men bedenkt dat landen als China, Vietnam en India een
ontzettend belangrijke rol vervullen binnen de kledingproductie.

Momenteel kiezen veel jonge, talentvolle ontwerpers ervoor een opleiding te
volgen aan een prestigieus instituut in Europa of de Verenigde Staten, maar
in de toekomst zou hier zomaar eens verandering in kunnen komen. Nu steeds
meer modemerken met hun collecties de middenklasse in China en India willen
aanspreken, wordt de kans groter dat ontwerpers uit deze regio ervoor
kiezen in hun thuisland te blijven en hier naam te maken. Een Chinese
ontwerper die zijn werk showt tijdens de modeweek van Shanghai mag dan
misschien niet de cover van Vogue US halen, maar dat betekent allerminst
dat hem geen succesvolle én winstgevende carrière in de modewereld te
wachten staat.

Geschreven door: Vivian Hendriksz, vertaling en bewerking May-Anne Oltmans

Foto’s: Pexels.com

Eén van de oudste meubelen van over de hele wereld is de stoel. Vanuit de oorsprong van de stoel is het voor het grootste gedeelte van de tijd een status symbool geweest. Het was in de eerste decennia zeker geen alledaags voorwerp, zoals wij allen vandaag de dag een stoel gebruiken. Tijdens de Tang Dynastie, vanaf 618, deed de stoel zijn introductie in China. Ook daar werd de stoel enkel gebruikt door de elite en  kwam deze pas later onder de aandacht bij andere lagen van de bevolking.  Maar één van de eerste stoelen zijn gemaakt in het Oude Egypte, de beschaving welke rond 3.300 voor Christus is ontstaan. Vanuit deze periode zijn bij opgravingen zelfs kleimodellen ontdekt welke duidelijk de stoel visualiseren. Doordat de stoel door de oude Egyptenaren van dure materialen als ivoor en verguld hout werd gemaakt, waren ook deze eerste stoelen voor enkel de rijken beschikbaar. Het duurde pas tot de twaalfde eeuw voordat de stoel langzaamaan zijn intrede deed als alledaags gebruiksvoorwerp. En pas vanaf de zestiende eeuw werd de stoel het echte gebruiksvoorwerp zoals we het vandaag de dag kennen. In de laatste eeuw zijn bijzonder veel modellen van de stoel ontworpen en ontwikkeld, waardoor de evolutie van de stoel in een stroomversnelling is geraakt. Zo kwam er de intrede van de klapstoel, de slaapstoel,barkrukken en meer. Bovendien werden stoelen niet enkel meer alleen voor gebruik in en rondom huis ontworpen, maar ontstonden er ook steeds meer modellen stoelen voor gebruik in kantoorruimten en andere doeleinden. Zo zijn onder andere de rolstoel, douchestoel en tandartsstoel ontwikkeld voor medische doeleinden. En is de autostoel ontworpen om in comfortabele houding veel kilometers te kunnen maken. De meest verkochte modellen stoelen zijn uiteraard de welbekende eetkamerstoelen,  tuinstoelen en voor zakelijk gebruik, de bureaustoelen.  Voornamelijk eetkamerstoelen bezetten een belangrijk gedeelte in de jaarlijks verkochte aantallen stoelen.  Zo heeft de eetkamerstoel ook in de loop der jaren een ware evolutie ondergaan en is het van een eenvoudige stoel, die enkel dienst doet om te zitten tijdens het eten, meer omgeslagen in een design voorwerp. Het is niet voor niets dat zoveel bekende merken en bekende meubelen ontwerpers zich hebben gestort op de vervaardiging van design eetkamerstoelen. Ook steeds meer winkels gaan over op het online verkopen van meubels. De huidige winkels concurreren enorm met elkaar, waardoor er enorme kortingen komen. Overall heeft de stoel dus een ware evolutie ondergaan en is het niet meer weg te denken uit de hedendaagse samenleving. Het is een bepaalde basisvoorwaarde geworden waar ieder huis aan dient te voldoen. Juist door de omarming van designers zal de stoel in de komende jaren nog vele bijzondere evoluties ondergaan.  

