INTERVIEW Anne Chapelle
wordt de machtigste vrouwelijke modeondernemer van België genoemd. In
een sector waar de meeste vrouwen werken in marketing of op
productniveau, is de CEO van BVBA32 een zeldzaamheid. Na een
succesvolle loopbaan in de farmaceutische industrie vroeg
modeontwerpster Ann Demeulemeester haar in 1994 op het schoolplein van
de kinderen om een paar weken in het modebedrijf bij te springen en de
boekhouding op orde te brengen. Ruim twintig jaar later is Anne
Chapelle er nog steeds en CEO en eigenaar van een bedrijf waar de
merken Ann Demeulemeester en Haider Ackermann deel van uitmaken. Het is
een modebedrijf dat honderd medewerkers telt en een jaaromzet van 30
miljoen euro. Twee jaar geleden ging Demeulemeester met pensioen en hoewel de
ontwerpster nauw betrokken blijft bij het bedrijf dat haar naam
draagt, is het aan Anne Chapelle om het merk veilig te stellen voor de
toekomst.
Toen Ann Demeulemeester u vroeg haar te helpen zou dat voor
een paar weken zijn. Waarom besloot u te blijven?
Anne Chapelle: “Ann heeft mij gevraagd te blijven en ik heb
ingestemd, maar ik heb mij wel voorgenomen de liefde voor het vak echt
te leren kennen. Voordien wist ik nog niet zo goed wat dat was. Ik zag
kleren geboren worden, maar was eerst alleen met de cijfers bezig.
Door goed te kijken, te observeren, heb ik het modevak leren
begrijpen. Ik kom uit een puur rationele omgeving, maar heb voldoende
emotie in mij om die rationele kant te compenseren. Je kunt het
modevak namelijk niet in woorden vatten. Het gaat over tactiliteit.
Voor ontwerpers begint het proces bijvoorbeeld al met het selecteren
van een stof.”
”Ann (Demeulemeester, red.) is heel bijzonder. Ann is een
architect die het kleermakersvak tot in de puntjes beheerst. Zij kan
haar specifieke visie in kledingstukken vertalen. Die combinatie van
vakmanschap en creatieve kennis is heel zeldzaam. Daar is mijns
inziens te weinig respect voor. Ann is geniaal, maar ze kan het niet
alleen doen. Zonder uitvoerende handen loopt het vast. Toen ik dat
inzag en begreep, wist ik ook dat ik iets kon bijdragen aan het
bedrijf. Het is niet zo ingewikkeld hoor…”
In 2016 start een onderwijsprogramma aan de Antwerp
Management School voor ondernemen in de luxeindustrie. Waarom werkt u
daar aan mee?
Chapelle: “Het is een vervolgstudie voor designers die een eigen
zaak willen beginnen, maar ook voor mensen met een economische
achtergrond om de modebranche te leren kennen zodat zij een designer
kunnen bijstaan. Het gaat om elementaire economische kennis, maar wel
gericht op fashion. Kennis die niet op de modeacademie wordt vergaard
en dat is volgens mij ook helemaal niet de taak van de academie! Toch
is het belangrijk dat jonge ontwerpers het leren. Immers, als zij voor
zichzelf willen beginnen, dan gaat het over geld. En als het over geld
gaat dan is dat vaak familiekapitaal, het geld van de ouders.
Startende ontwerpers moeten weten wat deze industrie kost zodat ze hun
geld verstandig kunnen investeren en voorkomen dat het familiekapitaal
wordt verkwanseld.”
In 2011, kort na John Galliano’s publieke inzinking, zei u
in een interview dat designers bij de grote modehuizen worden
“uitgeknepen als citroenen”. Een uitspraak die nu, na de recente
personele wisselingen bij Dior, Lanvin en Balenciaga, weer zeer
actueel is. Wat was indertijd de aanleiding dat u dat
zei?
“Ik heb het letterlijk gehoord uit de mond van een hoge
personeelsfunctionaris bij zo’n groot modehuis. Een van mijn designers
was benaderd voor een topfunctie bij dat bedrijf. Dat gebeurt wel
vaker en als hij of zij het een aantrekkelijke stap vindt, dan zal ik
dat steunen. De contractonderhandelingen waren ver gevorderd toen die
uitspraak werd gedaan. Ik schrok daar van en heb het met de designer
besproken. Hier in Antwerpen en bij mijn bedrijf wordt zo niet met
creatief talent omgegaan. Creatief talent moet je vrijheid geven.
Talent moet je koesteren en beschermen. Wie dat niet doet, maakt het
kapot.”
En de designer in kwestie?
”Die heeft het niet gedaan.”
Hoe pakt u het aan? Is het mogelijk een bedrijf succesvol
te runnen met zachte hand?
“Ik ben emotioneel zeer betrokken, maar niet soft. Ik begeleid
mijn designers intensief. Daar heb ik een dagtaak aan. Vrijheid van
geest bieden is veel moeilijker dan barrières opwerpen. We voeren
gesprekken, lachen en huilen samen. Ik probeer in hun ziel te kijken.
