Coach Inc., het moederbedrijf van Coach en Stuart Weitzman, heeft de
netto-omzet in het tweede kwartaal van boekjaar 2016 met 4 procent zien
stijgen tot een bedrag van 1,27 miljard dollar (1,16 miljard euro). Net als
de omzet steeg ook de brutowinst van het bedrijf in de periode die eindigde
op 26 december 2015. De brutowinst bedroeg 859 miljoen dollar (787,1
miljoen dollar). Vorig jaar mocht het bedrijf 841 miljoen dollar (770,6
miljoen euro) brutowinst bijschrijven.

In tegenstelling tot de omzet en brutowinst, lag de nettowinst van het
bedrijf dit jaar lager dan in dezelfde periode van het voorgaande jaar. De
nettowinst bedroeg in Q2 van 2016 170,1 miljoen dollar (155,9 miljoen
euro). Het voorgaande jaar eindigde de teller op 183,5 miljoen dollar
(168,1 miljoen euro).

De netto-omzet van tassen- en accessoiremerk Coach bedroeg 1,18 miljoen
dollar (1,08 miljoen euro), wat een daling is ten opzichte van de 1,22
miljoen dollar (1,12 miljoen euro) die het merk een jaar eerder had
opgebracht. In thuisland Amerika daalden de verkoopcijfers met 7 procent,
terwijl het merk de verkoop in Azië juist met 4 procent zag stijgen. De
brutowinst van Coach bedroeg 799 miljoen dollar (732,1 miljoen euro).

Stuart Weitzman bracht in totaal 94 miljoen dollar (86,1 miljoen euro)
op. De brutowinst van het schoenen- en tassenmerk bedroeg 61 miljoen dollar
(55,9 miljoen euro). Coach Inc. CEO Victor Luis stelt dat het bedrijf
verheugd is over de resultaten van het merk. Volgens Luis werden, ondanks
het warme winterweer, vooral veel laarzen verkocht. De CEO denkt dat dit
bevestigt dat het merk een groeiend aantal consumenten weet aan te
spreken.

CEO Luis uitte zich positief over de geboekte resultaten. “We zijn erg
tevreden over de resultaten van het tweede kwartaal. Deze waren in lijn met
onze verwachtingen en lieten zien dat ons plan om het bedrijf te
transformeren aanslaat.” Hiermee verwijst Luis naar het gebruik van betere
materialen en het aanpassen van de ontwerpen. “Door deze reusltaten
vertrouwen we erop dat onze omzet dit jaar verder zal groeien.”

Voor de resterende maanden van het financiële jaar verwacht Coach Inc.
een eencijferige groei. Wel wordt verwacht dat de omzet negatief zal worden
beïnvloed door de huidige wisselkoersen. “We hebben een sterke visie en een
duidelijke strategie. We zijn er zeker van dat we hiermee kunnen zorgen dat
Coach Inc. langetermijngroei zal boeken.”

Surfmerk Quiksilver heeft een roerige tijd achter de rug. Nu is er voor
het eerst weer positief nieuws: het bedrijf heeft naar verluidt bijna een
akkoord bereikt omtrent een doorstart. Meerderheidsaandeelhouder Oaktree
Capital Management heeft volgens Bloomberg toegezegd dat het 14 miljoen
dollar (12,8 miljoen euro) zal betalen als onderdeel van een
herfinancieringsplan.

Enkele andere investeerders in het bedrijf zijn het echter niet eens met
het voorstel van Oaktree Capital Management, dat momenteel 73 procent van
Quiksilver´s aandelen bezit. Volgens hen is het bedrijf 690 miljoen dollar
(632,8 miljoen euro) waard in plaats van 546 miljoen dollar (500,8 miljoen
euro). De investeerders vinden dat Oaktree Capital Management daarom 91
miljoen dollar (83,4 miljoen euro) in plaats van de voorgestelde 14 miljoen
dollar (12,8 miljoen euro) moet neertellen onder het herstructureringsplan.
Toch wordt gesproken van een naderende overeenkomst.