TIJDLIJNDe
mode-industrie blijft zichzelf heruitvinden; Ronald van der Kemp is een van
de pioniers. Na 25 jaar bij grote modehuizen als Céline en Escada te
werken, begint de Nederlandse modeontwerper voor zichzelf met RVDK. Van der
Kemp verovert met zijn chique demi-couture van restmateriaal in 2015 in een
klap de harten van sterren als Lady Gaga, Beyoncé en Kate Moss, en
internationale toonaangevende modebladen. We zijn nu vijf collecties –
herstel: ‘garderobes’ – verder.

Ronald van der Kemp (1964) is een door de wol geverfde modeontwerper
die een eigen koers vaart. FashionUnited presenteert een profiel van de
modeontwerper.

Klik op de pijlen om door de tijdlijn te navigeren.

Tip: voor een optimale ervaring bekijkt u de tijdlijn in full screen

Credit portretfoto: Sophie Coreynen

Ontwerper Ronald van der Kemp heeft de Cultuurfonds Mode Stipendium ontvangen. Deze oeuvre-injectie bestaat uit een wisseltrofee (ontworpen door Atelier Ted Noten, red.) en een geldbedrag van 50.000 euro. De ontwerper kreeg de prijs uitgereikt in de Bijenkorf in Amsterdam.

Van der Kemp is een Nederlandse ontwerper, die veel bekendheid geniet in het buitenland. In zijn 25-jarige loopbaan werkte hij bij veel grote namen. Na zijn afstuderen aan de Gerrit Rietveld Academie ging hij aan de slag bij Barneys. Vier jaar later volgde hij Alber Elbaz op als hoofdontwerper bij modehuis Guy Larouche, ook werkte hij als de rechterhand van Michael Kors, die destijds bij Céline de creatieve scepter zwaaide. In 10 jaar tijd werkte hij als design consultant bij Escada, Colombo, Wolford en J Mendel. Zijn onrust en onvrede over het modesysteem maakte dat Van der Kemp in 2014 een nieuwe stap zette; hij richtte zijn eigen label RVDK op. Het werd een vliegende start, en inmiddels staan beroemdheden als Rihanna, Katy Perry, Mary J. Blige en Kim Kardashian voor zijn creaties in de rij. Sinds vorig jaar worden zijn creaties verkocht bij Net-a-porter en ook hangt er sinds kort een kleine selectie bij de Bijenkorf.

De ontwerper staat bekend om zijn benadering van de mode-industrie. Het gaat hem niet om het allernieuwste. Hij ontwerpt naar eigen zeggen dan ook geen collecties, maar een garderobe. Het gaat hem vooral om de aandacht voor en het unieke van een kledingstuk. “Ik heb bijvoorbeeld een stukje antiek kant verwerkt in een kledingstuk. Of ik maak gebruik van een oude partij stoffen of van stoffen die mensen al hebben en waar ze wat nieuws mee willen, omdat de stoffen ze dierbaar zijn. Van alle stukken die ik maak, is er maar één. One of a kind. Als een jurk 5000 euro kost, wil je er niet één kopen die je overal kunt vinden. Dan wil je iets exclusiefs,” zei hij in een eerder interview met FashionUnited.

Ronald van der Kemp ontvangt zevende Mode Stipendium

Aan het Cultuurfonds Mode Stipendium is behalve een geldbedrag ook een onderscheidingsteken verbonden. Het betreft een ketting, eveneens ontworpen door Atelier Ted Noten. De ketting wordt van ontvanger op ontvanger doorgegeven met een persoonlijke briefje erin verstopt. Eerder ontvingen Ilja Visser (2011), Francisco van Benthum (2012), de zusjes Spijkers en Spijkers (2012), Jan Taminiau (2013), het ontwerpersduo Mark van Vorstenbos en Twan Janssen (2014) en Iris van Herpen (2016) de modeprijs.

Het Mode Stipendium van het Prins Bernhard Cultuurfonds bestaat sinds 2011 dankzij de gift van een mecenas die anoniem wil blijven, maar die de Nederlandse mode een warm hart toedraagt. De prijs is bedoeld voor gevestigde ontwerpers die minimaal vijftien collecties hebben gemaakt. Het stipendium moet hen in staat stellen zich artistiek en zakelijk verder te ontwikkelen.

Lees morgen meer; dan publiceert FashionUnited een overzicht van de loopbaan van Ronald van der Kemp

.

