Grote modeconcerns, vaak afgeschrikt door de hoge
productiekosten in China, verplaatsen hun productie graag naar
dichterbij gelegen streken zoals Turkije, Tunesië, Marokko, Portugal
of Roemenië. Ieder land heeft zijn eigen specialiteit op het gebied
van sourcing en productie. Hoewel de recente terreur in
Tunesië en Turkije bepaalde labels heeft ontmoedigd, houdt een aantal
moedig vol en laat met name hun denim en lingeriecollecties in deze
landen produceren. Andere merken kiezen voor de productie van fast
fashion voor Marokko, de zevende leverancier van textiel en
kleding aan de Europese Unie.
Binnen welke geostrategische context staat de Marokkaanse
textielindustrie op dit moment? Dankzij zijn vrijhandelsakkoorden en
infrastructuur (de haven van Tanger, vrije zones…) is Marokko een
platform voor productie en export naar Europa, de Verenigde Staten en
de MENA-regio (Midden-Oosten en Noord-Afrika), met levertijden van
vier tot zes weken.
Doel: meer buitenlandse investeerders aantrekken
In mei 2016 heeft koning Mohammed VI de visumplicht voor Chinese
toeristen afgeschaft. Volgens het Ministerie van Industrie om
buitenlands kapitaal en investeerders aan te trekken en in 2020 een
groei van 23 procent te realiseren. Volgens Zahra Maafin, algemeen
directeur van Maroc PME (Nationaal Agentschap voor promotie van het
midden- en kleinbedrijf) is Marokko de mondiale specialist in fast
fashion geworden. “Dat betekent niet dat er rustig achterover geleund
kan worden. Investeringen blijven noodzakelijk, want de concurrentie
is groot.”
De textielsector in Marokko telt nu 175.000 vaste banen. Het is de
grootste industriële werkgever van het land. In 2015 werd een omzet
van 31,4 miljard dirham (ongeveer 3 miljard euro) gerealiseerd en door
1.600 textielondernemingen worden jaarlijks een miljard artikelen
geproduceerd. “Marokko wacht een mooie toekomst dankzij de
internationalisering en de groeiende vraag naar fast fashion
producten. In 2025 zou de Marokkaanse textielmarkt verdubbeld moeten
zijn en de 100 miljard dirham bereiken (een omzet van 10 miljard
euro), dankzij de opkomst van de middenklasse”, legt Maafin uit.
Herleving van creativiteit in Marokko
Om meer investeringen aan te kunnen trekken voert de Marokkaanse
regering een plan uit voor versnelde industriële ontwikkeling en
opleiding van 100.000 (fashion) professionals tot 2020. Dit
opleidingsaanbod wordt vooral uitgewerkt door de Office de la
Formation Professionnelle et la Promotion du Travail (OFPPT), de
Ecole supérieure des industries du textile et de
l’habillement (ESITH), Casa Moda Academy en het Ministerie van
Industrie.
Casa Moda Academy is de enige ‘moderne’ mode-opleiding van het
land. Ver van de clichés van de traditionele naaiateliers, biedt deze
in 2010 te Casablanca geopende school (geleid door Atelier Chardon
Savard in Parijs) een opleiding van drie jaar en een hbo-diploma. Ver
verwijderd van de opleidingen en het hoge collegegeld dat in Parijs,
Londen, Milaan of New York wordt gerekend, kost zij 26.000 dirham
(2.500 euro) per jaar en richt zich op studenten uit de
middenklasse.
Casa Moda Academy wordt geleid door Sylvie Billaudeau, die in 1987
afstudeerde aan Esmod Paris en vijftien jaar bij Chanel heeft gewerkt.
“Op creatief vlak is er veel potentie. Wij bieden de sector ontwerpers
met een profiel dat interessant is voor bedrijven. We merken dat op
artistiek vlak echt een snelle ontwikkeling gaande is, wat aansluit op
ons doel om de creativiteit te benutten die in Marokko aanwezig is. We
moeten ons wel realiseren dat Marokko geen land is met een
modecultuur. Hier lopen mensen in traditionele kledij en dat beeld
bestaat ook internationaal van ons. We moeten dus deze nieuwe
benadering van mode in ons systeem krijgen,” legt de directrice
uit.
De school is opgericht vanuit de Marokkaanse modesector. “Sommige
leerlingen die er de middelen voor hebben gaan een opleiding in het
buitenland volgen, maar de meesten blijven hier,” zegt Billaudeau.