Als het genoemde herfinancieringsplan ook door de rechtbank wordt
goedgekeurd, zal Quiksilver´s huidige schuld van 900 miljoen dollar (825
miljoen euro) nog maar 300 miljoen dollar (275 miljoen euro) bedragen.
Oaktree Capital Management zal dan ook de eigenaar van het bedrijf worden.
Op 4 februari doet de rechter een uitspraak in de zaak, en zal bekend
worden of Quiksilver onder zijn investeerder kan verdergaan.

De populaire Amsterdamse lederwarenproducent Cowboysbelt gaat zijn horizon verbreden. Onder de nieuwe merknaam Amsterdam Cowboys lanceert het bedrijf met trots een bredere lifestylecollectie voor een kwalitatief hoog segment.

Amsterdam Cowboys is een nieuw premiummerk voor leren tassen, riemen, schoenen en woonaccessoires. De producten zijn ontworpen voor mensen met een sterk karakter die niet bang zijn om hun individualiteit te tonen. “We zijn een merk met een duidelijke designmening”, aldus Huub Tebbens, mede-eigenaar en verantwoordelijk voor de strategie van het bedrijf. “In de huidige tijd van conceptstores vinden we het belangrijk om meer te kunnen aanbieden rond leer, onze specialiteit. Als bedrijf vergt het uiteraard wel de nodige expertise om zo’n stap te kunnen maken. Door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren beschikken we over de juiste samenwerkingspartners én hebben we goede designers in huis.”

Een tikje brutaal

Cowboysbelt werd opgericht in de jaren ‘80, toen de jeans hoogtij vierde. Stoere riemen om bij die jeans te dragen waren echter schaars. Dus liet het merk Nederland kennismaken met de brede cowboysriem en de leren cowboysbag. Nu is het tijd voor een volgende stap. “Amsterdam Cowboys is meer een levensstijl”, zegt Mieke Brouwer, mede-eigenaar en creatief directeur. “Voor avonturiers die, net als wij, houden van reizen, mooie producten en kwaliteit. Mensen die niet bang zijn om hun eigen stem te laten gelden, een tikje brutaal.” Ze weet zeker dat er vraag is naar een nieuw, kwalitatief hoogwaardig lifestylelabel. “Mensen die onze smaak leuk vinden willen alle mogelijke (leren) producten in die stijl hebben.” Naast tassen, riemen en schoenen bevat de collectie van Amsterdam Cowboys ook woonaccessoires en allerlei leuke hebbedingen. Het gebruik van leer blijft een belangrijk uitgangspunt, dit wordt gecombineerd met andere natuurproducten die passen bij het merk, zoals, hout, staal en marmer.

Keuze voor kwaliteit

Dat Amsterdam Cowboys zich richt op een hoog segment, zie je terug in de producten. Dat begint al met simpele dingen als een rits of voeringstof, maar ook het leer heeft andere eigenschappen wanneer koeien in de wei hebben gestaan, weet Brouwer. “Het is mooier, luxer. Bepalend zijn ook de bewerkingen: het leer dat wij gebruiken wordt met natuurlijke materialen gelooid, daardoor krijg je die unieke kwaliteit.” Dat veel mensen nog altijd het idee hebben van ‘leer is leer’ heeft te maken met gebrek aan kennis over het materiaal. Goed gemaakt leer is echt een ander verhaal dan een lap huid die zomaar beschilderd wordt, verzekert Tebbens. “Wanneer je leer helemaal dicht finished haal je het ‘leven’ eruit. Wij vinden het belangrijk om het materiaal op een zo authentiek mogelijke manier te laten zien, door uitsluitend natuurlijke waxen en oliën te gebruiken.” Zo krijgt het product de mogelijkheid zich te vormen naar de drager en wordt het met de tijd alleen maar mooier. Je ziet en voelt de structuur van het materiaal, het heeft karakter. Door het gebruik van verschillende leerkwaliteiten biedt de collectie bovendien voor elk wat wils: de ene tas is bijvoorbeeld wat stugger, de andere juist soepel en aaibaar.