In 2015 sprak FashionUnited Van der Kemp over de start van zijn label.Lees ook: Ronald van der Kemp: ‘Het ging sneller dan verwacht’

Beeld: FashionUnited

Jeanslabel Denham is een samenwerking aangegaan met de Amsterdamse
ontwerpster Pien Stieglitz. Samen met Denham maakte zij een speciale
uitvoering van een jeans, T-shirt en denim jacket voor de SS17 collectie
The Route to Blue City’.

Stieglitz is geen onbekende van Denham; zij werkte tijdens de oprichting
bij het merk. Inmiddels heeft ze haar eigen label, waarin verre reizen,
andere culturen en een vrolijk en sexy design centraal staan. In haar
Denham-ontwerpen heeft ze haar ‘bekende Gypset new-bohemian
techniek’ op denim toegepast, meldt het jeanslabel in een persbericht. Ook
zijn de items voorzien van scar-stitching, geborduurde
graphics en op manden geïnspireerde vlechttechnieken.

Prijzen variëren van 59,95 euro voor het T-shirt tot 249,95 euro voor
het denim jacket.

Beeld: Fauve Bouwman

CA Global Partners is de nieuwe eigenaar van Hier Mode en Willemsen
Mode. Curator Reinier Quint heeft een overname-akkoord bereikt met de
investeerder. Bij de overname zullen drie winkels de deuren sluiten, meldt
De Stentor.

Als het aan de nieuwe eigenaar ligt, blijven zoveel mogelijk medewerkers
aan het werk. Hier Mode en Willemsen Mode hebben samen 200 werknemers en 27
filialen. De eigenaar gaat kijken welke winkels een doorstart kunnen
maken, maar laat wel weten dat onrendabele winkels echt dicht gaan.

Investeerder CA Global Partners is geen onbekende in retailland; de
investeerder was eerder betrokken bij overnames en doorstarten van
winkelketens. Zo was CA Global Partners eerder betrokken bij het
faillissement van Schoenreus, maar deze keten kwam niet meer terug in het
straatbeeld.

Hier Mode en Willemsen Mode gingen afgelopen december failliet, terwijl het bedrijf
enkele dagen daarvoor zelf al had aangekondigd te stoppen. De directie
vroeg zelf faillissement aan. Het gebrek aan financiële middelen en
daardoor het gebrek aan vertrouwen en investeringen waren de reden
hiervoor. De winkels van beide ketens zijn ondanks het faillissement nog
geopend.

Het familiebedrijf waaronder Hier Mode en Willemsen Mode vallen, had
oorspronkelijk 27 filialen in Overijssel, Gelderland, Flevopolder en
Utrecht. Vrij snel na het faillissement waren er volgens Quint al zeker tien gegadigden voor een mogelijke overname van deze winkels.

INTERVIEW

Negen maanden na het faillissement van haar label start ontwerpster Ilja
Visser een nieuw bedrijf. Het is gelukt om nieuwe investeerders te vinden
en ze begint met een nieuwe collectie onder de naam ‘Ilja’. FashionUnited
sprak de ontwerpster over het faillissement, het nieuwe bedrijf en de
ambities voor het label.

In april 2016 viel het doek voor je eigen label. Wat ging er mis?

“Een jaar voor het faillissement werd ik toegelaten op de officiële
kalender in Parijs, en de reacties waren overweldigend. We hebben alle
kansen aangegrepen die er op ons pad kwamen. Maar eigenlijk hadden we de
verleiding moeten weerstaan en betere keuzes moeten maken. Meedraaien op
zo’n hoog niveau in Parijs is natuurlijk geweldig, maar ook heel intens. Er
gaan enorm veel deuren voor je open. Je ontmoet veel mensen die interesse
hebben in couture en commerciële mode. Hierdoor hebben we te veel kansen
aangegrepen met ons label Ready to Fish. Zo zijn we op alle internationale
beurzen gaan staan en daar hebben we enorm veel in geïnvesteerd. Maar
eigenlijk hadden we rustig aan moeten doen en meer heldere keuzes moeten
maken. Op een gegeven moment lukte het niet meer om de productie voor te
financieren. De kosten liepen vervolgens op. In een jaar tijd liep het
mis.”

Welke verliezen hadden jullie?