“Internationaal wordt een beroep op ons gedaan, zoals onlangs in
Bordeaux bij een evenement over architectuur en mode en binnenkort
wordt in Rabat een modeshow gehouden. Wij houden ons ook veel met
recycling bezig, en ons is gevraagd om te exposeren op Cop22 (de
Conferentie van partijen bij het VN Klimaatverdrag, die van 7 tot 18
november in Marrakesh plaatsvindt)”.
Woordvoerder Bechar El Mahfoudi vult aan: “Ons onderwijs draait om
het moderne. Wij kunnen de codes van de Marokkaanse mode hanteren,
maar we overstijgen het ambacht. Het creatieve proces van de school is
in alle segmenten toe te passen: kleding, accessoires, schoenen…. We
onderwijzen een manier van denken waarmee de leerlingen in elk gewenst
modesegment terecht kunnen.”
Volgens Sylvie Billaudeau “is het probleem hier, in Marokko, dat
wij geen stoffen hebben. Alles is geïmporteerd. Er zijn heel weinig
leveranciers van grondstoffen. We zoeken ons materiaal op lokale
markten, maar de continuïteit ontbreekt vaak voor onze leerlingen, die
in hun werk moeten improviseren met wat zij aantreffen. Aan de andere
kant maakt hen dat flexibel en creatief.”
Maroc in Mode-Maroc Sourcing
In de Euromed-zone worden zelden mode- en textielbeurzen gehouden.
Sinds Texmed in Tunis een paar jaar geleden verdween, zijn vakbeurzen
Maroc in Mode en Maroc Sourcing de enige etalages voor export vanuit
de regio. De twee beurzen voor mode, stoffen en accessoires,
georganiseerd door de AMITH (Association Marocaine des Industries
du Textile et de l’Habillement) beleefden in oktober hun 14e en
13e editie.
Met 107 internationale exposanten uit Marokko, Turkije, Egypte,
België, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Spanje, China en Tunesië onder
de paraplu van het CEPEX (Centre de Promotion des Exportations de
Tunisie), bracht dit fabrikanten van denim, tricot, werkkleding,
sportkleding, athleisure en knitwear,
modeopleidingen en overheidsorganisaties zoals ‘Invest in Morocco’ bij
elkaar.
Dit jaar hebben de twee beurzen een duizendtal professionele
bezoekers ontvangen, waaronder 350 internationale inkopers uit
Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal,
Turkije, Rusland, het Midden-Oosten en Afrika, en inkopers van merken
als Morgan, El Corte Inglés, Barbour, Prenatal, Mustang, Sandro,
Jules, Aigle, Mango, Bershka en de Arcadia Group.
Marokkaans merk Flou Flou binnenkort in Frankrijk
Naast de modeketens en internationale merken die in het land
produceren, heeft Marokko zelf drie merken voor prêt-à-porter ‘tegen
schappelijke prijzen’: Marwa, Flou Flou en Diamantine.
Marwa is een jong modemerk voor vrouwen, dat te vergelijken is met
het Spaanse Zara maar lager geprijsd. Het is opgezet door Karim Tazi,
voorzitter van de AMITH. Het Marokkaanse merk heeft een team van
internationale ontwerpers en een netwerk van 65 winkels, waarvan 40
eigen zaken en 19 in franchise in Marokko, vier in Algerije en twee in
Libië.
Flou Flou – een label van confectieonderneming Blue Bird, dat
vooral voor Franse en Britse merken produceert (Armor-Lux, Leroy
Merlin) – telt 31 winkels in Marokko en gaat binnenkort een winkel in
Zuid-Frankrijk openen. Het positioneert zich als merk in het
middenhoge prijssegment: de gemiddelde prijs van een jurk is 900
dirham (ongeveer 90 euro) en van een jasje 1.200 dirham (120
euro).
Diamantine ten slotte biedt gemoderniseerde traditionele collecties
van kaftans en djellaba’s. “Mode versnelt steeds meer, er is vrijwel
elke week een nieuwe trend. De mode-industrie moet zo snel mogelijk
ontwikkelen en produceren en veel Marokkaanse ondernemingen hebben
zich in dit fast fashion segment gespecialiseerd,” zegt Mohamed Tazi,
algemeen directeur van de AMITH.
Om nog sneller op het ritme van de collecties te kunnen reageren,
zal het tandem ‘Maroc in Mode-Maroc Sourcing’ vanaf 2018 twee edities
per jaar organiseren. De volgende editie vindt plaats op 26 en 27
oktober 2017.
Anne-Sophie Castro is als gast van Maroc in Mode (AMITH) naar
Marokko gereisd.
Fotos: Casa Moda Academy, Maroc in Mode-Maroc Sourcing, Denim