Subtiele details

Inspiratie haalt het designteam ‘overal en nergens vandaan’: dat kan een mooi hotel zijn met heldere architectonische belijningen of de kwaliteit en vakmanschap van Scandinavisch design. De nieuwe Amsterdam Cowboys collectie voor herfst/winter 2016 draait om subtiele details. Een tas met verfijnde studs aan de onderkant, een stiksel dat als een elegante curve over het ontwerp loopt of simpelweg een luxe rits als eyecatcher. “Die finesse maakt iedere collectie net weer even anders”, legt Brouwer uit. “Fashionable maar nooit overdadig of schreeuwerig. We houden niet van grote logo’s of andere toeters en bellen. We laten het materiaal spreken en de details maken het af.” Tebbens vertelt enthousiast over de nieuwe mannencollectie luxe leren riemen. “Dressed belts voor bij een pak zijn meestal zeer traditioneel vormgegeven, voorzien van een standaardgesp. Naar onze mening hebben veel mannen behoefte aan een kwalitatief hoogstaand product, maar wel met dat cowboysausje erover. Elegant-stoer, zoiets was er nog niet. Terwijl de echte ‘kostuummannen’ zich juist steeds vaker casual kleden, zonder stropdas, en de jeanstypes hun spijkerbroek of chino combineren met een colbert. Daarmee vervaagt die strikte scheidingslijn. Wij vinden dat een leuke ontwikkeling en nodigen met deze riemencollectie uit tot het maken van onverwachte combinaties.”

Toekomstplannen

Met de introductie van Amsterdam Cowboys slaat het bedrijf een nieuwe weg in. De eigenaren zijn van mening dat je als merk permanent moet vernieuwen, want de ontwikkelingen in de markt zijn drastisch. “Het beeld van wát de consument wil en hóe er wordt gewinkeld verandert, de verdere integratie tussen fysieke winkels en webwinkels zet door”, stelt Tebbens. “Wij verkopen een concept, een beleving. In die zin zijn onze plannen ongelimiteerd! We zouden het bijvoorbeeld een logische stap vinden als restaurants met onze lifestyleproducten ingericht worden. Een restaurant in Amsterdam Cowboys-stijl, klinkt goed toch?” Op de Modefabriek en de Berlijnse beurs Panorama is de nieuwe collectie met veel enthousiasme ontvangen. Om de introductie van Amsterdam Cowboys te vieren is tevens de ‘Add Character’ campagne gelanceerd: tattoo-artist Rutger Termohlen heeft een tas getatoeëerd met Amsterdamse huizen – een dikke knipoog naar de stad waar je jezelf kunt zijn. Wie een foto van zichzelf met één van de producten van Amsterdam Cowboys deelt op Instagram, voorzien van #amsterdamcowboys2016, maakt kans om dit collectorsitem te winnen. Brouwer: “Waar we eerder vooral het merk en de producten lieten spreken, gaan we nu zelf wat meer geluid maken. Bang om dit soort stappen te maken zijn we niet. Wat dat betreft zijn we waaghalzen – toch een beetje die cowboys, hè.

INTERVIEW

Een maand nadat warenhuis V&D officieel failliet werd verklaard wachten
leveranciers met smart op meer nieuws over een mogelijke doorstart. Derk
van Geel, advocaat van de leveranciers, verwacht dat er ‘binnen een week’
meer bekend wordt gemaakt over de toekomst van V&D. Toch is het belangrijk
dat leveranciers zich daar goed op voorbereiden. “Zorg dat je al je
documentatie paraat hebt,” zegt Van Geel.

“Ik heb geen idee in welke vorm en omvang een doorstart mogelijk is,
maar ik denk dat het voor een deel gaat lukken,” zegt Derk van Geel van
Fort Advocaten, die een aantal leveranciers bijstaat. “Ik schat dat er over
een week wel meer bekend wordt.” In januari werken de curatoren samen met
de betrokken partijen aan een toekomstplan van V&D. Van Geel werkte samen
met de curatoren aan een goede regeling voor de leveranciers.

“Nieuw arrangement leveranciers V&D neemt hoop angst weg”

Tijdens de zogeheten afkoelingsperiode deden de curatoren een voorstel
aan de leveranciers: partijen die een eigendomsrecht op zaken hebben
krijgen een vergoeding van 70 procent van de inkoopwaarde met een maximum
van 70 procent van de gerealiseerde verkoopwaarde van de goederen. Maar
niet iedere leverancier ging akkoord met de regeling. Aan de hand daarvan
zijn er gesprekken gevoerd en is er medio januari een nieuw ‘arrangement’
op tafel gelegd.