“Als je je productie niet meer kunt voorfinancieren, gaat het best had.
De verkoop van Ready to Fish ging eigenlijk heel goed, maar de financiën
liepen op.”

In het faillissementsverslag stond dat je langdurig ziek bent geweest.
Welke rol speelde dat in het faillissement?

“Op het moment dat het financieel minder ging, heb ik te hard gewerkt en
te veel stress gehad. Daardoor ben ik uiteindelijk overspannen geraakt.”
Vervolgt: “ Ik heb er alles aan gedaan om het te kunnen voorkomen, maar dat
is niet gelukt. Toen heb ik moeten berusten in het feit dat het zo was. Dat
heeft me wel heel veel nieuwe inzichten opgeleverd. Het was een hele
bijzondere periode in mijn leven.”

Kan je dat uitleggen?

“In deze branche loop je achter de feiten aan, altijd aan het rennen, en
wanneer krijg je nu een moment om te bezinnen? Als je die fase tegenkomt,
moet je ‘m omarmen.”

Het ontwerpen, het zakelijke gedeelte en het aansturen van een team van
twintig mensen is gewoon heel pittig. Het hele totaalplaatje was erg
zwaar.”

Hoe kwam het uiteindelijk tot een faillissement?

“Mijn echtgenoot, die toen in het bedrijf werkte en nu nog steeds
adviseur is, die zei bij de zoveelste tegenslag ‘dit gaan we niet meer
doen, we hebben geen andere keuze dan het aanvragen van het faillissement.
Het is geen haalbare kaart meer.’ Dat is achteraf een hele goede beslissing
geweest, zowel zakelijk als persoonlijk. Ik ‘deed het niet meer’. We hebben
veel mensen zelf op de hoogte gesteld. Niet iedereen was daar natuurlijk
blij mee, maar velen begrepen de situatie wel.”

Hoe ben je gekomen waar je nu bent?

“In de zomer heb ik volledige rust genomen. In het begin heb ik geen
naald of draad in mijn handen gehad. Tot ik op een punt kwam dat ik weer
langzaam interesse kreeg in de mode en ging schetsen. Op een gegeven moment
voelde ik dat ik moest kiezen tussen een ander leven beginnen of terug gaan
in de mode. Na gesprekken met mensen ging het vlammetje weer flakkeren. Dat
gaf ook heel veel zelfvertrouwen. Al snel kwam ik erachter dat ik
ontzettend hou van dit vak en ontzettend trots ben op alles wat ik heb
bereikt. En ik heb nog zoveel doelstellingen die ik wilde bereiken.” Legt
uit: “Ik begrijp nu waarom Amerikanen je feliciteren als je failliet bent
gegaan; daar kan je echt iets van leren. Je krijgt de kans om met een
schone lei te beginnen, en ik heb ook een rugzak vol ervaringen.”

Hoe heb je vervolgens je label van de grond gekregen?

Ik heb een pitch deck gemaakt en daarmee ben ik naar
investeerders gestapt. Het voordeel was dat ik al een behoorlijk track
record
had en kon vertellen waar ik van geleerd heb. Het label heeft
daarnaast een grote naamsbekendheid.”

Welke doelstellingen heb je met je nieuwe bedrijf?

“Al tien jaar ben ik bezig met mijn label, maar voor mijn gevoel ben ik
met de bouw ervan pas op een derde. Tot nu toe stond het merk in het teken
van bestaansrecht, nu wil ik het label commercieel uitrollen. Een ding dat
ik heb geleerd, dat wordt ook de strategie van Ilja 2.0, is dat ik het
duurzaam wil aanpakken. En een neus voor goede partners ontwikkelen.”

Ontbraken die partners tot nu toe?

“Voor het bouwen van een label in een branche met moordende concurrentie
heb je partners met veel ervaring nodig. Die had ik eerst niet. Gelukkig
heb ik er nu twee gevonden. Deze partners zijn investeerders en adviseurs,
die graag willen anoniem blijven. Daarnaast heb ik er een juridisch
adviseur en een financieel adviseur bij. Zij hebben veel internationale
ervaring, bij grote merken.”

Wat kan je vertellen over het ‘nieuwe’ label?