Wat zit er in die persoon en hoe kan ik er het beste uitkrijgen? Het
is een relatie waar je aan blijft bouwen, een doorlopend proces. Het
vraagt heel veel geduld.
Het lijkt me ook heel intiem, heeft u nooit behoefte aan
distantie?
”Dat kan niet. Je bent dag en nacht met elkaar. Door alle emoties
samen te beleven en te doorstaan kom je tot resultaten. Afstand nemen
kan niet in dit vak. Als ik het rationeel zou gaan bekijken dan
verlies ik het contact en het vertrouwen van de designers.”
U staat bekend als kritisch.
“Ik ben duidelijk. Ik wil geen valse impulsen geven aan jonge
mensen. Een jaar of tien geleden hebben we de BVBA32 Award ingesteld.
Een prijs van drieduizend euro waarmee ieder jaar de meest innovatieve
afstudeercollectie van een student aan de Hogeschool Antwerpen wordt
beloond. Ik let op visie, techniek, de muziek, alles. Welk verhaal wil
de ontwerper vertellen en is dat een actueel verhaal of een oud
verhaal waar ik vandaag geen zin in heb?”
”Veel mensen zijn creatief geboren, maar zeer weinigen hebben
talent. Dat echte talent probeer ik te zien. Ik vind het ook een
belangrijke taak voor de school om de talenten te onderscheiden van de
creatieve motoren. Je moet jonge mensen niets voorspiegelen of hen
laten geloven dat ze getalenteerd zijn als dat niet zo is. Je moet de
waarheid zeggen. Iedereen heeft tenslotte een gave en voor iedereen is
een rol weggelegd. Ook voor de man die de straat veegt. Je moet het
maar kunnen.”
U heeft over uzelf gezegd dat u geen fashion
person bent, maar dat u modemensen wel goed
begrijpt.
”Ik denk dat ik meer een psycholoog ben dan een modemens. Ik hou
van de persoon die creëert. Of diegene nou een kleed maakt, een parfum
of een medicijn; het creatieve vind ik zeer interessant. Ik hou van
dat filosofische aspect van het brein. Het eindproduct is iets anders,
dat is een verhaal. Waarom kiezen sommigen ervoor de machinerie te
zijn en anderen de olie? Ik ben vooral geïnteresseerd in het humane
aspect van creatieve mensen.”
Wat denkt u van een toekomst zonder zwarte kleren? Omdat
zwarte kleding niet mooi fotografeert en dus online niet goed zou
verkopen. Omdat trendguru Lidewij Edelkoort het voorspelt. Gelooft u
dat?
”Dat geloof ik niet en ik zal u zeggen waarom, zwart is een kleur
met ontelbare nuances; er is zwart-zwart, bruin-zwart, rood-zwart,
inkt-zwart, maar zwart is vooral de enige kleur waar je alle fouten op
ziet. Dus als iemand kunstig is, dan is dat het mooiste in het zwart.
Modemensen kleden zich vaak in het zwart om te laten zien dat ze goed
werk dragen. Met elke willekeurige print kun je een slechte coupe
verdoezelen, in zwart kan dat niet. “
Duurzaamheid en innovatie waren dit jaar belangrijke
thema’s in de modebranche. Zijn dat ook thema’s binnen uw
bedrijf?
”Duurzaamheid was vijf jaar geleden een thema voor ons! We zijn die
fase al voorbij. Toen hebben we onze complete supply chain
gecontroleerd en afscheid genomen van een aantal tussenpersonen. Ik
ontdekte dat leveranciers onze orders uitbesteedden aan derden, maar
wel dezelfde prijzen rekenden. Dat vind ik niet ok. Ik ben toen zelf
naar de bron gegaan, je kunt veel bereiken als je de
intermediaries wegsnijdt. Ik wil van tussenpersonen af. Ik
heb geen consultant nodig maar een fabriek, daar zit de kennis. De
bron biedt altijd het beste water.”
En voor de toekomst?
”Lokaal en craftsmanship zijn centrale thema’s voor 2016.
De wereld is klein en vakmanschap is overal te vinden. Werken met
mensen is altijd duurzaam, daarom is kennisoverdracht zo belangrijk.
We hebben veel know-how in huis en steeds vaker worden we
benaderd door bedrijven in het buitenland, van Zuid-Afrika tot
Zuid-Korea, met het verzoek kennis te delen. Daar denken we goed over
na, we kijken of ze dezelfde waarden delen en dan doen we dat middels
uitwisselingsprogramma’s bijvoorbeeld.”
U hanteert een totaal andere aanpak dan de gemiddelde
zaakwaarnemer in de modebranche.
”Ook wij hebben targets en cut-off momenten. Binnen BVBA32
is een duidelijke structuur en zijn grenzen gesteld, maar binnen die
grenzen kunnen ontwerpers zich vrij bewegen en creatief te zijn. De
grens wordt bepaald door het budget en door de consument die koopt. In
feite beslist de consument of een designer wordt beloond voor zijn
werk of niet.”
Foto’s: Anne Chapelle tijdens Fashion Talks begin december in Antwerpen
Ann Demeulemeester, ss 2016
Haider Ackermann, ss 2016