De regeling voor leveranciers houdt in dat leveranciers bij wie
vaststaat dat ze de eigenaar zijn van de goederen tijdens de
afkoelingsperiode zijn verkocht 100 procent van de factuurwaarde vergoed
krijgen. Daarentegen zullen er nog wel enige kosten in mindering worden
gebracht (te vermeerderen met btw) die direct verbandhouden met de
afwikkeling van het eigendomsrecht (bijvoorbeeld handelingskosten). Hoeveel
die kosten zullen zijn is nog niet bekend, maar de curatoren verwachten
niet meer dan 10 procent van de factuurwaarde.

“Dit arrangement neemt een hoop angst weg en is een grote verbetering.
De leveranciers waren allemaal bang dat de curatoren de goederen zouden
verkopen en de opbrengst zou verdwijnen. Met deze regeling is dat scenario
getackeld,” zegt Van Geel. “Eerst kregen ze maar 70 procent en nu 100
procent, min de korting.” Hij verwacht dat de extra kosten mee zullen
vallen. “De opdracht voor leveranciers is dat ze kunnen aantonen wat hun
goederen zijn.”

Leveranciers V&D moeten eigendom goederen kunnen bewijzen

Wat kunnen leveranciers verwachten? “Curatoren komen met een opgaaf per
leverancier, van de voorraad die er op 22 december was,” legt de advocaat
uit. “Daarna komen ze met een opgaaf van de goederen die er nog waren op
het moment dat ze de activiteiten staken – als V&D een doorstart maakt of
juist gesloten wordt.” Het verschil tussen beide momenten laat zien wat er
in de tussentijd is verkocht. “Het restant wat er ligt krijgen de
leveranciers terug, of dat wordt mee verkocht aan de nieuwe eigenaar van
V&D,” aldus Van Geel. “Voor de verkochte spullen krijgen leveranciers
compensatie.”

Maar er zit wel addertje onder het gras: leveranciers moeten zelf kunnen
aantonen dat ze eigenaar zijn van de goederen. “Het is heel belangrijk dat
leveranciers zelf de stukken uit de boekhouding paraat hebben,” waarschuwt
Van Geel. “Niet alleen facturen en orderbonnen, maar vooral informatie
waarmee je de goederen kan specificeren.” Hij legt uit: “Op basis van je
eigen documenten moet je letterlijk kunnen aanwijzen ‘deze jas is door mij
geleverd’. Dat betekent dus niet dat je bijvoorbeeld zegt ‘ik heb 500
groene jassen geleverd aan V&D’, dat moet je dus in detail kunnen aantonen;
het merk, het model, de maat en de kleur, alles.” Hij verwacht dat dat voor
leveranciers van fast fashion niet zo moeilijk zal zijn, aangezien
dat in kleine hoeveelheden geleverd wordt en dat doorgaans snel te winkel
uitvliegt. Maar voor andere modegoederen zal het lastiger worden, denkt
hij.

Een leverancier moet dus zorgen dat hij alle stukken in de eigen
boekhouding bij elkaar heeft, zodat hij de geleverde producten gemakkelijk
kan specificeren als hij de opgaaf van de curator krijgt, zegt de advocaat.
“Het zal voor de een lastiger zijn dan voor de ander. Het hangt er vanaf
wat je levert; diversiteit in producten kost meer tijd. Partijen die
merkgoederen leveren zullen het gemakkelijker hebben. De grootste uitdaging
zal zijn om de curatoren te overtuigen van het eigendomsrecht en dat kan
best een lastige discussie worden.”

Advocaat leveranciers V&D waarschuwt: zorg dat je documentatie op orde
is

Van Geel is blij met de nieuwe regeling. “Het vorige arrangement was
echt een fout van de curatoren. Daar hebben we toen veel druk op
uitgeoefend en dat is nu gelukkig aangepast.” Toch houden leveranciers nog
wel een slag om de arm met het nieuwe arrangement. “Ze zijn er blij mee,
maar zeggen ook ‘het hangt er vanaf hoe de curatoren ermee omgaan’. Hoe
makkelijk om moeilijk wordt het als alle documenten op tafel komen en er
dan geld betaald moet worden? Het zit ‘m namelijk in de uitvoering.”