“Het label heet ‘Ilja’ en de eerste collectie hangt nu net in de
showroom (Blue Glory, red.). De eerste reacties zijn heel positief. Ik heb
een agent en distributeur gevonden en we starten met verkoop in Nederland.
Het is een voortborduring van Ilja 1.0, maar wel is het nu commercieel. Het
label heeft een duidelijke link met Ilja Couture; de collectie straalt
comfort uit – dat wilde ik heel graag. De stoffen zijn rijk en comfortabel.
Ik speel veel met materialen en combineer bijvoorbeeld een blouseje met
broek met een laag kruis. Sjiek met stoer; dat is waar Ilja voor staat. Dit
is lager geprijsd en is dus commerciëler. Een sweater kost bijvoorbeeld 69
euro, een vest vanaf 100 euro en een colbertje is 260 euro. Ready to Fish
zat in een hoger segment.”

Wat is je ambitie voor het eerste seizoen?

“We hebben een target van rond de twintig klanten, maar eerst eens
kijken hoe het wordt opgepakt.”

Denk je al aan couture?

“Ik denk er zeer zeker aan, maar Ilja 2.0 staat in het teken van
duurzame groei. We willen meer tijd nemen om beslissingen te maken. Ik heb
geleerd van ‘te hard gaan’. We gaan het zeker oppakken, maar ready to
wear
moet eerst goed staan. Later gaan we couture doen en dat koppelen
aan ready to wear. Maar we beginnen nu op deze manier; stapje voor
stapje.”

Hoe lang blijf je nog aan couture denken voor je het echt gaat
doen?

Lachend: “Ik kan heel veel ballen tegelijk in de lucht houden, maar dat
wil ik niet meer. Ik wil een gezond bedrijf bouwen en nu krijg ik die kans.
Om op dat hoogste niveau te showen in Parijs, dat is een grote kostenpost.
Die komt als we er klaar voor zijn. Dat kan twee seizoenen zijn, of drie
seizoenen.”

Hoe ga je de taken verdelen in het nieuwe bedrijf?

“Ik ben eindverantwoordelijk voor alles, maar ik heb fantastische
adviseurs om me heen.”

Hoe los je straks de voorfinanciering op?

“Met nieuwe investeerders en een financieel adviseur, die veel ervaring
heeft in de mode. Hij is doorgewinterd in liquiditeitsprognoses en de
seizoenen.”

Bij je vorige label was er veel interesse vanuit Azië en het
Midden-Oosten. Speel je daar nu op in?

“Couture is wereldwijd lovend ontvangen. Ik heb al uitnodigingen
gekregen voor Dubai Fashion Week en Chengdu Fashion Week. Dat gaan we weer
oppakken, maar one step at a time. De tijd moet nog leren of ik
hier al dit jaar op in ga of in een later stadia. In de toekomst hoop ik
ook verder bouwen met andere producten, zoals parfum.”

Hoe zit het met je oude personeel, komen zij weer terug?

“Van een aantal medewerkers kan ik me goed voorstellen dat zij weer
terug komen. Ik werk met mensen op freelance basis, wat mij de kans geeft
met specialisten op projectbasis te werken. Zo ben ik in de gelegenheid om
betere kennis in te huren.”

Begrepen je werknemers destijds het faillissement?

“Een aantal hadden veel ervaring in de modebranche; zij weten hoe zoiets
gaat. Andere jongere medewerkers was het een stuk lastiger. Niet iedereen
kan in het hoofd van een ondernemer kruipen.”

Hoe kijk je terug op het afgelopen jaar? Wat heb je geleerd?

“Het was een krankzinnig en bizar jaar. Er waren zoveel verschillende
emotionele fases, die je vormen als mens. Ik heb geleerd dat niet iedereen
werkt vanuit een passie zoals ik, sommigen werken om geld te verdienen. De
keuzes maken over met wie je gaat werken zijn belangrijk. En een van de
dingen die ik concreet gerealiseerd heb, is het luisteren. De mensen om mij
heen hebben mij op verschillende momenten concrete dingen aangegeven, maar
ik heb daar niet bij stil gestaan. Nu kan ik beter dingen signaleren,
waardoor ik meer waarde aan advies hecht en het ook daadwerkelijk kan
implementeren. Dit is een belangrijk onderdeel geweest van mijn
groeiproces.”