Een ander punt waar nog over nagedacht moet worden: wat gaat er gebeuren
als er een doorstart komt? “Stel dat een leverancier 100 truien heeft
geleverd, waarvan de curatoren er 50 hebben verkocht. Dan rekenen ze 50
truien af met de leverancier, maar dan blijven er nog 50 truien over die in
de winkels liggen. Hoe gaat het lopen als de nieuwe eigenaar die 50 truien
ook wel wil hebben?” Als de curatoren de nieuwe eigenaar aansporen om met
de leverancier te gaan onderhandelen is dat een slecht scenario, zegt Van
Geel. “Het is dan voor de ‘doorstarter’ heel makkelijk om het mes op de
keel van de leverancier te zetten. De nieuwe eigenaar kan er namelijk goed
van profiteren, door de restanten voor een bodemprijs af te nemen.” Dat is
slecht nieuws voor de leveranciers, die op deze manier meebetalen aan de
doorstart.

Het beste zou zijn als de curatoren zo’n situatie voorkomen door
duidelijke afspraken te maken met de nieuwe eigenaar. “Eigenlijk moeten de
curatoren tegen de doorstarter zeggen ‘ we stellen je in staat om afspraken
te maken met leveranciers, maar wel tegen marktconforme waarden’. Op deze
manier worden de rechten van de leveranciers gewaarborgd.” Hij voegt toe:
“Het is mij niet duidelijk of ze dat gaan doen, maar het maakt voor de
leveranciers wel veel uit.” Van Geel pleit voor een afspraak waarbij de
voorraad die al voor V&D bestemd is tegen marktconforme voorwaarden worden
afgenomen, of 90 procent van de inkoopprijs bijvoorbeeld. “Ik vind dat wel
een heel net en tevens realistisch plan.” Hij stelt dat het de taak van de
curator is om voor de schuldeisers op te komen. Als het aan de advocaat
ligt, komt er een faciliteit in de doorstart, waar leveranciers een beroep
op kunnen doen.

Modint onderzoekt aansprakelijkheid Sun Capital

Eerder deze week werd bekend dat brancheorganisatie Modint onderzoekt of
het Sun Capital aansprakelijk kan stellen voor de schade van leveranciers.
“Dat begrijp ik goed,” reageert Van Geel. “Een aantal cliënten van mij zijn
daar ook mee bezig; zij stellen zowel Sun Capital als de directie van V&D
aansprakelijk.” Het was een grote fout dat Sun Capital in de zomer nog de
garantie gaf dat het wel snor zat met de financiering, en dat het warenhuis
nog zeker vier jaar vooruit kon, vindt hij. “Het doel was dat er geleverd
zou blijven worden, maar zes maanden later was het ineens voorbij.” En er
is meer: “Als directie van V&D handel je onrechtmatig als je nog
verplichtingen aangaat, terwijl je al weet dat je die niet meer kunt na
komen. Tot een paar dagen voor de surseance van betaling werden er nog
forse inkopen gedaan door V&D. Cliënten van mij kregen zelfs twee weken
voor het faillissement nog een order van een paar ton. Dat is heel zuur als
je zelf die kosten maakt en dan hoort dat het voorbij is.” Het zal
juridisch niet makkelijk worden om aansprakelijkheid te bewijzen, maar ‘ je
kan je voorstellen dat mensen het gevoel hebben dat ze in de maling genomen
zijn’.

Advocaat Van Geel: “Als er een doorstart komt met dezelfde leveranciers,
dan krijgen ze in ieder geval de kans om de schade terug te verdienen. Maar
dat hangt ook weer af van de omvang van de doorstart; de helft van de
winkels betekent namelijk ook de helft van de goederen.” In ieder geval
moet de leverancier goed beslagen ten ijs komen als het om de documentatie
van geleverde goederen gaat. “Verder moeten ze ook even pas op de plaats
maken voor de doorstart; wachten tot er nieuws komt, en dan hopen en erop
vertrouwen dat de curatoren bij het sluiten van de doorstart voldoende
rekening met hun belang hebben gehouden.”

Eind december, nog voor het officiële faillissement van V&D, sprak
FashionUnited ook met Van Geel over de toenmalige positie van de
leveranciers. Lees het interview hier.

Voor Kennedy-Au Bon Marché B.V., de eigenaar van 22 dameskledingwinkels
in de regio´s Zuid-Holland en Zeeland, is het doek gevallen. Het bedrijf
werd op 27 januari door de rechtbank van Rotterdam failliet verklaard:
dezelfde dag dat ook een groot aantal Esprit franchise-vestigingen in Zuid-Holland
failliet werd verklaard. Gezamenlijk hadden beide bedrijven ruim 200
personeelsleden in dienst.

22 winkels van Kennedy en Au Bon Marché zijn failliet

Faillissementsdossier.nl meldt dat Kennedy-Au Bon Marché eigenaar is van
dertien winkels onder de naam Kennedy en zes winkels van Au Bon Marché. Het
bedrijf heeft onder andere winkels in Rotterdam, Maassluis en Dordrecht.
Daarnaast bezat het bedrijf ook de kledingwinkels Diva en Beau, die beide
in Middelburg zijn gevestigd. Enkele voorbeelden van merken die worden
verkocht, zijn Dolce Vita, Dutch Diva en Discovering. Jorin Hagendoorn, één
van de oprichters van Hoboken Advocaten, is aangesteld als curator in de
zaak.

Volgens Hagendoorn hebben vrijwel alle modewinkels het nu lastig. “De
inkoopprijs van kleding is opgedreven door de harde dollar en de marges
zijn klein,” stelde de advocaat tegenover De Ondernemer. “Het is steeds
vaker uitverkoop.” De winkels van het bedrijf zijn momenteel gesloten, en
banken hebben beslag gelegd op de voorraden. Hagendoorn zou naar verluidt
in gesprek zijn met de banken om de winkels van Kennedy-Au Bon Marché deze
week weer te openen. Kennedy-Au Bon Marché was niet bereikbaar voor
commentaar.

Retaildeskundige Moers: “Ik heb meestal weinig vertrouwen in een
doorstart”

Retaildeskundige Paul Moers is het met Hagendoorn eens dat Kennedy-Au
Bon Marché zeker niet het enige bedrijf is dat last ervaart van de huidige
economische situatie. “De kledingmarkt staat echt onder druk,” stelt Moers.
“In 2010 leverde deze branche in Nederland nog een totaalomzet van 550
miljoen euro op, maar in 2015 was dit bedrag gezakt tot een kleine 100
miljoen euro. Dan weet je eigenlijk al genoeg.” Volgens Moers komt het
probleem deels voort uit het feit dat retailers vaak denken dat ze, door de
bedrijfskosten te laten dalen, hun bedrijf een impuls kunnen geven.
Uiteindelijk gaat het erom dat ze de omzet kunnen laten stijgen, en Moers
denkt dan ook dat alle bezuinigingen slechts zorgen voor “tijdelijke
ademruimte”.

Op zijn Facebook-pagina heeft Kennedy-Au Bon Marché bekendgemaakt dat
naast de winkels ook de webwinkel tijdelijk is gesloten. Wat dit betekent
voor klanten die al voor de faillietverklaring een order hebben geplaatst,
is vooralsnog niet duidelijk. Wel heeft het bedrijf laten weten dat het
ernaar streeft binnen enkele dagen de deuren weer te openen. Moers noemt
het een optimistisch besluit: “De meeste bedrijven kiezen er na een
faillissement voor het nog een kans te geven, maar ik heb zelf meestal
weinig vertrouwen in een doorstart. Als een bedrijf een doorstart maakt,
lukt het hen vaak nog steeds niet om de omzetcijfers op orde te krijgen.”
Kledingretailers die zich in het middensegment bevinden hebben volgens de
retaildeskundige twee keuzes als zij willen blijven voortbestaan: de focus
verleggen naar een hoger- of lager segment. “In het lage segment moet je
concurreren met bedrijven als Primark en H&M, en dat zou ik bedrijven niet
aanraden. In plaats daarvan zouden ze hun winkels spannend moeten maken,
onder andere door bijzondere items aan te bieden, uitzonderlijk goed
personeel in te huren en het internet naar de winkelvloer te halen.”