Ilja Visser studeerde aan de modeacademie ArtEZ en Fashion Institute
Arnhem (FIA). In 2005 lanceerde ze haar couturelijn ‘Ilja’. Na het succes
van haar couture collectie lanceerde ze in 2006 haar prêt-à-porter lijn
‘Ready to Fish’. Drie jaar later richtte Visser haar eigen modehuis op
onder de naam Ilja Visser Group, die zich gevestigde aan de Prinsengracht
in Amsterdam. De winkel met de collectie Ready to Fish richtte ze in 2010
op. Visser ontving in 2011 de Mode Stipendium Award van het Prins Bernhard
Cultuurfonds voor haar innovatie en talent. Vorig jaar werd Ilja Visser nog
opgenomen in de Parijse couturekalender. In
maart stopte Visser na tien jaar met haar ready to wear-lijn Ready to Fish. Enkele maanden
later, in juni, werd er faillissement aangevraagd voor haar bedrijf
Goldfish Design. Haar drie bv’s werden in september failliet verklaard
en haar couture stukken werden geveild.

Beeld: Ilja

The Sting lanceert weer een nieuwe keten: Distrikt Nørrebro. In het
najaar zullen er 7 winkels openen van het merk, maar The Sting ziet
‘ruimte voor zo’n 20 winkels’. Dat meldt The Sting eigenaar Herman Franzen
aan het FD.

“Een enthousiast team bij onze inkoop wil graag, net als Costes,
winkels openen van dit merk,” aldus Franzen. De nieuwe keten verkoopt
‘basic kleding, maar ook van het soort dat je naar je werk aan kunt’.

Binnenkort gaat de eerste nieuwe keten Costes Men open in Den Bosch, ook
komen er gecombineerde Costes-winkels met dames- en herenmode. De gewone
Costes-filialen moeten dit jaar groeien van 23 naar 40 vestigingen. Daarna
zullen er nog maximaal 10 geopend worden. Tevens investeert The Sting in
e-commerce; de webwinkel heet ‘House of Brands’ heten en is al
winstgevend.

Deze week verschijnen de jaarcijfers van The Sting, waaruit blijkt dat
de keten het helemaal niet zo slecht doet als gedacht. In 2015 werd er nog
een verlies geleden van 5 miljoen euro, maar in het nieuwe jaar wordt er
een voorlopige winst van 4 miljoen gerapporteerd. Dankzij de winstgroei
verwacht Franzen 20 miljoen te kunnen investeren in nieuwe en bestaande
Sting-winkels.

Inmiddels zijn alle Nederlandse winkels winstgevend, laat CFO Roger van
Biljouw aan de krant weten. De verliezen van The Sting waren vooral het
gevolg van de lancering van de webshop en de sluitingen van verliesgevende
winkels in Groot-Brittannië en Duitsland, waar 6 miljoen euro werd
afgeschreven. Het kostte de keten ook 5 miljoen aan ontslagen en het
afkopen van huurcontracten.

Inmiddels ligt er een groeiplan waarbij de omzet van 250 miljoen euro in
3 jaar door moet groeien naar 400 miljoen euro. De modegroep gaat de
huidige winkels een opfrisbeurt. De keten heeft nu 86 winkels, waarvan 55
in Nederland. “Tussen eind 2015 en 2019 worden alle winkels verbouwd.
Daarna hebben ze 15 tot 20 procent meer omzet,” aldus Franzen.

Beeld: The Sting

De nieuwe chief creative officer Raf Simons heeft het logo van
Calvin Klein een kleine make-over gegeven. Een week voor de catwalkshow
tijdens New York Fashion Week, de eerste van Simon’s hand, presenteert het
modemerk een nieuw logo.

Op Instagram werd het nieuwe logo voor het eerst getoond. Calvin Klein
beschrijft het logo als een ‘terugkeer naar de spirit van het
origineel’. “Een erkenning van de oprichter en de fundering van het
modehuis,” aldus het modelabel.

Het nieuwe logo is ontworpen in samenwerking met art director
en grafisch ontwerper Peter Saville. Eerder werkte deze ontwerper samen met
Stella McCartney, Jil Sander, Yohji Yamamoto, and Christian Dior. Ook is
hij een bekende van Raf Simons; samen werkten ze aan de collectie voor de
herfst-/winter 2003 van Simons’ ready to wear lijn.

Beeld: Facebook Raf Simons