Foto´s: Kennedy Facebook

De sterke dollar en het ongebruikelijk warme weer in november hebben het Zweedse modeconcern Hennes & Mauritz het afgelopen jaar parten gespeeld. Het bedrijf rapporteerde een lager dan verwachte nettowinst in het vierde kwartaal van 5,53 miljard kroon (600,4 miljoen euro), een daling van 11 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Als gevolg daalde de waarde van de aandelen met 3,4 procent.

De nettowinst voor het boekjaar tot 30 november 2015 steeg met 5 procent naar 27,242 miljard Zweedse kroon (2,9 miljard euro) op een groepsomzet van 210 miljard kroon (22,6 miljard euro), een stijging van 19 procent (+11 procent tegen lokale valuta).

De omzet in het vierde kwartaal steeg ondertussen naar 48,69 miljard Zweedse kroon, vergeleken met 42,64 miljard kroon vorig jaar. De brutomarges daalden tijdens het laatste kwartaal van 60,4 procent naar 57,5 procent. Ook de brutomarges voor het boekjaar daalden met 1,8 procent naar 57,0 procent.

Grote expansie in 2015

CEO Karl-Johan Persson noemde 2015 een ‘jaar van grote expansie’. Het bedrijf opende 413 nieuwe vestigingen, waarvan 249 in het vierde kwartaal. In totaal telde H&M 3.924 vestigingen in 61 markten, waaronder nieuwe markten als Taiwan, Macau, India en Zuid- Afrika.

Ook het komende jaar wil het concern blijven uitbreiden. Er staan 425 nieuwe winkelopeningen op de planning, waaronder in drie nieuwe markten: Nieuw-Zeeland, Cyprus en Puerto Rico. In China en de Verenigde Staten zal de grootste uitbreiding plaatsvinden. De e-commerce activiteiten worden ook uitgebreid van 23 markten naar 32 markten, waaronder Japan.

Persson zei dat alle merken van de groep het goed hadden gedaan in 2015, in wat het bedrijf ‘een aanhoudend moeizaam macro-economisch klimaat’ noemde. H&M Beauty, dat in juli 2015 werd gelanceerd, doet het volgens H&M bijzonder goed en is inmiddels al in 900 winkels in 41 landen verkrijgbaar.

H&M verwacht voor januari 2016 een omzetstijging van 7 procent. In december steeg deze met 10 procent. Persson zegt zich bewust te zijn van de ‘uitdagingen’ die op de loer liggen, maar ziet ‘veel kansen’ voor het komende boekjaar.

Ondernemers in het World Fashion Centre vertellen over hun ondernemerschap, visie en

ambitie.

“Weten waarvoor je werkt, positieve feedback krijgen en eer van je werk zien, dat is

ondernemen” – Mart Reker van The Clinic

Mart Reker is eigenaar van The Clinic. Hij is pigmentatiespecialist en trainer en heeft jaren

ervaring als make up artist. Jarenlang reisde hij de wereld over voor fotoshoots. Vier jaar

geleden besloot hij de permanente make up in te gaan en als één van de eerste zich te

specialiseren in pigmentatie. Vier jaar geleden begon hij vanuit huis, maar na anderhalf jaar

is hij al uit zijn jasje gegroeid. Een jaar geleden kwam hij in het World Fashion Centre

terecht.

Het bedrijf van Mart is een klein beetje een buitenbeentje in het World Fashion Centre. “The

Clinic is een praktijk waar verschillende specialisten op het gebied van cosmetische

pigmentatie, injectables, massagetherapie en huidverstrakking zonder snijden en prikken

onder een dak samenwerken. We willen een platform van specialisten op het gebied van

beauty zijn. Iedereen die beautygerelateerd is, kan van The Clinic gebruikt maken. Maar het

moet wel een gezellige huiskamersfeer blijven.”

Dat heeft veel voordelen. “De synergie tussen verschillende beautyplatforms onder één dak

zorgt voor een hele fijne samenwerking. Zo komen er bijvoorbeeld mensen met littekens die

de zichtbaarheid daarvan willen verminderen, maar er komen ook mensen voor micro

haarpigmentatie (MPH), dat is echt een uitkomst voor mensen. Ik ben op dat gebied één van

de eersten.”

MHP is niet de enige manier waarop Mart innoveert. Hij houdt altijd in de gaten wat de

consument wil. “We merken dat de markt op dit moment echt vraagt om innovatieve

beautybehandelingen. Dat is ook onze slogan: The Clinic Medic Spa. Behandelingen die

verder gaan dan bij de schoonheidsspecialisten. We zitten tegen het medische aan. The

Clinic vult het vlak op tussen de schoonheidsspecialist en de plastisch chirurg.”

Maar het hoeft niet altijd moeilijk. “We zoeken ook natuurlijke oplossingen. We zijn groot

voorstander van het lichaam op natuurlijke manieren stimuleren, in plaats van dat je alleen

maar grijpt naar medicijnen. Heel veel medicatie maakt je ziek. Natuurlijk moet het altijd in

overleg met je dokter, maar je kunt ook altijd op zoek naar een alternatief op het gebied van

bijvoorbeeld voeding.”

Mart is ooit vanuit huis begonnen en lang op zoek geweest naar een geschikte ruimte. “Ik

heb anderhalf jaar gezocht naar een mooie ruimte, maar het was allemaal teveel risico of

teveel investering. Het World Fashion Centre was bereid me een mooie ruimte toe te wijzen.”

Dat is niet de enige reden waarom het WFC zo’n perfecte locatie is voor The Clinic. “Als je

het over het World Fashion Centre hebt, krijg je bij mensen altijd een twinkel in hun oog. Ook

is mijn werk fashiongerelateerd, ik ben professioneel make up artist geweest en daarom

kiezen mensen voor mij. Dat is voor mij een hele belangrijke reden geweest om in het WFC

te gaan zitten. Daarnaast kunnen we hier ook veel bieden in het WFC, showroomhouders

krijgen bijvoorbeeld korting op onze diensten.”

De reden dat Mart in de beautybusiness is beland, is simpel. “Ik heb mensen altijd al mooier

willen maken dan ze al zijn. Als jij van de buitenkant straalt, voel jij je van binnen ook

lekkerder. Daar zijn vaak helemaal geen lagen make up voor nodig.”

Maar niet alleen beauty zit in zijn bloed, ook ondernemen is belangrijk. “Weten waarvoor je

werkt, positieve feedback krijgen en eer van je werk zien. En uiteindelijk gewoon merken dat

al het mooie automatisch loopt. Dan verwerf je een positie waarin je vrijheid hebt.”

Voor nieuwe ondernemers heeft Mart een gouden tip: “Focus op één onderdeel voor je

verder gaat met de volgende stap.”

Wilt u meer informatie over huren in het World Fashion Centre? Stuur een email

naar verhuur@worldfashioncentre.nl of bel naar 020 – 511 0173 

Meer verhalen:  www.worldfashiontoday.nl/ondernemen-in-het-WFC

Maureen Chiquet, CEO van Chanel, verlaat het Franse modehuis eind deze maand wegens ‘een meningsverschil over de strategie’, zo meldt Women’s Wear Daily.

De redenen voor haar vertrek zijn vooralsnog onbekend. In de tussentijd neemt voorzitter en mede-eigenaar Alan Wertheimer de functie van CEO over. Hoewel het niet zeker is of het een tussenoplossing betreft, lijkt het er volgens bronnen van WWD op dat Wertheimer van plan is in deze functie te blijven.

Chiquet was tijdens haar negen jaar bij Chanel verantwoordelijk voor de internationale expansie van het merk. Zij hield het bedrijf staande tijdens de financiële crisis en richtte tevens de Chanel Foundation op.

De Amerikaanse Chiquet begon haar loopbaan bij l’Oreal en werkte van 1988 tot 2003 voor modegroep The Gap. Velen waren verbaasd toen zij de overstap maakte naar Chanel en vervolgens CEO werd van het luxebedrijf. Wat haar volgende stap zal zijn is onbekend, maar volgens bronnen van WWD willen veel bedrijven haar als CEO hebben.